TV debat — Jouw premier morgen

“Het belang­rij­ke ligt altijd dáár, in de ver­lo­ren tijd, in het wil­le­keu­ri­ge en in wat over­bo­dig lijkt, voor­bij de streep waar­op iemand het gevoel heeft tevre­den te zijn, of moe wordt en het opgeeft, vaak zon­der het tegen­over zich­zelf toe te geven. Op de plek waar­van iemand zou zeg­gen dat er niets meer kan zijn. […] Denk door, voor­uit, niet stil blij­ven staan, kom, ga door.”
[Javier Marías, Jouw gezicht mor­gen. Deel 1 – Koorts en lans, blz. 288]

Het afge­lo­pen week­end vloog ik door het boek van Marías. Totaal onbe­kend met zijn werk had ik dit eer­ste deel van een tri­lo­gie onlangs besteld n.a.v. een arti­kel in NRC door Mar­jo­lei­ne de Vos.

In haar stuk gebruikt zij uit­spra­ken van de hoofd­per­soon (Jai­me Deza) uit de roman Jouw gezicht mor­gen om een brug te maken naar een nieuw boek van Frans de Waal over onder­zoek onder pri­ma­ten naar empa­thie. Jai­me Deza maakt zich vol­gens De Vos ‘wei­nig illu­sies over de men­se­lij­ke opof­fe­rings­ge­zind­heid.’ ‘Hij ver­haalt van men­sen die elkaar dood­trap­pen bij bran­den in dis­co­the­ken en the­a­ters, men­sen die op een zin­kend schip niet wach­ten tot de red­dings­boot vol is, maar hem met­een laten zak­ken zodat ze zelf snel weg kun­nen. Dat is, zegt hij, zoals wij men­sen zijn. Red­de wie zich red­den kan, dat is de waar­heid. We doen ons­zelf geweld aan als we ons anders gedragen.’

In eer­ste instan­tie bleef ik bij het arti­kel han­gen omdat ik het las rond de tijd van de doden­her­den­king op de Dam (hoe­wel het bewus­te arti­kel dateert van begin febru­a­ri, maar zoals bij som­mi­gen bekend, lig ik altijd wat ach­ter met het kran­ten­le­zen). Ech­ter gaan­de­weg raak­te ik meer geïn­tri­geerd door de aan­ge­haal­de cita­ten uit het werk van Marías.

Dus dit week­end de volg­or­de van Nog Te Lezen Boe­ken maar weer eens geres­huf­feld en op zater­dag begon­nen aan het relaas van de man die de gave van voor­ken­nis heeft. Niet in de vorm van ker­mis­ach­ti­ge waar­zeg­ge­rij, maar in de zin van het kun­nen door­zien van de wer­ke­lij­ke bedoe­lin­gen van per­so­nen. En daar­door bena­derd wordt door de Engel­se inlichtingendienst.

Gefas­ci­neerd bleef ik door­le­zen in het minu­ti­eu­ze ver­slag, tot­dat ik bij boven­staan­de pas­sa­ge beland­de. Het zijn de woor­den die de vader van Jai­me Deza zijn kin­de­ren altijd voor­hield wan­neer ze een gloed­vol betoog hiel­den om hun stand­punt over een bepaal­de kwes­tie te ver­de­di­gen. Dach­ten ze klaar te zijn dan volg­de stee­vast deze uit­da­ging tot meer ver­die­ping, meer cre­a­ti­vi­teit, meer lef om ver­der te gaan. Daar waar ande­ren niet zijn geweest:

“Dus ver­tel me wat meer, wat heb je nog meer voor idee­ën en argu­men­ten, wat heb je me nog meer te bie­den. Denk door, voor­uit, niet stil blij­ven staan, kom, ga door.” 

Het waren woor­den die ik gis­ter graag had wil­len horen. Tij­dens het RTL debat tus­sen ‘onze poten­ti­ë­le pre­miers’. Uit­ge­spro­ken door Frits Wes­ter. Maar het mocht niet zo zijn. Het bleef bij sound­bi­tes en one-liners. De con­fron­ta­tie zoe­kend van­uit beken­de stellingen.

Eén voor één zag ik ze voor­bij trek­ken, maar jouw gezicht mor­gen als pre­mier dacht ik bij geeneen.