20111031

50 jaar

Ze haal­den wel vaker rare frat­sen uit, dus toen ik afge­lo­pen vrij­dag­avond zag dat ze de buur­vrouw op de car­port had­den gehe­sen keek ik daar niet vreemd van op. In het fel­le licht van een schijn­wer­per stond ze iet­wat voor­over­ge­bo­gen te hij­gen en te puf­fen als­of ze in flin­ke adem­nood was. Mis­schien had ze wel hoog­te­vrees. Bezorgd riep ik haar toe of ze hulp nodig had, maar ik kreeg geen ant­woord terug. In de straat was ver­der nie­mand te beken­nen. Het viel me op dat de buur­vrouw sinds tij­den weer eens een fat­soen­lijk kle­ding­stuk aan had. Een blau­we jurk waar­in haar anders zo vor­me­lo­ze bor­sten bij elke zucht en steun par­man­ti­ger naar voren priem­den. Ook had ze een keu­ken­schort omge­knoopt. Licht­blauw met bloe­me­tjes­mo­tief. Een merk­waar­di­ge kle­der­dracht voor op een car­port, zo bedacht ik me.

Nadat ik mijn lap­top­tas uit de kof­fer­bak van de auto had gepakt keek ik nog eens naar haar op. Het amech­tig gehijg was wat afge­no­men. En haar hou­ding straal­de zowaar vast­be­ra­den­heid uit. Zo had ik haar nog nooit gezien. “U ziet er van­daag goed uit,” gaf ik haar een wel­ge­meend com­pli­ment. “Dank je!” kraak­te haar ver­sle­ten stem. Dat ver­won­der­de mij want ik had haar mond niet zien bewe­gen. “En dat nog wel op mijn vijf­tig­ste ver­jaar­dag! Een mooi­er com­pli­ment kan ik mij niet wen­sen, buur­man.” Uit het duis­ter onder aan de car­port kwam plot­se­ling een soort van nacht­we­zen tevoor­schijn. Uit­pui­len­de ogen staar­den mij aan van­uit een wit­bleek gezicht. Een dik­ke vad­si­ge tong schoot naar bui­ten en lik­te onbe­heerst aan paf­fe­ri­ge lip­pen. Voor ik mijn han­den tegen mijn oren kon hou­den klonk een schel­le lach op uit de don­ke­re kroch­ten van haar uit­ge­zak­te lijf. Het was de ech­te buurvrouw.

Samen keken we omhoog naar de gigan­ti­sche opblaas­pop op het dak. In vol ornaat keek ze uit over ons woon­erf. “Wat een lelijk ding is ’t toch, niet­waar buur­man? Maar ja, de jon­gens wil­den zo graag iets ori­gi­neels doen.” De buur­vrouw rol­de met vaar­di­ge hand een shag­je voor­dat ze zich weer omdraai­de en in het bin­nen­ste van de car­port verdween.