Nomade
Als een nomade doorkruis ik het landschap.
Ik volg een weg niet zichtbaar voor anderen.
Niet dat ik ‘m zelf zie, die weg.
De nomade gaat z’n weg.
De nomade weet z’n weg.
Soms sluit zich iemand bij mij aan.
Een verschoppeling of verdwaalde die de weg kwijt is.
Niet dat ik weet waarheen hij moet gaan, hoor.
De nomade gaat z’n eigen weg.
De nomade weet z’n eigen weg.
Maar meestal ben ik alleen.
Doorsta wat op m’n weg komt en kijk niet om.
Niet dat ik geen heimwee heb.
De gedachte aan jou houdt me op de been.
Jij bewandelt je eigen weg die ooit de mijne zal kruisen.
Niet dat ik nooit twijfel.