20110221 — maandag

Trio

Hoe dicht bij de waar­heid kun je komen zon­der de waar­heid geweld aan te doen? Zoveel te ver­tel­len zo wei­nig mee­ge­maakt. Wat is de essen­tie van een leven zon­der inhoud? Woor­den. Geen ver­ha­len. Zin­nen. Geen struc­tuur. Let­ters. Ali­nea’s. Linea rec­ta de prul­len­bak in. Met één druk op de knop. Weg. Con­trol Zet. Terug. Shift Dele­te. Echt weg. Vaar­wel. Een ver­haal nooit ver­teld. Een ver­haal ooit beleefd. Hoe dicht bij de men­sen kun je komen zon­der de men­sen geweld aan te doen? Zoveel mee­ge­maakt zo wei­nig te vertellen.

Opnieuw dan maar. Eens moet het luk­ken. Mijn ver­haal aan hem over haar. Tien vol­le jaren met z’n drie­ën. Ik keek naar haar, zij naar hem, en hij? Hij keek altijd voor­uit. Hij hield van het leven. En van ons. Zij van hem. Ik van haar. Tien mooie zomers aan het strand. Altijd een ander strand. Altijd een ande­re zomer­lief­de voor mij. Altijd het­zelf­de stel naast mij om me op te beu­ren als de zomer­lief­de weer voor­bij was. Zij sprak mij moed in. Zij gaf mij troost. Geen nood. Ik zou de ware lief­de echt wel ont­moe­ten. Zoals zij de ware had ont­moet. En hij? Hij keek voor­uit. En ik naar haar. Wil­de haar ook troos­ten. Maar wist dat dat niet kon. Want er was voor haar geen vuil­tje aan de lucht. En ik wil­de geen spel­bre­ker zijn. Tot­dat hij ging. Met groot­se plan­nen liet hij haar ach­ter. Ons ach­ter. Totaal onver­wachts. Voor haar. Niet voor mij. Wel aan mij de zwa­re taak om tien jaren troost te bie­den. In een noten­dop? Voor­uit, ik geef het toe. Ik zag mijn kans schoon. Ik sprak haar moed in. Geen nood. Hij was nooit de ware lief­de voor haar geweest. Dat wist ik. Dat had hij mij ver­teld (leu­gens, alle­maal leu­gens). Maar de ware lief­de was er wel altijd geweest. Dat was ik. Ja, ik. Zo lang op gewacht. Zo veel hoop. En nu was het zo ver. Maar ze wil­de niet. Geloof­de het niet. Wij waren vrien­den. Hij was haar lief­de. Hij zou terug­ko­men voor haar. Ooit. Bin­nen niet al te lan­ge tijd. Dus. Afron­dend? Ik heb haar mijn lief­de opge­dron­gen. Gefor­ceerd. Hard­han­dig. Zon­der par­don. Toen liet ik haar gaan. En toen kwam hij terug. Voor haar. Maar alles was anders. Defi­ni­tief ver­an­derd. We had­den wei­nig oog­con­tact op haar begra­fe­nis. We heb­ben wei­nig con­tact na haar begra­fe­nis. Ik wil het wel uit­leg­gen, maar weet niet hoe.

Deze poging leest ook niet goed. Ik ben moe. Ik wil sla­pen. Maar dan komt zij.