Dinsdag, 4 januari 2011

Hyp­no­ti­ze you

Zacht­jes kroop ze naast haar vriend in bed. Hij was al in die­pe slaap. Mor­gen moest hij vroeg op weg naar een klant in het noor­den van het land. Graag had ze hem ver­teld over de leu­ke avond die ze had gehad. Deze keer eens een vrij­ge­zel­len­avond­je zon­der de veel­al ran­zi­ge uit­spat­tin­gen die er de laat­ste tijd zo bij sche­nen te horen. Ze had geno­ten van het bor­re­len en heer­lij­ke eten met het groep­je vrien­din­nen dat ze al een tijd­je niet meer gezien had. De sfeer was onmid­del­lijk zoals van­ouds op de mid­del­ba­re school­tijd. Nog tij­dens het ver­loop van de avond had ze zich voor­ge­no­men vaker con­tact te zoe­ken met hen. Niet altijd het werk te laten pre­va­le­ren. Gewoon eens lek­ker er even­tjes tus­sen­uit. Stap­pen. Drin­ken. Lachen. En wat vaker weer eens naar de schouw­burg, of zo. Want, eer­lijk is eer­lijk, ze had ook ont­zet­tend ple­zier gehad met het bezoek aan de show met de hypnotiseur.

Voor­af, toen ze tij­dens de voor­be­rei­din­gen van dit plan hoor­de, was ze min­der enthou­si­ast geweest. Zon­der arg­waan te wil­len wek­ken had ze wat alter­na­tie­ve idee­ën aan­ge­dra­gen. Maar toen ze inzag dat de rest allang over­tuigd was had ze niet ver­der aan­ge­dron­gen. Thuis had ze zich afge­vraagd waar­om ze zo hui­ve­rig werd bij de gedach­te aan een hyp­no­ti­seur. Was ze bang dat hij diep weg­ge­stop­te gevoe­lens naar boven zou bren­gen? Of dat ze zich publiek voor gek zou zet­ten? Als een mal­loot over het podi­um rol­lend. Op com­man­do gek­ke bek­ken trek­kend. Zelfs nadat ze alweer op haar stoel had mogen plaats­ne­men niet vei­lig voor de gehei­me sig­na­len die haar weer terug zou­den bren­gen naar de hyp­no­ti­seur. Nee, ze zat niet te wach­ten op dit deel van de avond. Ze hoop­te maar dat ze niet uit­ge­ko­zen zou wor­den om naar voren te komen.

IJde­le hoop. Natuur­lijk viel het oog van de hyp­no­ti­seur op haar. Hoe ze haar best ook deed er onop­val­lend uit te zien, qua­si druk bezig met net even de ande­re kant uit te kij­ken toen zijn blik over de rij­en toe­schou­wers ging op zoek naar geschik­te slacht­of­fers. Bedrem­meld ging ze akkoord. Maar niet voor­dat ze één van haar vrien­din­nen gevraagd had alles te fil­men met haar mobieltje.

Later die­zelf­de avond had ze zich terug­ge­trok­ken in een hoek­je van het café om het gefilm­de te bekij­ken. Haar vrien­din­nen had­den haar al pro­be­ren te over­tui­gen dat men haar niets bui­ten­spo­rigs, niets ver­ne­de­rends had laten doen. Ze moest het ech­ter zeker weten. Na twin­tig minu­ten inten­sief sta­ren op het beeld­scherm was ze ein­de­lijk gerust­ge­steld. Gewoon de stan­daard rou­ti­ne. Beet­je in slaap val­len. Beet­je rond­jes ren­nen. Beet­je doen als­of je een koe was. Of een sla­ger. Daar bleef het bij. En toen ze later ande­re toe­schou­wers op het podi­um had gezien, had ze ook hard mee zit­ten lachen.

Ja, het was leuk geweest. Met een glim­lach op haar gezicht viel ze in een droom­lo­ze slaap …

… om klok­slag drie uur in de och­tend wak­ker te wor­den. Ze stapt uit bed en loopt naar de keu­ken. Daar pakt ze het gro­te vlees­mes uit de hou­der. Terug in de slaap­ka­mer slaat ze de dekens aan de kant. Met één mach­ti­ge haal snijdt ze de hals van haar vriend door. Ver­vol­gens ont­leedt ze hem vol­gens de regels die elke sla­ger han­teert. Vaar­dig klaart ze het kar­wei in wei­ni­ge minu­ten. Daar­na neemt ze uit­ge­breid een dou­che en trekt de kle­ren aan die ze nog geen enke­le uren eer­der had uit­ge­trok­ken. Bene­den pakt ze de auto­sleu­tels. Ver­der heeft ze niets nodig. Het adres waar ze naar­toe moet danst als in rode let­ters voor haar. Een navi­ga­tie­sys­teem is over­bo­dig. Na enke­le uren rij­den is ze op de bestem­ming. De poort sluit zich auto­ma­tisch ach­ter haar. Gerou­ti­neerd par­keert ze de auto in een rui­me gara­ge. In het och­tend­glo­ren loopt ze naar het gro­te huis. Alle deu­ren gaan voor haar open. Ein­de­lo­ze gan­gen moet ze door voor­dat ze ein­de­lijk bij de kamer is waar haar reis tot een ein­de zal komen. In het mid­den blijft ze roer­loos staan …

… om klok­slag acht uur in de och­tend wak­ker te wor­den. Niet begrij­pend kijkt ze in de hel­der­blau­we ogen van de hypnotiseur.

~ ~ ~

Janu­a­ri opdracht voor Het Muziek­ver­haal n.a.v. de clip Hyp­no­ti­ze U van N.E.R.D.