20100919

De vuur­pret van de bar­be­cue begon ’s zater­dag­och­tend op Twit­ter. Over en weer vlo­gen de bericht­jes met betrek­king tot de diver­se voor­be­rei­din­gen die nog getrof­fen moesten wor­den en over hoe laat ieder­een wel niet moest ver­trek­ken om zeker niet te laat te arri­ve­ren. Via via kreeg ik ook te horen dat Vrouw vol Vuur al onge­dul­dig zat te wach­ten in de auto. Zij kon niet wach­ten tot het 15.00 uur zou zijn, en ein­de­lijk weer her­e­nigd zou wor­den met Man van Hout. Toen dit laatst­ge­noem­de ter ore kwam was dat reden voor hem niet lan­ger te wach­ten. Zon­der dra­len ont­wor­tel­de hij zich­zelf van z’n plek­je in de voor­tuin en ver­trok rich­ting Hoen­der­loo. Een fik­se wan­de­ling over de Hoge Veluwe.

Enke­le uren later zag ik ‘m onver­moei­baar (als een ech­te trail­wal­ker, zeg maar) door­stap­pen over de Delen­se­weg. Hij was al bij­na op de plaats van bestem­ming, maar accep­teer­de dank­baar mijn vrien­de­lijk aan­ge­bo­den lift. Zo kon hij wat op adem komen. Ter­wijl we het laat­ste stuk­je zwij­gend ver­der reden keek ik hem af en toe zij­de­lings aan. Hij zat in gedach­ten ver­zon­ken voor zich uit te sta­ren. Ik had het idee dat hij zich afvroeg hoe de ont­moe­ting met Vrouw vol Vuur zou ver­lo­pen. Ten­slot­te had­den ze elkaar al een eeu­wig­heid niet meer gezien. Om hem een hart onder de riem te ste­ken begon ik omstan­dig het con­cept van ziels­ver­want­schap uit te leg­gen. Ik had niet het idee dat het echt tot hem doordrong.

Geluk­kig viel het alle­maal reu­ze mee. Bij aan­komst vie­len ze elkaar in de armen en waren op slag ieder­een om hen heen ver­ge­ten. De klik die ze altijd had­den gehad was er nog steeds. Hand in hand ver­wij­der­den ze zich al snel van de rest van het gezelschap.

Zelf ben ik tot laat op de avond geble­ven. De sfeer was uit­bun­dig en har­te­lijk. Ondanks de som­be­re weers­voor­spel­ling bleef het droog en brak zelfs gere­geld de zon door. Enke­le vuur­kor­ven en de flink uit de klui­ten gewas­sen bar­be­cue zorg­den voor meer dan vol­doen­de warm­te zodat we bui­ten kon­den blij­ven zit­ten. Als klei­ne kin­de­ren die voor het eerst op school­reis­je met een kamp­vuur te maken kre­gen heb­ben we alles wat enigs­zins brand­baar was opge­stookt. Vuur als bin­dend element.
Een mooi hoog­te­punt vorm­den de twee wens­bal­lon­nen (een soort hete­lucht lam­pi­on­nen) die bij de val­len­de duis­ter­nis de lucht in wer­den gestuurd.
Twee bij­zon­de­re wen­sen heb ik gemaakt voor twee dito men­sen. Of ze gaan uitkomen?

Als Man van Rook heb ik bij thuis­komst al m’n kle­ren in de was gegooid en ben ver­plicht onder de dou­che gegaan. Voor­waar­de om toe­gang tot de bed­stee te ver­krij­gen. Ik kon me d’r wel iets bij voor­stel­len toen de vol­gen­de mor­gen de walm uit de was­mand me in het gezicht sloeg.

Hoe Man van Hout uit­ein­de­lijk weer thuis is geko­men weet ik niet. Wel dat hij de zon­dag­och­tend als ver­trouwd op zijn plek­je stond. Ook hij rook rede­lijk geschroeid.
Vast en zeker met Vuur gespeeld.

2 reacties

Ellen 20 september 2010

Mooi­er had ik het niet kun­nen ver­woor­den! En wat de twee ziels­ver­wan­ten betreft, Vrouw vol Vuur lag van­och­tend genoeg­lijk knis­pe­rend in haar korf­je, dat het laat (of vroeg) gewor­den was was dui­de­lijk, haar voet­spo­ren smeul­den nog.
Wat een pracht­dag was het toch, of pracht­da­gen inclu­sief voor en napret.

dik­ke zoen!

Carel 20 september 2010

warm blog