Zaterdag, 28 januari 2012

Rein gewe­ten

“This is an emer­g­en­cy, we will short­ly be making an emer­g­en­cy lan­ding on water.”

Een har­de por in mijn zij doet me ont­wa­ken. Wezen­loos staar ik de man naast me aan. Hij schreeuwt iets, maar ik kan hem niet ver­staan. Rond­om me heen is er vol­op paniek uit­ge­bro­ken. Ter­gend lang­zaam ver­dwijnt de slaap­roes uit mijn lijf. Ik zit in een vlieg­tuig. Zoveel is me nu wel dui­de­lijk gewor­den. En we stor­ten neer. Dat maak ik op uit het bericht dat via de luid­spre­kers weerklinkt.

Gela­ten laat ik dit alles op me inwer­ken. Het heeft in mijn ogen wel iets sym­bo­lisch. Nog maar enke­le uren eer­der was mijn wereld toch al inge­stort. Dus dit kan er nog wel bij.

De week was gek genoeg voor­tref­fe­lijk begon­nen. Met­een al de eer­ste dag had­den we het con­tract bin­nen voor een nieu­we opdracht bij onze groot­ste klant. We wis­ten dat we een goe­de kans maak­ten. Maar dat het zo vlot­jes zou ver­lo­pen had nie­mand dur­ven hopen. De rest van de dagen waren we vol­op bezig om de ver­de­re details in orde te maken en een com­pleet pro­ject­plan voor de komen­de maan­den uit te wer­ken. We maak­ten lan­ge dagen. Op de vrij­dag­avond slo­ten we de week af met een fees­te­lij­ke bor­rel in de hotel­bar. ’s Och­tends zou­den de mees­ten van mijn collega’s het vlieg­tuig naar huis pakken.

Zelf bleef ik tot de zon­dag­avond. Ieder­een dacht dat het voor mijn gebrui­ke­lij­ke tocht­je in de ber­gen was. Zo was het wel ooit begon­nen. En zo had ik haar ook ont­moet. Tij­dens een ‘hike’ in de Roc­ky Moun­tains. Het klik­te met­een. We raak­ten aan de praat en nog die­zelf­de nacht deel­de ik mijn tent met haar. Voort­aan was het een vas­te rou­ti­ne om haar te bezoe­ken elke keer wan­neer ik voor zaken naar de VS ging.

Dit week­end was spe­ci­aal. We vier­den dat onze rela­tie twee jaar gele­den begon­nen was.

Op de zater­dag­och­tend kocht ik een exclu­sief cadeau voor haar. De bin­nen­land­se vlucht bracht me in min­der dan twee uur­tjes op de plaats van bestem­ming. In de aan­komst­hal zag ik haar al staan zwaai­en. Ze straal­de. Waar kwam toen die onrust van­daan die ik met­een voel­de in het diep­st van mijn maag? Op weg naar haar huis ratel­de ze aan één stuk door. Ik kon er geen woord tus­sen krij­gen. Ver­moeid na een week hard wer­ken lag ik onder­uit op de passagiersstoel.

Het kwam toch nog als een ver­ras­sing. Ik had het moe­ten zien aan­ko­men. Mis­schien was het de ver­moeid­heid. Door de ver­moeid­heid rea­geer­de ik ook veel te bot. Veel te hard. Een­maal gezegd kon ik het niet meer terug­draai­en. Nog dezelf­de zater­dag ver­liet ik haar huis. Met de taxi. Haar ach­ter­la­tend met nieuw ont­kie­mend leven in haar licht bol­len­de buik. Mijn leven. Glas­hard door mij afgewezen.

Ik voel­de me ellen­dig. Terug in het hotel dronk ik net zolang uit de mini­bar tot­dat ik in een alles­ver­ge­ten­de slaap viel. Tegen het och­tend­glo­ren werd ik wak­ker in mijn eigen kots. De hele tijd tij­dens het oprui­men van de troep ver­meed ik het mij­zelf te zien in de vele spie­gels op mijn hotel­ka­mer. Berouw­vol liet ik ’s mid­dags de nog steeds stin­ken­de kamer ach­ter op weg naar het vlieg­veld. Het was een vlucht en het voel­de als een vlucht.

Nu stor­ten we neer. Is het mijn straf? Moet ik boeten?

Tegen alle regels in haal ik mijn mobiel­tje uit mijn bin­nen­zak. De cha­os om me heen is com­pleet. Nadat ik mijn toe­gangs­co­de heb inge­tikt zie ik dat er ver­bin­ding is. We zijn blijk­baar al een heel stuk naar bene­den gegaan. Hoe­veel tijd heb ik nog? Wie ga ik bel­len? Wie ga ik het eerst bel­len? Kan ik de con­fron­ta­tie wel aan?

Ik besluit niet te bel­len. In plaats daar­van tik ik een sms. Een biecht. Voor een rein gewe­ten. Snel kies ik de woor­den en druk op Send. Nu is ze op de hoog­te. Ver­ge­ving ver­wacht ik niet. Wat dan wel is me ook niet dui­de­lijk. Het maakt ook alle­maal niet meer uit. Mijn laat­ste uur heeft geslagen.

Hui­lend laat ik het mobiel­tje uit mijn hand val­len en krimp ineen tot een foe­tus­hou­ding. Opnieuw krijg ik een por in mijn zij. Mijn buur­man. Hij wijst op de scher­men. Een ste­war­des komt voorbijgelopen.

Loos alarm.

Fuc­king loos alarm!

Voor de zoveel­ste keer stort mijn wereld in. Ieder­een is vei­lig, maar mijn vlieg­tuig duikt als­nog de diep­te in. Het nood­lot tege­moet. Panisch zoek ik naar mijn mobiel­tje. Ik moet die sms zien te ach­ter­ha­len. Pro­be­ren te deleten.

Voor­dat mijn vrouw ‘m te lezen krijgt.

~ ~ ~

Op 18 janu­a­ri j.l. klonk bij een vlucht van Bri­tish Air­ways het hier­bo­ven ver­mel­de bericht. Na 30 secon­den bleek dat het een ver­gis­sing was. Een ver­keer­de tape was opge­start. Toen ik van dit voor­val hoor­de moest ik met­een den­ken aan wat je zou doen in die laat­ste minuten. 

Ik denk dat het ver­haal wat ik uit­ein­de­lijk uit­ge­werkt heb voor­al geïn­spi­reerd is door een boek van Michael Tol­kin wat ik jaren gele­den eens heb gele­zen. De titel is Among the dead, en gaat over een man die een trip­je naar Mexi­co voor zijn hele gezin heeft geor­ga­ni­seerd. Tij­dens dat ver­blijf wil hij aan zijn vrouw opbiech­ten dat hij een affai­re heeft gehad, maar dat hij die heeft beëin­digd en met haar ver­der wil. Door omstan­dig­he­den mist hij ech­ter het vlieg­tuig. Hij belt zijn vrouw die al op het vlieg­veld is om te zeg­gen dat zij kun­nen ver­trek­ken zon­der hem, en dat hij een vlucht later pakt. Zij ver­telt hem dat ze een brief in zijn kof­fer heeft gevon­den waar­in hij alles opbiecht. Ze besluit ech­ter toch te gaan. Wan­neer de man op het vlieg­veld aan­komt wordt hem al snel dui­de­lijk dat het vlieg­tuig bij het opstij­gen is neer­ge­stort. Alle inzit­ten­den zijn om het leven gekomen. 

16 reacties

Rianne 28 januari 2012 Reageer

Mooi geschre­ven. Inte­res­sant om eens over na te denken..

Peter 29 januari 2012 Reageer

Ik ben benieuwd of je er ook een blogje over weet te schrijven.

Ellen 28 januari 2012 Reageer

boom…you’re (not) dead 🙂

Peter 29 januari 2012 Reageer

Maar hij was nu lie­ver dood geweest dan dat hij zijn vrouw onder de ogen durft te komen 😉

Naomi 28 januari 2012 Reageer

Wauw. Wat heb je hier een inte­res­sant ver­haal van gemaakt. Kort, maar krach­tig en pret­tig lees­baar. Heel tof!

Peter 29 januari 2012 Reageer

Dank je voor het mooie com­pli­ment. Daar doen we het voor 🙂

Dina-Anna 29 januari 2012 Reageer

Tja… dat is om even bij stil te staan. Mooi ver­haal maak­te je ervan, graag gele­zen en nog een fij­ne zondag 🙂

Peter 29 januari 2012 Reageer

Graag gedaan.

Karin Winters 29 januari 2012 Reageer

Man, het duur­de tot het onder­schrift eer ik erach­ter kwam dat ik fic­tie zat te lezen. Mooi!

Peter 29 januari 2012 Reageer

Haha, sor­ry voor het laten schrik­ken. Een vol­gen­de keer moet je voor­af boven­aan rechts kij­ken. Daar staat de cate­go­rie al aangegeven 😉

Jolka 31 januari 2012 Reageer

.. terug­spoel­knop kwijt..?

Peter 4 februari 2012 Reageer

Yep. Een­maal ver­zon­den, altijd verzonden…

Robert Keizer 31 januari 2012 Reageer

Spijt is altijd ach­ter­af. En dat is te laat. Hoe vroeg die spijt ook komt.

Peter 4 februari 2012 Reageer

Klopt hele­maal. Wat gedaan is gedaan. Face it. Daar­na geen hui­lie hui­lie doen.

Monique 31 januari 2012 Reageer

Hmmm. Wat zou je doen inder­daad, goe­de vraag.

Peter 4 februari 2012 Reageer

En? Al een idee voor een nieuw blog?

Geef een antwoord