Confrontatie

Het was moei­lijk haar recht in de ogen te kij­ken. Lang hield ik het dan ook niet vol. Mijn blik dwaal­de over haar stra­len­de lach, naar een lok die zich uit het opge­sto­ken haar had weten te ont­wor­ste­len. Bleef tel­kens enke­le tel­len han­gen bij haar vele sproe­ten. Voor­bo­des van war­me zomer­da­gen en hete nach­ten. Om dan weer terug te gaan naar die fel­blau­we ogen. Uit­da­gend keek ze de toe­komst tege­moet. Alle onze­ker­heid was ver­dwe­nen. Ze was tot was­dom geko­men. Had zich weten te ont­wor­ste­len aan de benau­wen­de greep van een streng-reli­gi­eu­ze opvoe­ding. Puur, natu­rel. Onbe­vreesd en geloof in eigen kun­nen. Dat ken­merk­te haar nu. En ze was hope­loos ver­liefd. Gelukkig.
Nog even­tjes dan toch.

Bedrukt sloot ik het oude fotoalbum.

~ ~ ~