Voorspoken
Met nog slechts enkele dagen te gaan, nemen de zenuwen toe. Ga ik mijn korte verhaal op tijd af krijgen voor de boekpresentatie van Adrenaline? De bundel met korte spannende verhalen, waarvan eentje door mij geschreven.
En zo ja, dan is die spanning nog niet vanzelfsprekend verdwenen. Want zal ik in staat zijn om het verhaal ook zodanig voor te dragen dat het goed overkomt? Een spannend verhaal schrijven is één ding, maar voordragen weer een geheel ander. Hopelijk hoef ik zondagavond niet te constateren dat Voordragen, zeg maar niet echt mijn ding is.
Toch valt het qua zenuwen nog wel mee. En dat is vreemd. Met nog enkele dagen te gaan zou de rationele helft van mijn psyche volop in paniek moet zijn bij het aanschouwen van enkele kladjes papier met daarop slechts een erg summier raamwerk van wat in de verste verte een verhaal kan worden genoemd. Zeker gezien het feit dat ik de komende avonden weinig tijd beschikbaar heb om eraan verder te werken. Daar waar ik in mijn dagelijkse werkomgeving het motto ‘Be prepared’ hoog in het vaandel heb, gaat dat voorbereiden realistisch gezien alleen nog komende zaterdag gebeuren. Let wel: compleet uitschrijven, schrappen, herschrijven, herschikken en uiteindelijk oefenen. Geen garantie voor succes op zondag.
Vooralsnog blijf ik echter de rust zelve. En dat komt waarschijnlijk doordat ik het gevoel heb dat het verhaal er al is. Een tijd geleden kreeg ik grip op de clou (‘ik had de clou bij de horens’ twitterde ik enthousiast) en sindsdien borrelt en bruist het vanbinnen. Alinea’s komen naar de oppervlakte om geproefd en gekeurd te worden tijdens het autorijden. Hele stukken tekst wellen spontaan op tijdens het douchen. Ik draag het zelfverzekerd voor in de veilige besloten omgeving van de douchecabine. Stukje bij beetje komt het verhaal tot leven. Bij nietsvermoedende collega’s probeer ik onverwacht bepaalde fragmenten uit. Kijk hoe hun reactie is.
Nu maar hopen dat het er zaterdag van komt om het gehele verhaal dan ook echt op papier te krijgen. En laat dan de gezonde(?) plankenkoorts maar komen. Dat hoort er tenslotte bij.
Tot die tijd lees ik her en der dat bij de andere ‘voordragers’ ook al voorpret en rondspokende verhalen in hoofden, de boventoon voeren.
Daarom een toepasselijk gedicht => Voorspoken van Willem Willmink
Voorspoken
De boer schrok zich die avond lam:
een trein die door zijn weiland kwam
had hij gehoord.
Toen was het weg. Het was niet waar.
Pas twee jaar later is er daar
een trein ontspoord.
Ook iemand zag, terwijl hij sliep
een auto zinken in het diep,
een heel gezin.
Precies de plek heeft hij gezien:
de auto reed een dag nadien
het water in.
Soms is er vage lampenschijn
uit ramen waar geen huizen zijn,
alleen maar grond.
Al wat bestaat heeft steeds bestaan
en wat vergaat is al vergaan
eer het bestond.
Willem Wilmink (1936–2003)
uit: Moet worden gevreesd dat het nooit bestond? (1990)
6 reacties
Komt goed, weet het zeker..
Ik heb er alle vertrouwen (wat moet ik anders…)
Ook Picasso had soms moeite met de juiste plek voor kop of staart, borst of oog. En toch leverde hij schitterende werken. Bovendien heb je het postuur niet om je dik te maken 😉 dus zeg ik, met Jolka, het komt best wel goed! Met jou dan, bij mij moet ik het nog zien. 😈
Picasso!? Kun je de lat nog wat hoger leggen? 😯
Nietsvermoedende collega’s? Hmm, ben benieuwd wat je morgen op me gaat loslaten 😆
Ben je morgen dan alweer op kantoor!? 🙄