Er stond bijna geen stroming. Ruggelings gelegen op het vlot keek hij naar de wolken. Het viel zo niet uit te maken welke kant hij op ging. Net als bij twee naast elkaar geparkeerde treinen waarvan er eentje gaat rijden. Altijd in het begin de verwarring welke trein nu eigenlijk vertrok. Die waar jij in zat? Of stond je toch stil en trok die andere trein langzaam op? Verlies van tijd en ruimte. Plus een misselijk makend gevoel. Zoals nu.
Moeizaam kwam hij overeind. Hij keek om zich heen. Zover hij kon zien dreven er vlotten met daarop in de meeste gevallen twee of meer personen. Maar niet vaak een persoon alleen. Zoals hij. Waarlijk, het leven viel hem zwaar.