20120225 — zaterdag

Ome Cor — Open­ba­ring 18

Als altijd keek Wil­fred eerst naar het tafel­kleed. Een dik hoog­po­lig exem­plaar dat zwaar afhing over de ran­den van de tafel. Het was bezaaid met enke­le ste­vi­ge asbak­ken, veel klei­ne bor­rel­glaas­jes en nog meer fles­sen drank. Om tui­me­len op de niet sta­bie­le onder­grond te voor­ko­men ston­den de ran­ke bor­rel­tjes net­jes gepar­keerd op onder­zet­ters. Ver­der waren er diver­se scha­len met chips en pin­da’s. En natuur­lijk de ver­plich­te plank met toast­jes, kaas en lever­worst. Een goed gevul­de tafel voor een door­de­weeks feestje.

Meer­de­re per­so­nen had­den plaats­ge­no­men, maar de aan­dacht ging uit naar de man en de vrouw die voor aan de tafel waren geze­ten. Bei­den had­den het glas gehe­ven en blik­ten breed lachend recht in de came­ra. Door het licht van de flit­ser ble­ven de ove­ri­ge gas­ten op de ach­ter­grond in sche­mer gehuld, ter­wijl het stel op de voor­grond scherp afge­te­kend stond in hun geza­men­lij­ke proost op de ver­jaar­dag van Wil­fred. Hij werd die dag zes jaar, maar was op deze foto niet te zien. Zo laat op de avond behoor­de hij al hoog en breed in bed te lig­gen. Dit was het feest voor de gro­te men­sen. Maar hij was er wel. Zoals zo vaak had hij zijn slaap­ka­mer ver­la­ten om zich onder de tafel te ver­stop­pen. Een onschul­dig spel­le­tje. Zijn klei­ne geheimpje.

Opnieuw keek hij naar de foto in zijn hand. Het tafel­kleed hing tot ergens over het mid­den van de tafel­po­ten. Daar­on­der was het een groot zwart vlak. Het was hem nooit dui­de­lijk gewor­den of dit alleen door de belich­ting kwam. Feit bleef dat men hem niet had ont­dekt. Toen de foto geno­men werd en ieder­een in de rich­ting van de foto­graaf keek, had hij van de gele­gen­heid gebruik gemaakt om zich schie­lijk van­on­der zijn schuil­plaats terug te trek­ken. Staan­de in zijn pyja­ma zag hij zijn groot­moe­der die in een luie stoel lag te dom­me­len. Hij was bij haar op schoot geklom­men als­of hij door het feest­ge­druis wak­ker was gewor­den. Voor­dat Wil­fred zelf in slaap viel, zag hij hoe Ome Cor weer naast zijn moe­der plaats­nam. Zijn moe­der ging iet­wat ver­zit­ten en gaf hem een kus op de wang.

Nu was zijn moe­der dood. Van­daag was haar cre­ma­tie. Men had hem gevraagd een klei­ne toe­spraak te hou­den. De hele nacht had hij er aan gewerkt. Alleen met zijn her­in­ne­rin­gen. Bij zijn vader had hij dit niet gedaan. Daar­voor vond men hem toen nog te jong. Ook bij het heen­gaan van Ome Cor had hij niet gespro­ken. Die was in alle een­zaam­heid begra­ven. Uit­ge­kotst door de familie.

Tij­dens het ziek­bed was hij nog wel een keer­tje op bezoek geweest. Al jaren had Wil­fred hem niet meer gezien. Na de ruzie later op de avond van zijn zes­de ver­jaar­dag waren alle con­tac­ten ver­bro­ken. Alleen het foto­toe­stel was ach­ter­ge­ble­ven. Zijn moe­der had pas veel later de foto’s laten ont­wik­ke­len en de mooi­ste in zijn foto­al­bum geplakt. Sinds­dien had hij vele uren door­ge­bracht, sta­rend naar die ene foto waar­op zijn vader en moe­der voor de bui­ten­we­reld uiterst geluk­kig met elkaar het glas hef­fen. Ter­wijl hun eni­ge zoon, com­pleet ver­bor­gen voor die­zelf­de bui­ten­we­reld, onder de tafel zat bij te komen van wat zich enke­le minu­ten eer­der aan hem geo­pen­baard had. Zijn gro­te geheim.

Niet veel later zou Ome Cor, over­moe­dig gewor­den van­we­ge over­ma­tig drank­ge­bruik, zijn hand onder de rok­ken van Wil­freds moe­der stop­pen. In de keu­ken en voor ieder­een, inclu­sief zijn vader, goed te zien van­uit de woonkamer.

Zijn ouders waren ondanks de hoog­op­lo­pen­de ruzies die zich nadien regel­ma­tig voor­de­den bij elkaar geble­ven. Over en weer wer­den ver­schrik­ke­lij­ke ver­wij­ten gemaakt, waar­bij Ome Cor regel­ma­tig genoemd werd. En waar­bij zijn moe­der bleef roe­pen dat er ver­der niets voor­ge­val­len was. Maar Wil­fred had allang niet meer de nei­ging om stie­kem naar bene­den te slui­pen om onder de tafel mee te luis­te­ren. Met kus­sens en dekens over zijn hoofd getrok­ken pro­beer­de hij zich af te slui­ten van dat waar zijn ouders mee bezig waren. Hij wist dat zijn vader net als hij­zelf ten prooi was geval­len aan die kna­gen­de onze­ker­heid. Hoe­lang had­den Ome Cor en zijn moe­der al iets met elkaar?

Gaan­de­weg ont­trok zijn vader zich steeds meer aan de soci­a­le ver­plich­tin­gen. Het leek of hij onzicht­baar werd. Na enke­le jaren luk­te het hem zich defi­ni­tief terug te trek­ken. Wil­fred bleef alleen ach­ter met zijn moe­der. Ome Cor was er nog wel bij de begra­fe­nis. Van een afstand. Zo luid­ruch­tig als hij aan­we­zig was geweest op de zes­de ver­jaar­dag van Wil­fred, zo stil­le­tjes hield hij zich nu op de ach­ter­grond. Na de kerk­dienst was hij ver­dwe­nen. Nie­mand die naar hem vroeg.

Het had aldus een tijd geduurd voor­dat Wil­fred zijn oom her­ken­de na die lan­ge peri­o­de. Doch niet alleen de ver­stre­ken tijd had her­ken­ning bemoei­lijkt. Ome Cor was flink aan­ge­tast door de slo­pen­de ziek­te die eerst bin­nen ver­woes­tend werk had ver­richt, maar sinds kort de acti­vi­tei­ten ook naar de bui­ten­kant had ver­plaatst. “Dag jon­gen,” meen­de Wil­fred te ver­staan toen de ten dode opge­schre­ven pati­ënt ein­de­lijk de ogen open­sloeg en zag dat hij een bezoe­ker had. Ome Cor had schijn­baar geen moei­te om hem te her­ken­nen. Zelfs niet in zijn con­di­tie. Een uit­ge­mer­gel­de hand kwam een frac­tie los van de lakens. Wil­fred was te ver­bou­we­reerd om de hand met­een aan te nemen. Al snel zak­te Ome Cor weer weg in een staat van onrus­ti­ge ver­do­ving. Die­zelf­de week kwam hij te overlijden.

En van­daag was het tijd om afscheid van zijn moe­der te nemen. Al die tijd was Wil­fred bij haar blij­ven wonen. Hij had wel eens een vrien­din­ne­tje gehad. Maar het leek hem aan ver­trou­wen te ont­bre­ken om een lang­du­ri­ge rela­tie op te bou­wen. De dagen dat hij zijn gelief­de niet zag, waren een mar­te­ling voor hem. Over­dag kon hij zich niet con­cen­tre­ren. Hij kon dan alleen maar den­ken aan wat zij aan het doen was. ’s Nachts lag hij wak­ker en pro­beer­de zich voor te stel­len waar en met wie ze ergens uithing. Zagen ze elkaar na zo’n peri­o­de weer, dan was de ach­ter­docht van zijn gezicht af te lezen. Het duur­de daar­om nooit lang, voor­dat de gelief­de niet meer kwam opda­gen. Wat voor hem vol­doen­de bewijs was.

Eén­maal had hij het zijn moe­der op de man af gevraagd. Of ze iets met Ome Cor had gehad? Ze had hem mee­wa­rig aan­ge­ke­ken en geen ant­woord gege­ven. In plaats daar­van had ze hem dicht tegen zich aan­ge­trok­ken en op het hoofd gekust. Heel even waan­de hij zich vei­lig tus­sen de zach­te bor­sten van zijn moe­der. Maar al snel zag hij in het don­ker de vin­gers van Ome Cor opdoe­men. Hij had zich los­ge­rukt en was weggelopen.

Hij voel­de hoe een hand op zijn schou­der werd gelegd. Het was tijd voor de toe­spraak. Reso­luut ver­scheur­de hij de foto. De snip­pers wierp hij in de kist van zijn moeder.

De foto was geno­men door Ome Cor. Vlak voor­dat Ome Cor het knop­je van het toe­stel met zijn vin­ger indruk­te, had hij met die­zelf­de hand onder de rok­ken van zijn schoon­zus geze­ten. Ver­bor­gen onder de tafel had Wil­fred goed zicht op de gesprei­de benen van zijn moe­der en hoe haar onder­broek behen­dig opzij werd gescho­ven door de broer van zijn vader. Adem­loos en met een hart zo hard bon­kend in zijn keel dat hij bang was dat de lui­de muziek over­stemd zou wor­den, zag hij hoe dik­ke vin­gers zich een weg baan­den naar het die­pe­re gedeel­te van de moe­der­schoot. In de boven­we­reld hoor­de hij zijn moe­der lachen om een grap.

~ ~ ~

Mijn bij­dra­ge voor de bun­del 30 Open­ba­rin­gen — auteurs ver­tel­len, die nog steeds te bestel­len is voor de prijs van Euro 10,- (excl. ver­zend­kos­ten).
Inte­res­se? Stuur dan een email naar peterpellenaars@me.com

Het was voor mij de twee­de keer dat een kort ver­haal in een bun­del opge­no­men werd. De eer­ste keer was met Run, rab­bit. Run!

Wil je zelf ook de kans lopen om een eigen ver­haal in een bun­del gepu­bli­ceerd te zien, doe dan mee aan Het keer­punt. Een ver­haal inzen­den kan nog tot 30 april 2012.


Reacties

  1. Dina-Anna

    Het is me wat hoor. Mooi verhaal.

  2. Jolka

    .. iets met huis­je en kruisje..