Dupe

“De kiend­jes, die zin altijd de dupe.” Ik hoor­de het niet één keer, maar meer­de­re keren, die bewus­te mid­dag. En ik dacht, ‘dupe’, wat een raar woord. En natuur­lijk, dat dacht ik niet. Ik had het wel wil­len den­ken, of des­noods aan iets anders, maar eer­lijk is eer­lijk, ik dacht geen van dat alles. Het bleef heel leeg in mijn hoofd. Op wat sui­zen na. Geluid dat je alleen hoort wan­neer alle geluid is ver­dwe­nen. In plaats van den­ken keek ik alleen maar naar ‘die kiend­jes’. Zag ze spe­len in het zand, spet­te­ren in het water en con­ti­nu druk klet­send. In plaats van den­ken zat ik te hopen. Hopen dat de tijd een tijd­je zou blij­ven stil­staan. Even geen dupes.

~ ~ ~