Opkomst, ondergang en terugkeer van een oude vriend

Waar en wan­neer ik het bericht onder ogen kreeg is me ont­scho­ten, maar niet de sen­sa­tie die het teweeg­bracht. Eerst onge­loof.
Ging het wel over dezelf­de per­soon als waar­aan ik auto­ma­tisch moest den­ken?
Toen scep­sis.
Hij zou dus in janu­a­ri 2009 weer ver­sche­nen zijn? Yeah, right!?

Want hij was name­lijk ergens in ’85 uit mijn leven ver­dwe­nen.
Net zo abrupt als hij in ’75 was komen bin­nen­stap­pen. Onmid­del­lijk waren we dik­ke vrien­den gewor­den en naar zijn komst werd de hele week door mij uitgekeken.

Mijn toen­ma­li­ge vriend was Eppo, een nieuw strip­week­blad wat voort­kwam uit de samen­voe­ging van Sjors en Pep.
In ’75 met een opla­ge van 250.000 stuks de wereld in gestuurd, wat al snel opliep naar 300.000 in ’76. Onge­kend voor een strip­blad voor­na­me­lijk gevuld met strips van Neder­land­se bodem.

Ik was er hele­maal weg van. Reeds van­af het eer­ste num­mer had ik een abon­ne­ment van m’n ouders (dank je Pa & Ma) gekre­gen. Elk nieuw num­mer las ik in één ruk dezelf­de dag hele­maal uit. De rest van de week wer­den alle strips nog­maals meer­de­re keren gele­zen en wer­den vele uren besteedt aan het nauw­keu­rig bestu­de­ren van de los­se teke­nin­gen. Som­mi­ge blon­ken uit door een vir­tu­o­ze teken­stijl, ter­wijl ande­re prop­vol (veel­al komi­sche) details zaten die bij eer­ste lezing vaak over het hoofd gezien werden.

De lief­de voor het strip­ver­haal was geboren!

Gewel­di­ge strips kwa­men aan mijn oog voor­bij:
Eppo; Oli­vier Blun­der; Fran­ka; Engel­bert; Aste­rix; Luc­ky Luke; Flip­pie Flink; Agent 327; Blue­ber­ry; Luc Orient; Joh­n­ny Good­bye; De Gene­raal; Bil­lie Turf; Bol­lie en Bil­lie; Lowietje; Sjors en Sjim­mie; Tinus Tro­tyl; Stef Ardoba; Opkomst en onder­gang van het kei­zer­rijk Tri­gië; Com­man­dant Grek; Storm; Roel Dijkstra; Klei­ne Pier; Opa; Laben Tall; Ste­ven Seve­rijn; De Part­ners; De Par­ti­za­nen; Pro­fes­sor Palm­boom; Stam­pe­de; Tok-Tok; Wil­lem Peper; Leonardo.

Al die jaren ben ik het blad trouw blij­ven lezen.
Tege­lij­ker­tijd begon ik ook een eigen smaak te ont­wik­ke­len. Daar­voor toog ik regel­ma­tig naar Eind­ho­ven om daar in enke­le strip­win­kels een geheel eigen ver­za­me­ling op te bou­wen.
Gelei­de­lijk werd dui­de­lijk dat het meren­deel van de strips die in Eppo gepu­bli­ceerd wer­den niet meer samen­vie­len met de strips waar mijn voor­lief­de naar uitging.

Het was dus voor de hand lig­gend om het abon­ne­ment op te zeg­gen toen Eppo in ’85 wegens terug­lo­pen­de belang­stel­ling over­ging in Eppo Wordt Ver­volgd. Dat het blad later nog enke­le keren van naam ver­an­der­de (’88 Sjors en Sjim­mie Strip­blad; ’95 SjoSji) voor­dat het in ’98 ten onder ging na slechts 8x num­mers onder de naam Stri­pa­raz­zi, heb ik alle­maal niet meer meegekregen.

Eind jaren tach­tig was het tijd voor één van die onver­geef­lij­ke fou­ten die ieder­een regel­ma­tig moet maken om door scha­de en schan­de iet­wat wij­zer te wor­den. In dit geval vond ik het een geschikt tijd­stip om al m’n strips (inclu­sief Eppo) aan een neef­je te schen­ken.
Het was tijd voor het Gro­te Men­sen Bestaan, en daar hoor­den geen strips bij. Dacht ik toen.
De spijt kwam snel. Maar te laat voor m’n ver­za­me­ling. Die was inmid­dels al weer ver­der door­ge­ge­ven aan ande­re ver­de­re fami­lie­le­den, vrien­den en vage beken­den. Ik bleek het ver­keer­de neef­je uit­ge­zocht te hebben.

Strips las ik voort­aan alleen nog maar tij­dens bezoek­jes aan m’n ouders (in hun lees­map) en bij de tand­arts en/of dokter.

En zo werd Eppo jeugdsentiment.

Tot­dat ik het bericht las dat Eppo weer ging verschijnen!

De Eppo? Ja, inder­daad, hij van die strips!
Zeker weten? Ja, de eer­ste num­mers zijn al in janu­a­ri 2009 verschenen!

En dus heb ik als­nog met terug­wer­ken­de kracht een jaar­abon­ne­ment geno­men en lig­gen de eer­ste num­mers, inclu­sief wel­komst­ge­schenk, nu te pron­ken op m’n lees­ta­fel. Tus­sen al die Gro­te Men­sen Boeken.

Ik heb de krie­bels in m’n buik en weet niet waar te begin­nen met lezen.

Een goe­de jeugd­vriend is weer­ge­keerd, en oude tij­den herleven!