Zaterdag, 24 december 2011

Ken je beperkingen

Van­och­tend stond ik voor dag en dauw in het win­kel­cen­trum. Niet voor de kerst­bood­schap­pen, want die waren alle­maal al in huis, maar voor de kan­toor­boek­han­del. Ik had name­lijk een doos­je of vier met zo’n 70 post­pak­ket­jes te ver­stu­ren. Gis­ter had ik er al net­jes 70 eti­ket­jes voor geschre­ven, van­daag moesten ze op de post.

Helaas was het kan­toor­boek­han­del­per­so­neel iets ver­laat. Toen de dauw opge­trok­ken was en de dag zo goed als voor­bij kon­den we dan ein­de­lijk naar bin­nen. Als­nog in de rij in de kerst­druk­te. Een­maal aan de beurt de vol­gen­de tegen­val­ler. Het fran­keer­ap­pa­raat was kapot. Wat ik me nog kon her­in­ne­ren van vorig jaar. Ook van het jaar daar voor. Maar dat ter­zij­de. Er moest dus hand­ma­tig geplakt wor­den. Pre­cies vijf post­ze­gels van 1 op elk pakket.

Van­we­ge de druk­te werd er gevraagd of ik daar alvast zelf mee kon begin­nen, zodat zij de ove­ri­ge klan­ten kon­den hel­pen. Ik kreeg een rol­le­tje post­ze­gels in de hand gedrukt en er werd een plek­je voor me vrij gemaakt aan het eind van de toon­bank. Wat nog ont­brak was een kop­je kof­fie en stuk­je kerststol.

Na een tijd­je had ik de slag te pak­ken. Het schoot goed op. In een klei­ne tien minu­ten had ik toch al tien pak­ket­jes weg­ge­werkt. Er begon weer een beet­je hoop te glo­ren dat ik de kerst­avond thuis zou kun­nen doorbrengen.

Toen ik even een kor­te pau­ze nam om het zweet van mijn voor­hoofd weg te vegen en een slok nam van de denk­beel­di­ge kof­fie zag ik naast mij een schuch­ter meis­je staan. Zij hoor­de bij het per­so­neel. Van een afstand keek ze naar het ove­ri­ge per­so­neel dat druk doen­de was de lan­ge stroom klant kun­dig te hel­pen. Maar niet zij. Met haar han­den op de rug (in gedach­ten zag ik ze ver­stren­geld op die zo typi­sche manier wel­ke alleen voor de heel timi­de bak­vis­jes is weg­ge­legd) deed ze heel erg haar best er niet te zijn.

Ik trok de stou­te schoe­nen aan en vroeg haar of ze gene­gen was een hand­je te hel­pen met het plak­ken van de zegels. Helaas, zei ze na enig naden­ken. Het was haar eer­ste dag, en ze moest nog inge­werkt wor­den. Ze zucht­te er een beet­je bij.
Ik drong niet ver­der aan.

~ ~ ~

In de pak­ket­jes die ik deze och­tend vroeg ging ver­zen­den zat een bun­del­tje blogs. Geen blogs van mijn hand, maar van mijn Inge (@ilunenburg). Zij blogt name­lijk ook. Puur zake­lijk wel­te­ver­staan, in tegen­stel­ling tot mijn hob­by­blog­ge­beu­ren. Sinds ze twee jaar gele­den gestart is met haar eigen bedrijf Inge­borg Lunen­burg Oplei­ding + Advies, ver­zorgt ze ook elk week­end een web­blog met de laat­ste stand van zaken betref­fen­de o.a. de bij­stand, Wmo en AWBZ. In die blogs geeft zij haar des­kun­di­ge com­men­taar n.a.v. nieu­we wets­voor­stel­len, rech­ter­lij­ke uit­spra­ken of nieuws­waar­di­ge feiten. 

Ik ben natuur­lijk sterk bevoor­oor­deeld, maar ik heb het idee dat deze blogs lang­zaam­aan een begrip in NL aan het wor­den zijn.
Nu, aan het ein­de van haar twee­de jaar als zelf­stan­dig onder­neem­ster heeft zij, net als vorig jaar, alle blogs gebun­deld en ver­stuurt ze die als geschenk naar haar rela­ties. Van­och­tend de eer­ste set, vol­gen­de week de twee­de. Hope­lijk doet het fran­keer­ap­pa­raat het dan weer.