Wat blogde jij tijdens…

Mij wordt zel­den iets gevraagd. Hoog­uit of ik melk en/of sui­ker in de kof­fie wil. Met dit soort vra­gen kan ik goed omgaan, voor­na­me­lijk omdat het juis­te ant­woord bij mij bekend is (nee). En mocht mij om wel­ke duis­te­re reden het juis­te ant­woord niet met­een te bin­nen schie­ten, dan kan ik toch snel alter­na­tie­ven aan­bie­den (ja; een beet­je; kof­fie? ik heb lie­ver thee!). In welk geval ik het voor­ge­scho­tel­de drank­je met wat inge­hou­den weer­zin ach­ter­over sla en er net­jes voor bedank. Zo ben ik.

Ech­ter, juist van­we­ge het feit dat mij zel­den iets gevraagd wordt, ben ik altijd op m’n hoe­de. Voor­al op straat. Want op elke straat­hoek kan zich de beruch­te straat­in­ter­vie­wer ver­schui­len. En je zult zien dat jij juist op dat moment gestraat­in­ter­viewd wordt wan­neer je de actu­a­li­teit een klein beet­je min­der gevolgd hebt. Omdat je bij­voor­beeld te druk bent geweest met het bij­wer­ken van je blogsite. Of met het lezen van blogs. Of met het schrij­ven van blogs. In ieder geval rede­nen genoeg om een ach­ter­stand te heb­ben opge­bouwd in het lezen van kran­ten en het vol­gen van nieuwsrubrieken.

En dan zal daar ineens die straat­in­ter­vie­wer voor je staan. En z’n micro­foon onder je neus duwen. Om je een vraag te stel­len. Over iets uit de actu­a­li­teit. Wat je mening daar­bij is. Zul je net zien.

Daar ben ik dus bang voor. Want ik heb niet zo’n gro­te erva­ring met ant­woor­den. Al hele­maal niet met menin­gen. Ik ben niet zo van de menin­gen. Daar­van lopen er al genoeg rond in Neder­land. Van die wan­de­len­de Menin­kjes­ver­kon­di­gers. Over van alles en nog wat. U vraagt en zij menen. Over­al ver­stand van te heb­ben. Maar de ech­te straat­in­ter­vie­wer her­kent ze al van ver­re. En houdt zich ver­scho­len tot­dat hij z’n ech­te slacht­of­fer ziet. De arge­lo­ze voor­bij­gan­ger die nog snel even een bood­schap doet en met z’n hoofd totaal ergens anders is. Zo zie ik er dus ook uit, arge­loos, maar pro­beer mezelf tot de tan­den te wape­nen met fei­ten (let op: geen menin­gen). Voor het geval dat:

Klik op de afbeel­ding om de video op you­tu­be te bekijken.

De ultie­me nacht­mer­rie is dat de gevrees­de straat­in­ter­vie­wer de vol­gen­de vraag voor­legt: “Waar was u toen…”. Op de punt­jes staat dan zoiets als ‘J.F.K. werd ver­moord’ (mijn ant­woord: hoogst­waar­schijn­lijk in bed), of ‘Neder­land 2de werd op het WK’ (mijn tegen­re­ac­tie: tij­dens het WK in Duits­land of Argen­ti­nië?; haha, met­een terug­pak­ken als het kan), of ‘er vlieg­tui­gen in de Twin Towers vlo­gen’ (mijn waar­heid: thuis voor de buis). Afijn, u begrijpt het principe.

Gezien wat er nu alle­maal in het nieuws ver­schijnt met betrek­king tot de kre­diet­cri­sis, zal het niet onwaar­schijn­lijk zijn dat de vraag als volgt zou kun­nen lui­den: “Waar was u toen de kre­diet­cri­sis uit­brak?” En dat wordt moei­lijk. Want wan­neer brak die nou eigen­lijk uit? Is er een moment aan te wij­zen toen dui­de­lijk werd dat hier iets gro­ters, veel­om­vat­ten­ders aan de hand was?
Daar ben ik nog niet uit, dus ben ik maar begon­nen om met terug­wer­ken­de kracht aller­lei tijd­schrif­ten en kran­ten in tegen­ge­stel­de rich­ting (dus back to the past) te lezen om het toen-moment te vin­den. Want dat moet er natuur­lijk zijn. De water­schei­ding tus­sen vóór en ná de kredietcrisis.

Al lezen­de viel me toen nog iets anders in. Het gege­ven dat we alweer gerui­me tijd mid­den in die eco­no­mi­sche cri­sis van onge­ken­de pro­por­ties zit­ten en tege­lij­ker­tijd ons­zelf al blog­gend een plaats in de geschie­de­nis pro­be­ren te schrij­ven. Dat deed me den­ken aan ver­schil­len­de bio­gra­fie­ën die ik ooit heb gele­zen en waar de bio­graaf wel eens ter­loops vast­stel­de dat de per­soon onder stu­die dag­boe­ken vol schreef. Maar niets over de later als dus­da­nig geken­merk­te his­to­ri­sche gebeur­te­nis­sen. Duits­land valt Polen bin­nen, maar de dag­boek­schrij­ver klaagt over het slech­te weer. De Ber­lijn­se muur valt ter­wijl de dag­boek­schrij­ver ruziet over het een of ander voor­val met de winterschilder.

Door­ge­re­de­neerd zou de gewe­tens­vraag aldus wor­den: “Wat blog­de jij tij­dens de kre­diet­cri­sis?” En daar sta je dan met je blogs vol tri­via. Over een con­cert­be­zoek hier, een bus­hok­je daar, en een zwerm wraak­zuch­ti­ge spreeu­wen. Ja, de actu­a­li­teit is diep door­ge­dron­gen in de werk­ka­mer van deze onre­gel­ma­ti­ge blog­ger. Maar niet heus. Of toch? Jaze­ker! Met een beet­je goe­de wil is er wel dege­lijk in dit ver­ha­lend blogje een direc­te lijn te trek­ken van een gemo­der­ni­seer­de rat­ten­van­ger van Hame­len naar de kre­diet­cri­sis. Toen al! Ik was er dus toch rede­lijk vroeg bij.
En nu natuur­lijk weer met dit blog.

Nu alleen nog zien uit te vin­den wan­neer die ver­dom­de kre­diet­cri­sis pre­cies uitbrak!

Want ze gaan komen. Die twee vragen:

“Waar was jij toen de kre­diet­cri­sis uit­brak?”
“Wat blog­de jij tij­dens de kredietcrisis?”

Be pre­pa­red!