Afgelopen week zag ik de laatste aflevering van de 4‑delige Britse documentairereeks Virtual Revolution. In deze serie programma’s wordt gepoogd een overzicht te geven van de enorme invloed die het World-Wide-Web op ons hedendaagse leven heeft gekregen. En dat in amper 20 jaar tijd. Als afsluiting van dit boeiende vierluik werd stilgestaan bij de ‘homo interneticus’, oftewel de onlosmakelijk met de worldwideweb verbonden hedendaagse mens.
Er werd o.a. dieper ingegaan op de opkomst van de sociale netwerken, zoals Facebook en Twitter, en het daarmee samenhangende fenomeen van de grote schare ‘vrienden’. Vraagstelling: zijn dit echt allemaal goede bekenden waarmee men in nauw contact staat, of is het een devaluatie van het begrip ‘vriend’?
Journalist en tevens presentatrice Aleks Krotoski ging daarvoor te rade bij de antropoloog Robin Dunbar. Deze formuleerde in 1993 de stelling dat de mens slechts in staat is tot het onderhouden van contacten met een groep met een maximale grootte van ongeveer 150 personen. Dit getal staat bekend als Dunbar’s number.
Onderzoek binnen het Facebook netwerk geeft aan dat de gemiddelde gebruiker minder dan 150 personen als vrienden heeft. En dat de dagelijkse contacten zich zelfs beperken tot ongeveer 5 personen. Wat dan te denken van de toch veelvuldig voorkomende ‘internetmens’ die een vriendenlijst bezit van in de hondertallen, of zelfs wel over de duizend? Is dit bluf? Een vorm van onderlinge competitie?
In de documentaire kreeg ik niet echt antwoord op die vraag. Wel moest ik denken aan een blog welke ik eerder dit jaar gelezen had. Het is van Jacob Morgan , met als titel: Why Dunbar’s number is irrelevant.
Hij citeert in zijn blog uit het boek Collaboration van Morten Hansen:
“But research shows that weak ties can prove much more helpful in networking, because they form bridges to worlds we do not walk within. Strong ties, on the other hand, tend to be worlds we already know; a good friends often knows many of the same people and things we know. They are not the best when it comes to searching for new jobs, ideas, experts, and knowledge. Weak ties re also good because they take less time. It’s less time consuming to talk to someone once a month (weak tie) than twice a week (a strong tie). People can keep up quite a few weak ties without them being a burden.”
Vervolgens trekt hij deze lijn door naar zijn sociaal netwerk met “1k+ linkedin connections, 1k facebook friends, and over 4,300 twitter followers”. Hij geeft toe dat slechts een klein aantal hiervan valt in de categorie van ‘strong ties’, maar wat sociaal networking via het World wide web nu juist zo sterk maakt is dat je op een heel makkelijke manier in contact raakt met de oneindige groep van ‘vluchtige contacten’, die je tot help kunnen zijn voor “guest articles, business requests, speaking engagements, or ideas and advice.”
Daar kan ik me wel in vinden. Hoewel ik (nog?) niet zo ver wil gaan om deze vluchtige contacten waardevoller te vinden dan de echte vrienden. Kwestie van tijd?