Bij de eerste klanken van het liedje krijgt hij al een brok in de keel. Snel pakt hij zijn glas en neemt een ferme slok. Ook om moed in te drinken. Zo’n danser is hij niet. Maar hij kan niet blijven zitten. Het is inmiddels hun liedje geworden. Niet dansen zou verraad betekenen. Een onvergeeflijke daad.
Moeizaam staat hij op. De avond is al ver gevorderd. Sommigen zouden beweren dat het al diep in de nacht is. Met stramme spieren loopt hij op haar toe. Verliest zich zoals altijd in haar stralende lach. Een lach die hij in zijn hart gesloten heeft en overal bij zich draagt. Voor de vorm vraagt hij of ze genegen is met hem te dansen. Haar lach zegt genoeg. Natuurlijk wil ze dansen met hem. Het is toch hun liedje?
Midden in het nummer, terwijl hij haar voorzichtig vasthoudt, begint hij te huilen. Ook dat is inmiddels vertrouwd. Zachtjes mompelend strijkt hij enkele tranen weg die op haar schouder zijn gedruppeld. “Ja meisje, je weet ‘t, ik ben een watje. Altijd geweest.” Een nieuwe traan die op haar schouder dreigt te vallen vangt hij tijdig op met de rug van zijn hand. “Altijd geweest”, snottert hij nog eenmaal zachtjes voordat ze de rest van het lied zwijgend uitdansen.
Als hij haar weer teruggebracht heeft naar haar plaats drinkt hij zijn glas leeg. Ruimt dan het glas en de fles op, en zet de muziekinstallatie uit. Als laatste doet hij de lampen uit. Bestijgt dan moeizaam de trap naar boven.
De huiskamer is gehuld in duisternis. Alleen een klein kaarsje brandt nog op het dressoir. Het flakkerende vlammetje verlicht het lachende gezicht van zijn vrouw. Bevroren in tijd staat ze daar, geflankeerd door hun twee dochters. Een onmerkbaar klein vlekje op haar schouder is hem ontgaan. Het lijkt alsof ze gehuild heeft.
3 reacties
och…hoe liefdevol en treurig, prachtig blog Peter!
Wat prachtig. Warm en ouderwets goed.
.. prachtig.. Nog steeds..