Reeds in de introductie op blz 14 staat het volgende te lezen:
Er zijn feiten en er zijn ervaringsfeiten. Dit boek bestaat uit ervaringsfeiten. Het is een roman. Er wordt vaak geklaagd over de ongeloofwaardigheid van romans en daar kan ik inkomen, maar nu ik met deze roman mijn leven op de voet gevolgd heb, kan ik met de hand op mijn hart verzekeren dat niets zo ongeloofwaardig is als het leven.
De woorden komen van Maurice Maillot, de hoofdpersoon in de nieuwe roman van Charlotte Mutsaers. Hij is het zelf die de introductie bij deze roman verzorgd, want tenslotte is hij degene die verhaal doet van zijn ontmoeting met de fanatieke dierenactiviste Do.
Om dit boek goed te kunnen waarderen is het in mijn ogen bijna een voorwaarde om Maurice op zijn woord te geloven v.w.b. de geloofwaardigheid van het ongeloofwaardige in het echte leven. Want de belevenissen die volgen vanaf het moment dat hij een mobiele telefoon in het park vindt, grenzen aan het absurde. Waarbij de gehanteerde schrijfstijl van Charlotte Mutsaers er ook nog eens voor zorgt dat je in eerste instantie onbewust makkelijk over allerlei bizarre situaties heen leest. De stijl is losjes, met veel korte poëtische zinnen, humorvolle dialogen en leuke woordspelingen. Het boek leest vlotjes weg.
Het verhaal is kort samen te vatten: een vereenzaamde bemiddelde schrijver wonend in Amsterdam, komt op een wonderlijke manier in contact met een even zo wonderlijke vrouw. Hij raakt meteen in de ban van haar (en haar dierenactivisme) en volgt haar tot in Oostende (waar de tweede helft van het boek zich afspeelt). Daar brengen ze een jaarwisseling door die het leven van Maurice voorgoed op z’n kop zet.
Maar dat is slechts de oppervlakte, de buitenste laag. Kijkt men verder dan kan men makkelijk verdwalen in de complexiteit van deze roman. Zo waren de eerste recencies voornamelijk gericht op de springerige vorm die geprezen werd, maar verschuift de aandacht de laatste tijd meer naar de diverse interpretaties die men los kan laten op deze roman. De recensent Arnold Heumakers ziet Do als een Jezusfiguur, iemand die haar mens-zijn offert om de dieren te verlossen.
Zelf zegt Charlotte Mutsaers hierover:
Bij elke interpretatie waarmee de lezers komen, zeg ik: dat biedt het boek aan. Zoals Maurice zegt wanneer hij het biermerk Jupiler leest als Jupiter: ‘Allicht las ik alleen wat ik lezen wou, wie niet?’ Je kunt niet een meerduidig boek schrijven en vervolgens zeggen dat je één interpretatie wil.
Bron: NRC Handelsblad, vrijdag 4 juli 2008
En dus terug naar het begin van dit blogje. Zet al je vooroordelen over wat ‘normaal’ is opzij en stap ongedwongen in het leven van Maurice Maillot. Als je dit kunt, dan zul je kennismaken met allerlei vreemde personages en van hen gaan houden zoals alleen Maurice dit kan (hij kruipt lekker in bed bij zijn nieuwe vriend Freddy na een doorweekte nacht). Je zult bijgespijkerd worden in sexuele handelingen die je voorstellingsvermogen te boven gaan. Plasseks als een manier om rollengelijkheid te praktiseren (er kunnen er twee geven, en twee ontvangen) is nog te volgen, maar wat te denken van intiem worden met een Nokia telefoon (de term ‘Connecting People’ heeft bij mij voortaan een geheel andere klank gekregen).
En ontelbare bizarre of controversiële gebeurtenissen. Zoals Do’s adoratie van de dichter Osama Bin Laden (jazeker, die Osama die wij met andere zaken associëren) en zijn mooiste (in haar ogen) gedicht: Koetsier Herst. Overal sleept zij een portret van hem met zich mee, en ergens in het verhaal declameert zij het gedicht in een vol restaurant.
En zo gaat het maar door.
Of nogmaals de flaptekst:
Koetsier Herfst voert u mee van Amsterdam naar Oostende. Wie instapt in zijn koets zal nooit meer dezelfde zijn.
Hier kan ik me helemaal bij aansluiten.
~ ~ ~