Categorie: Persoonlijk
Lief Dagboek,
Wat ik nu toch heb meegemaakt! Ik heb het thuis nog niet durven vertellen. En ik weet ook niet of ik dat wel moet doen. Misschien heb ik het wel verkeerd. Is het allemaal heel onschuldig. Maar laat ik bij het begin beginnen.
Deze avond nadat ik de avondkranten had rondgebracht ging ik nog langs wat huizen om fijne feestdagen te wensen. Natuurlijk in de hoop zo een aardig zakcentje op te halen. Ook bij het laatste adres was het weer raak. De deur moest even dicht want anders zou de poes weglopen, zei de man die had opengedaan. En stond ik weer in de bittere kou te wachten.
Deze keer duurde het wel erg lang en ik vroeg me af of hij nog terug zou komen om de deur open te doen. Als hij het maar niet in z’n hoofd zou halen om te zeggen dat er geen geld in huis was! Dat was me vanavond al iets te vaak overkomen. Wat is dat toch tegenwoordig? Het is niet de eerste keer dat ik in deze periode langs de deur ga. Hoe moeilijk kan het zijn om wat geld opzij te leggen? Ik maak me d’r weer kwaad om.
Hij bleef wel heel lang in huis. En ik stond er te vergaan van de kou. Had ik misschien op zijn aanbod moeten ingaan om binnen even te wachten? Want dat had hij voorgesteld. Ik had geaarzeld en bijna ingestemd. Tenslotte wisten mijn ouders welke route ik vanavond volgde. Die zouden zo achterhaald hebben wat het laatste adres was geweest waar ik had aangebeld, mocht ik te lang wegblijven. Maar hij keek me zo vreemd aan. Ik durfde het gewoon niet. Bang voor wat hij zou kunnen doen. Die blik in zijn ogen deed me huiveren.
Voor de vorm had ik mijn mobieltje uit mijn jaszak genomen en deed alsof ik stond te sms-en. Je weet maar nooit. Ze zeggen dat je maar beter voorzorgsmaatregelen kunt nemen. En dan met al die misdaadseries op tv waar mijn moeder de hele avond naar zit te kijken. Nou, daar krijg je ook geen vrolijk beeld van de mensheid bij. Wie weet wat er achter die voordeur allemaal schuilging.
Terwijl het me zo’n gewone man lijkt. De paar keer dat ik hem thuis heb getroffen wanneer ik de krant bezorg. Ik zag hem dan wel eens de krant uit de brievenbus nemen en mij nastaren door het bovenste gedeelte van het glas in de voordeur. Het gedeelte waar geen plakpastic op zit.
Door dat dezelfde bovenste gedeelte zag ik hem aankomen. Ik stopte het mobieltje weer in mijn zak toen hij de deur opende. Hij mompelde iets van fijne feestdagen ofzo en stak zijn hand uit. Het was een biljet wat hij me gaf. In het spaarzame licht van de buitenlamp kon ik niet meteen zien welk bedrag het was. Maar een biljet is altijd goed dus ik schonk hem een brede glimlach. Bij het tuinhekje aangekomen hoorde ik nog hoe hij de voordeur sloot.
Onder het licht van de straatlantaarn zag ik dat het een biljet van 10 euro was. Wow! Zou hij zich vergist hebben? Vette pech voor hem dan, want ik kon dat goed gebruiken. Zo waren mijn gedachten. Maar eenmaal op mijn fiets kreeg ik toch spijt. Tenslotte moest ik hier elke dag weer terug. Dan is het misschien toch maar beter eventjes terug te gaan. In het slechtste geval had hij 5 euro willen geven. En dat is nog steeds een mooi bedrag. Ik keerde om.
De gordijnen aan de binnenkant van de voordeur waren inmiddels dichtgeschoven. Zou ik aanbellen of hem toch maar niet meer storen? Ik kon altijd morgen nog vragen of het bedrag echt de bedoeling was.
Toen hoorde ik zijn gedempte stem. Van erg dichtbij. Ik deed van schrik een stap achteruit. Waarom? Een voorgevoel?
Ik zag dat de luxaflex bij de keukenraam nog niet helemaal dicht was. Voorzichtig om niet gezien te worden besloot ik om een blik naar binnen te werpen. Bijna meteen zag ik hem voorbij lopen richting het aanrecht. Hij leek kwaad en smeet zijn portemonnee op de keukentafel. Onbewust bukte ik om te voorkomen dat hij mij zou betrappen. Ik hield mijn adem in, telde tot tien en keek opnieuw naar binnen. Toen ik zag dat hij een groot vleesmes uit het messenblok had gehaald en daarmee richting hal liep maakte ik me halsoverkop uit de voeten.
~ ~ ~
Omdat ik op de een of andere manier toegang heb gekregen tot de cloud van mijn favoriete krantenbezorgster (vraag me niet hoe dat kan, het ging ineens, heel vreemd) lees ik af en toe wel eens in haar digitale dagboek. Zoek daar niets achter, het is puur uit belangstelling en ik doe verder niets met wat ik daar lees. Tenminste, dat was zo totdat ik vanochtend het hierboven geplaatste fragment las. Ik ben volledig van de kaart. Inmiddels weet ik zelf niet meer wat er zich eergisteren heeft afgespeeld. Ik dacht er gister uit te zijn, maar blijkbaar liggen de zaken toch gecompliceerder. Geef me nog wat tijd om alles op een rijtje te zetten.