Valentijn
Voorzichtig likte hij aan de randen van de enveloppe. Altijd weer bevreesd om zich te snijden aan het papier. Daarna trok hij zijn jas aan.
De hond had de hint begrepen en kwam moeizaam overeind van het dekentje voor de kachel. Met stramme poten schuifelde ze naar hem toe. Hij aaide haar zacht over het hoofd. In de hal nam hij de hondenriem en riep naar boven dat hij nog even met de hond een rondje ging maken. Een antwoord wachtte hij niet af.
Buiten was het kil. De hele dag was het aangenaam geweest maar nu was er een guur windje opgestoken. Op het trottoir voor het huis bleef hij staan. Gewoontegetrouw liep de hond naar rechts richting het uitlaatveldje. Hij floot eenmaal zachtjes. Vanavond zou hij van de routine afwijken en een andere route volgen.
Enkele huizen verder hield hij stil. Onopvallend probeerde hij te ontdekken of er nog iemand beneden wakker was. Alles leek rustig. Behoedzaam stapte hij over het tuinhekje en liep naar de deur. Zonder geluid te maken opende hij de brievenbus en liet zijn schrijven naar binnen glijden. Even zachtjes maakte hij zich weer uit de voeten. Op weg naar een volgend adres.
Zo deed hij die late avond een tiental adressen aan, waar hij overal een brief achterliet. Een brief zorgvuldig door hem opgesteld. In rijm. En gebruik makend van de vele aantekeningen die hij het hele jaar verzameld had. Toen hij na ruim een uur weer thuis aankwam was het stil. Boven gekomen lag zijn vrouw al in diepe rust. Geruisloos kleedde hij zich uit en ging naast haar liggen. Voordat hij zich op zijn linkerzij draaide gaf hij haar nog een kus. Ze deed eventjes haar ogen open en murmelde iets wat hij niet kon verstaan. “Ik hou ook van jou,” zei hij terug. “Slaap wel.”
Op haar nachtkastje had hij de laatste enveloppe tegen het alarmklokje gezet. Onder het Valentijnsgedicht had hij dit keer wel een naam gezet. De zijne. Alle andere gedichten waren anoniem. Zoals het hoort. Zoals de alleenstaande vrouwen in zijn buurt al jaren gewend waren te krijgen. Morgen zou er weer flink gespeculeerd worden bij slager en bakker over wie toch die geheime aanbidders konden zijn. Voor de meesten een hoogtepunt in een verder eenzaam bestaan. Voor hem een kleine moeite.