Jip en Janneke
Hoi Jip!
Hé, dag Janneke! Hoe gaat het met je?
Het gaat. En met jou?
Och, niet veel anders. Z’n gangetje. Ga je nog stemmen?
Stemmen? Waarvoor dan?
Voor de Provinciale Staten. Waarvoor anders?
Oh, dat wist ik niet. Is dat binnenkort al?
Ja joh. Al op 2 maart.
Oh.
Goh, ik dacht dat jij de politiek zo van dichtbij volgde.
Dat is wel altijd zo geweest, ja. Maar de laatste tijd
…Maar de laatste tijd boeit het me niet meer zo. Ik ben de interesse verloren lijkt het wel. Heb jij dat niet dan?
Om heel eerlijk te zijn. Ja. Terwijl ik toch echt dacht. Een tijd geleden…
Dat het helemaal goed zou komen.
Precies! De spijker op z’n kop. Ineens ging het de goede kant op.
Vond ik ook. Maar dat is helemaal weg.
Vreemd is dat. Ik heb hetzelfde. Ik voel me niet meer aangesproken.
Daar zeg je zoiets. Volgens mij heb je daar de kern te pakken. Het lijkt wel…
…
Het lijkt wel…
Of ze onze taal niet meer spreken?
Juist! Dat is het! Ze spreken onze taal niet meer.
Terwijl ze toen toch pretendeerden de taal van het volk te gaan spreken.
Ja. Wat zeiden ze ook alweer? Meer begrijpelijker taalgebruik. Zodat de man in de straat het beter kon volgen.
De vrouw met de pet.
Haha. Zoiets ja.
Nou, volgens mij zijn ze daar prima in geslaagd.
Huh? Waarin?
De straattaal spreken.
Nou volg ik het niet meer.
Nee, jij en ik niet. Daar waren we het al over eens. Maar onze nieuwe buren wel.
Heb jij nieuwe buren dan? Sinds wanneer?
Ja. Maar nog niet zo lang.
Wie zijn dat dan?
Henk en Ingrid.
Tja.