Fijne feestdagen

Een bel gaat. Ik kijk op van mijn lap­top. De huis­ka­mer­te­le­foon staat zwij­gend in zijn hou­der. Geen licht­jes die knip­pe­ren. Op een tafel­tje naast de stoel ligt mijn mobiel­tje. Het dis­play zwart weer­spie­ge­lend als een onpeil­baar die­pe bos­beek. Elk moment kan het strak­ke opper­vlak door­bro­ken wor­den door een plot­se­lin­ge opwel­ling tot com­mu­ni­ca­tie. Maar niet nu. Niet onlangs. Mijn blik gaat rich­ting keu­ken. Heeft de mag­ne­tron gemeld dat er een maal­tijd gereed is voor con­sump­tie? Maar heb ik niet pas nog gege­ten? Een ver­de­re rond­gang leert dat tv zowel radio uit­staan. Daar kan het geluid ook niet van­daan zijn geko­men. Net wan­neer ik mijn inter­net­ac­ti­vi­tei­ten wil her­vat­ten weer­klinkt dezelf­de bel­toon. Er staat iemand bij de voor­deur, besef ik nu direct.

Met tegen­zin sta ik moei­zaam op. Wat me niet in dank wordt afge­no­men door de poes die op mijn schoot lag te sla­pen. Geër­gerd loopt ze voor me uit rich­ting de hal. Als het aan haar ligt blijft de voor­deur geslo­ten. Wan­neer ik het gor­dijn opzij schuif zie ik bui­ten een jon­ge­man van rond de zes­tien jaar staan. Ik open de deur. “De bezor­ger van de wijk­krant wenst u fij­ne feest­da­gen,” zegt hij, waar­bij hij mij een klein kaartje over­han­digt. In het spaar­za­me licht van de bui­ten­lamp lees ik wat er op het kaartje staat. ‘De bezor­ger van de wijk­krant wenst u fij­ne feest­da­gen en een voor­spoe­dig 2012’. “En natuur­lijk ook nog een gezond en voor­spoe­dig 2012 gewenst, mijn­heer” voegt de bezor­ger van de wijk­krant mij toe tij­dens het lezen. Ik knik en ver­tel hem dat ik wat pas­sends zal pak­ken maar dat ik wel de deur moet slui­ten omdat anders de kat naar bui­ten ontsnapt.

Bin­nen rom­mel ik net zolang in de keu­ken­la tot­dat ik het gevon­den heb. Deze keer neem ik iets meer dan gis­ter. De poes is onge­dul­dig op het aan­recht gespron­gen en loopt spin­nend tus­sen de opge­sta­pel­de bor­den. Ik aai haar vluch­tig over de iets te dik­ke rug voor­dat ik me weer rich­ting voor­deur begeef. Zou hij er nog staan? Bui­ten ziet het er ver­la­ten uit. Dan licht het dis­play van zijn mobiel­tje op. Hij staat een stuk­je ver­der op het tuin­pad te sms-en. Opnieuw open ik de deur. Bij­na onmid­del­lijk staakt hij zijn han­de­lin­gen, stopt het mobiel­tje in zijn jas­zak en komt op me afge­lo­pen. Een ver­veel­de glim­lach op zijn gezicht. Ik over­han­dig hem één van de stic­kers die ik in mijn lin­ker­hand heb, wens hem ook fij­ne feest­da­gen en een goed 2012. Als laat­ste voeg ik nog toe hem ver­der nooit meer te wil­len zien, net zoals ik hem nooit eer­der heb gezien en sluit de deur. De ove­ri­ge ‘Nee’-stickers leg ik op het tafel­tje in de hal. In de woon­ka­mer ligt de poes in mijn stoel te slapen.


Reacties

  1. @VrouwkevanS

    Zo irri al die recla­me­be­zor­gers elke avond aan de deur. RT @petepel: Fij­ne feest­da­gen: http://t.co/rEs7XfEg #blog­post

  2. Robert Keizer

    Wat een har­te­loos­heid in deze zeker voor huis-aan-huis-bla­den­be­zor­gers bar­re en onze­ke­re tij­den, waar­in deze noes­te wer­kers niet alleen moe­ten zwoe­gen en jak­ke­ren voor een enke­le grijp­stui­ver, maar ook, voor­al en onont­koom­baar aan­hik­ken tegen een werk­zaam bestaan van nog zeker een zes­tal decen­nia, waar­in mate­ri­ë­le voor­spoed op geen enke­le wij­ze voor de hand zal lig­gen, gezien de recen­te en struc­tu­re­le zorg­wek­ken­de ont­wik­ke­lin­gen op het mon­di­aal-macro-eco­no­misch vlak, waar­bij ook niet ver­ge­ten mag wor­den dat de huis-aan-huis-peri­o­die­ken onder zwa­re druk staan wegens het almaar toe­ne­men­de tablet-con­su­men­tis­me dat her en der in menig vinex-wijk de grim­mi­ge kop opsteekt, al zal men op zeker en wis en waar­ach­tig inspe­len op een en ander door het ont­wik­ke­len, crowds­our­cen en in de markt zet­ten van een huis-aan-huis-bla­den­be­zor­gers-feest­da­gen­gra­ti­fi­ca­tie-app, waar­door het ruw ver­sto­ren van een op schoot sla­pen­de kat niet meer nodig zal blij­ken en men via geïn­te­greerd elec­tro­nisch mobiel ban­kie­ren een pas­send doch beschei­den bedrag aan de weer en wind trot­se­ren­de jon­ge­re zal kun­nen doen toe­ko­men, waar­door een stuk­je gena­de­lo­ze har­te­loos­heid als­nog en als­dan door de ver­wor­ven­he­den van moder­ne tech­nie­ken deze wereld zal verlaten.

    1. Peter

      Hé! Heb je die NEE-stic­ker niet gezien!

  3. @robertkeizer

    Hoe niet ieder­een een feest­da­gen­gra­ti­fi­ca­tie ont­vangt… => Fij­ne feest­da­gen http://t.co/soC6xUhn door @petepel

  4. Monique

    Gnif­fel. Amen to that!

  5. Steven Gort

    Op Schier­mon­nik­oog zoch­ten ze pas nog iemand, om te wonen. Was dat niet iets voor jou geweest Peter?

    Ik deed vroe­ger altijd 2 exem­pla­ren van dezelf­de set fol­ders in de brie­ven­bus met NEE stic­kers. Lek­ker puh.

    1. Peter

      Tis fic­tie, Ste­ven. Pure fictie…

  6. Sonja Broekhuizen

    Je had er ook voor kun­nen kie­zen ze niks te geven …

    1. Peter

      Ikzelf geef altijd gul. Maar deze man blijk­baar niet…

  7. Dina-Anna

    Fic­tie hé… Mooi verhaal!

    1. Peter

      Fic­ti­on it is 😉

  8. Marjolein

    moet net zo hard glim­la­chen om de com­ments als om je (natuur­lijk fic­tief) verhaal.…

    1. Peter

      Het is natuur­lijk fic­tief. Behal­ve het waar­ge­beur­de gedeelte.

  9. linda kwakernaat

    haha­ha,
    ach ja, en als het geen fic­tie was geweest?
    was het dan erg geweest?
    je geeft de fysio, de huis­arts of de post­bo­de toch ook geen fooi?

    1. Peter

      Mis­schien dat die weer iets ruim­har­ti­ger beloond wor­den dan een ‘sim­pe­le’ krantenbezorger?

  10. Elja

    Haha­ha­ha. Zit alweer kei­hard te glim­la­chen op de bank hier. Fic­tie dus. Behal­ve het waar­ge­beur­de gedeel­te (de poes die geër­gerd voor je uit liep?? Dat is vol­gens mij gewoon waar).
    PS Het is gelukt me op je feed te abon­ne­ren door http://www.petepel.nl/blogs in mijn goog­le rea­der te plak­ken. Als ik op de knop druk krijg ik nog steeds een wir­war van let­ters. Maar nu dus geluk­kig niet meer ver­sto­ken van je blogs.

  11. twitter_anneeke

    Ik begrijp dat je alweer begint te wen­nen aan het blog­gen. Ik moest er erg om lachen. Zeer her­ken­baar, blijkt ook uit de reacties.

    1. Peter

      Dit was er nog een­tje van vorig jaar 😉