20110212 — zaterdag

Valen­tijn

Voor­zich­tig lik­te hij aan de ran­den van de enve­lop­pe. Altijd weer bevreesd om zich te snij­den aan het papier. Daar­na trok hij zijn jas aan.

De hond had de hint begre­pen en kwam moei­zaam over­eind van het deken­tje voor de kachel. Met stram­me poten schui­fel­de ze naar hem toe. Hij aai­de haar zacht over het hoofd. In de hal nam hij de hon­den­riem en riep naar boven dat hij nog even met de hond een rond­je ging maken. Een ant­woord wacht­te hij niet af.

Bui­ten was het kil. De hele dag was het aan­ge­naam geweest maar nu was er een guur wind­je opge­sto­ken. Op het trot­toir voor het huis bleef hij staan. Gewoon­te­ge­trouw liep de hond naar rechts rich­ting het uit­laat­veld­je. Hij floot een­maal zacht­jes. Van­avond zou hij van de rou­ti­ne afwij­ken en een ande­re rou­te volgen.

Enke­le hui­zen ver­der hield hij stil. Onop­val­lend pro­beer­de hij te ont­dek­ken of er nog iemand bene­den wak­ker was. Alles leek rus­tig. Behoed­zaam stap­te hij over het tuin­hek­je en liep naar de deur. Zon­der geluid te maken open­de hij de brie­ven­bus en liet zijn schrij­ven naar bin­nen glij­den. Even zacht­jes maak­te hij zich weer uit de voe­ten. Op weg naar een vol­gend adres.

Zo deed hij die late avond een tien­tal adres­sen aan, waar hij over­al een brief ach­ter­liet. Een brief zorg­vul­dig door hem opge­steld. In rijm. En gebruik makend van de vele aan­te­ke­nin­gen die hij het hele jaar ver­za­meld had. Toen hij na ruim een uur weer thuis aan­kwam was het stil. Boven geko­men lag zijn vrouw al in die­pe rust. Geruis­loos kleed­de hij zich uit en ging naast haar lig­gen. Voor­dat hij zich op zijn lin­ker­zij draai­de gaf hij haar nog een kus. Ze deed even­tjes haar ogen open en mur­mel­de iets wat hij niet kon ver­staan. “Ik hou ook van jou,” zei hij terug. “Slaap wel.”

Op haar nacht­kast­je had hij de laat­ste enve­lop­pe tegen het alarm­klok­je gezet. Onder het Valen­tijns­ge­dicht had hij dit keer wel een naam gezet. De zij­ne. Alle ande­re gedich­ten waren ano­niem. Zoals het hoort. Zoals de alleen­staan­de vrou­wen in zijn buurt al jaren gewend waren te krij­gen. Mor­gen zou er weer flink gespe­cu­leerd wor­den bij sla­ger en bak­ker over wie toch die gehei­me aan­bid­ders kon­den zijn. Voor de mees­ten een hoog­te­punt in een ver­der een­zaam bestaan. Voor hem een klei­ne moeite.