20110614

Bood­schap­pen­lijst­je — Vakantie: 

Bij­na dreig­de het mis te gaan. Tij­dens het ver­la­ten van het pomp­sta­ti­on waar ze zojuist haar tank geheel gevuld had met die­sel, stak ze onop­let­tend de boven­ste cd in de spe­ler. Al bij de eer­ste klan­ken van het num­mer scho­ten de tra­nen haar in de ogen. Nog voor­dat de zang­stem van Jon Allen een zoveel­ste keer haar hart zou ver­schrom­pe­len had ze de cabrio abrupt aan de kant gezet en de cd-spe­ler met een klap uitgezet.

Met die­zelf­de klap was ze een jaar terug. Een laat­ste ver­wen­sing had ze hem toe­ge­slin­gerd, daar­na had ze haar gereed­staan­de kof­fer opge­pakt en was ver­trok­ken nadat ze deur met alle kracht die in haar zat ach­ter zich had dichtgeworpen.
Ze wist dat de buren onge­twij­feld nieuws­gie­rig door de ramen zou­den glu­ren. Hon­ge­rig naar sen­sa­tie. En er mor­gen schan­de over zou­den spre­ken in de buurt­super. Maar die­zelf­de buren had­den een oog­je dicht­ge­daan toen haar dier­ba­re echt­ge­noot bezoek aan huis ont­ving ter­wijl zij naar de sport­school was. Ten­slot­te was hij er een­tje van hier. En was zij slechts import. Nou, ze kon­den haar rug op. Nooit had ze zich thuis gevoeld in dit dorp. Ze ging terug naar huis.

Ze staar­de voor zich uit. Langs­ra­zend ver­keer deed haar haren als­nog wap­pe­ren in de wind. Af en toe klonk er een claxon van­uit een pas­se­ren­de wagen. Niet dat ze het merk­te. Ze was weer thuis. Waar haar ouders niet ston­den te sprin­gen om haar onder­dak te bie­den. De bit­ter­heid was nog lang niet ver­dwe­nen na haar plot­se­lin­ge onaan­ge­kon­dig­de huwe­lijk en gelijk­tij­di­ge ver­trek naar de pro­vin­cie. Natuur­lijk was ze wel­kom om de nacht door te bren­gen maar al de vol­gen­de och­tend lag de krant opzich­tig open­ge­sla­gen bij de adver­ten­tie­pa­gi­na met huur­wo­nin­gen. Dezelf­de dag had ze haar kof­fer weer opge­pakt en een hotel­ka­mer betrok­ken. Alleen met haar ver­driet. En alleen Jon Allen om haar te troos­ten. Wat had ze gehuild die eer­ste weken. Ver­schei­de­ne keren had ze haar echt­ge­noot gebeld omdat ze hem mis­te, maar zijn stem bracht altijd weer de beel­den terug van hem in bed met zijn vroe­ge­re jeugd­lief­de. Elke keer ein­dig­de zo’n gesprek dan in een flin­ke ruzie. Nadat hij bij een zoveel­ste lijm­po­ging pro­beer­de alle schuld bij haar neer te leg­gen had ze het genoeg gevon­den. Hij had defi­ni­tief afge­daan. Dit hoofd­stuk dien­de afge­slo­ten te wor­den. Hier­na had ze haar oude leven weer opge­pakt. Zon­der al teveel moei­te had ze haar baan bij het media­bu­reau weer terug. Een woning was daar­na snel gevonden.

Nu, enke­le maan­den na dit defi­ni­tie­ve besluit was ze toe aan een wel­ver­dien­de vakan­tie. Een reis naar Zwit­ser­land zou het gaan wor­den, met ver­schil­len­de cam­ping­plaat­sen al geboekt. Lek­ker op haar gemak er naar toe rij­den, onder­weg genie­tend van de wis­se­len­de land­schap­pen en de vele indruk­ken. Hele­maal open­stel­len voor de over­wel­di­gen­de natuur waar ze vroe­ger ook zo van onder indruk was. ’s Och­tends vroeg op pad voor een tocht door de ber­gen, om later op de dag een klein rus­tiek stad­je op te zoe­ken voor een heer­lijk diner op ter­ras. Ze had er zin in. En geen zin in melan­cho­lie van­we­ge Jon. Onrus­tig rom­mel­de ze in haar hand­schoe­nen­vak op zoek naar een cd met vro­lij­ke vakan­tie­mu­ziek. Boven­aan lag een noti­tie­blok­je wat ze gis­ter nog aan­ge­schaft had om haar gevoe­lens en gedach­tes tij­dens deze reis te beschrij­ven. Iets wat ze vroe­ger ook altijd op vakan­tie had gedaan. Ze vloek­te bin­nens­monds toen ze de eni­ge aan­te­ke­ning zag. ‘Iets lek­kers’, als remin­der om wat zoe­tig­heid voor onder­weg te kopen. Ver­ge­ten. Onder het blok­je lag een cd van Wolf­mo­ther. Dat zou beter zijn. In een impuls zocht ze naar het num­mer ‘Woman’ en druk­te op play. Onmid­del­lijk dreun­de de aan­zwel­len­de gitaar­mu­ziek uit de geluids­in­stal­la­tie. Met her­nieuw­de ener­gie duw­de ze haar zon­ne­bril ste­vi­ger op haar neus, keek in het ach­ter­ruit­kijk­spie­gel­tje en stoof met vol­le vaart de snel­weg op.

Enke­le kilo­me­ters ver­der par­keer­de ze opnieuw op de vlucht­strook. Het boven­ste blaad­je van het noti­tie­blok­je scheur­de ze af om er daar­na een prop­je van te maken. Lachend keek ze de lif­ter aan die plaats­nam op de passagiersstoel.