Popmeditatie
De opdracht was simpel. Een lijst van 10 liedjes (inclusief youtube clip) aanleveren met een korte omschrijving per nummer. Bijna onmiddellijk had ik het plan om niet te proberen een top-10 van de mooiste nummers bij elkaar te zoeken. Dat soort taken gaat mij nooit goed af. Nee, ik zou een kleine persoonlijke geschiedenis componeren rondom nederlandstalige nummers die ik met mijn jeugd associeer. Ik zou het eens een keer makkelijk voor mezelf maken.
Maar het is me gelukt. Uiteindelijk ging het me nog redelijk makkelijk af om liedjes te vinden die mij bij de eerste tonen ieder op hun eigen manier meevoeren naar specifieke momenten in mijn leven. De opsomming waarvoor ik heb gekozen is niet altijd op volgorde van wanneer de liedjes bekend werden, maar meer wanneer ze voor mij belangrijk werden. Nogmaals, het gaat me niet om de kwaliteit van de nummers, maar puur om wat ze met me doen wanneer ik ze hoor. Ze staan ergens voor. Het is niet mijn lijstje van mooiste nummers. Wel van liedjes die me dierbaar zijn.
Vanochtend heeft Steven Gort vanaf 08.00 uur de 10 nummers via twitter gedeeld met zijn volgers. Daarna heeft hij de omschrijvingen die ik hem had aangeleverd in zijn blog Popmeditatie No. 17 verwerkt. Ik ga ze hier wederom de revue laten passeren juist omdat ze me zo dierbaar zijn, maar met hier en daar een iets aangepaste tekst want waarom zou ik in herhaling vallen? Dus ga zeker ook bij Steven kijken voor hoe het deze zondagochtend de ‘ether’ in werd geslingerd.
Bij het einde van de lijst ben ik aanbeland in 1995. Er zal ooit een nieuwe popmeditatie nodig zijn om over de jaren daarna te kunnen verhalen.
1. Boudewijn de Groot — Land van Maas en Waal — 1967
Een lied als uit een oertijd. Mijn mythologisch verleden. Ik schreef er al vaker over:
Wanneer ik bij tijd en wijle mezelf omdraai en terugkijk over het pad wat ik tot dusverre heb afgelegd, dan zie ik aan het begin altijd hetzelfde beeld. Mijn moeder, fietsend, en ikzelf in het kinderstoeltje. Daar begint mijn geschiedenis. Althans, datgene wat ik zelf ervan kan herinneren.
Ik associeer het met mijn allervroegste jeugd (ik ben eind 1963 geboren). We fietsen over een zonovergoten dijk op weg naar overal en nergens. Een en al geluk voel ik erbij. Het is de algehele vrolijkheid van het lied vermoed ik. Ooit heb ik het lied voor mijzelf wel eens hernoemd in Land van Moeder en Zoon.
2. Connie Vandenbos — Ik ben gelukkig zonder jou — 1966
Bij dit lied is het de wervelende muziek aan het begin die me onmiddellijk oppakt en meeneemt. Maar niet terug naar het onbezorgde Land van Moeder en Zoon. De dreigende ondertoon die ik er zelf altijd in hoor, plaatst me in een tijdvak erna. Waar ik blijf zitten met een gevoel van naderend onheil. Alsof ik voorvoelde dat er enkele moeilijke jaren aan zaten te komen. Ik denk niet dat het me om de strekking van het lied ging, maar eerder dat ik toch geraakt ben door het refrein in een tijd dat het in mijn beleving niet zo goed ging tussen mijn ouders onderling. Wat ik me herinner is dat ik, alleen op mijn eigen kamertje, het lied meezong met de gedachte dat ik gelukkiger zou zijn zonder hen. In een poging om het geluk vast te houden.
3. Zwarte Riek — Me wiegie was een stijfselkissie — 1956
Thuis werden er ontzettend veel smartlappen door mijn vader gezongen. Altijd was hij op zoek naar een radiozender die dit soort muziek uitzond. Er waren dagen dat ik niets anders hoorde. Nog steeds ben ik in staat een heel repertoire uit het hoofd op te dreunen. Dit nummer van Zwarte Riek is meer blijven hangen dan andere vergelijkbare liederen. Het is voor mij de klassieker onder de smartlappen. In dit nummer komen alle andere smartlappen samen. Wanneer ik bij mijn vader in de auto zat, voorin en zonder gordel, dan zie ik onszelf om het hardst meezingen. Om de haverklap gaf hij dan een klap op mijn linkerbeen in de maat van de muziek. Smart(k)lappen zijn een directe band met mijn vader.
4. Jan Boezeroen — De fles — 1970
In mijn herinnering werd er vroeger door iedereen ontzettend veel gedronken. Op elk familiefeest of bijeenkomst dan ook werd de fles ontkurkt. Maar ook zonder feest was er altijd wel aanleiding om te drinken. Ook mijn vader deed daar flink aan mee. Wat niet altijd de sfeer ten goede kwam in huis. Er werd daarom dus ook veel stiekem gedronken. De kinderen werden ingeschakeld om regelmatig wat bier bij te halen (dat mocht toen nog). Het statiegeld van de lege flesjes bier mocht je dan vaak houden. Een mooie beloning. Dat is alles wat wij zagen.
Dit lied opende pas later voor mij de ogen voor het leed achter deze vorm van verslaving. Het onderwerp komt regelmatig terug in mijn blogs. Vooral in de blogs rondom het personage Hans voor De Reünie kon ik veel kwijt over wat het met een gezin kan doen.
Voor de volledigheid:
Ik is niet Peter.
Hans is Ik.
Fictief is Hans.
5. Rita Hoving — Laat me alleen — 1976
Dit nummer associeer ik altijd met mijn moeder die in mijn ogen leed onder de situatie van een man die altijd aan het werk was (overdag op de bouw, ’s avonds en in het weekend bijklussen) en daarnaast een stevig borreltje nam, omdat dat nu eenmaal zo hoorde. Aan mij en mijn jongere broertje had ze ook nog eens haar handen vol en veel zal ze van ons daarvoor in die jaren niet terug hebben gekregen. Ik had het gevoel dat ze in die tijd erg met haar ziel onder de arm liep en dit nummer paste helemaal bij het beeld dat zij liever alleen zou zijn. Waarvan ik vurig hoopte dat het niet zou gebeuren.
6. Gerard van Maasakkers — Hé goade mee — 1977
Op zondagochtend stond altijd Omroep Brabant op. Dit nummer werd altijd gedraaid (tenminste zo bewaar ik de herinnering) rondom het item waar ze uitgaangstips voor de zondag gaven. Toen vond ik het een nummer van niks. Ik begon me een beetje te schamen voor mijn dialect sinds ik op de middelbare school zat en daar leerde dat het ‘fout’ was en ik ABN moest leren. Het was de tijd dat ik nog een jongetje van hout was dat aarzelend de eerste schreden buiten het dorp aan het zetten was. De ‘grote stad’ was waar het allemaal gebeurde, en het dorpse moest afgeschud worden. Want het was tenslotte achterlijk. Hoe een mens zich kan vergissen. Later is juist dit nummer voor mij aanleiding geweest me weer meer en bewuster te gaan verdiepen in de Nederlandstalige en Brabantse muziek.
7. Toontje Lager — Stiekem gedanst — 1982
Langzaam kwam de periode dat we meer uitgingen en de meisjes in ons leven een belangrijker rol kregen. Niet de meest gelukkige tijd voor mij, want meisjes en mij, dat is niet echt mijn ding. Vaak bleef het op afstand kijken met een stel andere vrienden en hopen dat er iets wonderbaarlijks gebeurde. In concreto: dat het meisje in kwestie de eerste ‘move’ zou maken, en dat ik dan niet in opperste paniek zou wegvluchten. Het waren lange avonden op deze manier. Gelukkig dat we altijd de troost van de alcohol hadden die de pijn verzachtte. Tot de volgende ochtend aanbrak.
8. Noodweer — In de disco — 1983
Toch deed het vreemde feit zich voor dat op de camping waar mijn ouders een stacaravan hadden en ik een hele tijd een vakantiebaantje in de campingwinkel had, ik me in de kantine vrijer bewoog en durfde te uiten dan tijdens het ‘echte’ uitgaan. Door mijn werk in de campingwinkel werd ik onderdeel van de ‘campingcrew’ en werd er anders naar mij gekeken. Hierdoor werd ik wat losser en durfde me wat meer te uiten. Niet dat het daardoor altijd succesvol was. Echter meedoen ‘in de disco’ was iets wat gelukkig wel op de camping voor me was weggelegd. Dan maar een afgang op zijn tijd. Beter dan nooit een poging te hebben gewaagd.
9. Robert Long — Waarom huil je nou — 1983
Op dezelfde camping leerde ik mijn eerste grote liefde kennen waarmee ik in ’86 na mijn militaire diensttijd ging samenwonen. Regelmatig vraag ik me nog steeds af waar het in die jaren precies fout is gegaan. Welke rol ik daarin had. Want fout ging het. En schuld heb ik des te meer. Zodat we in ’93 we weer uit elkaar gaan. Waarom dit nummer in mijn leven kwam kort nadat zij uit ons huis vertrokken was dat weet ik niet meer. Wel dat ik bij beluistering elke keer opnieuw vanaf 1:54 compleet in stukken breek. Het is mijn achilleshiel.
[Voor de trouwe volger: Dit lied is mijn toen niet onthulde geheim uit het blog Songbird makes a man cry.]
10. Van Dik Hout — Stil in mij — 1994
Lang is de titel van dit lied mijn lijflied gebleven na de hiervoor beschreven breuk. Er was een gat van binnen geslagen dat dieper, groter, donkerder was dan ik kon en wilde accepteren. De Man van Hout draagt het gemis nog altijd met zich mee.
De gehele afgelopen week ben ik veel met deze muziekkeuze in de weer geweest. Het heeft me onbewust en bewust flink beziggehouden en een hoop ‘food for thought’ geboden. Zowel over hoe bepaalde zaken gelopen zijn alsook over hoe ik vandaag de dag in het leven sta. Er is me weer wat meer duidelijk geworden over de normen en waarden die ik in mijzelf meedraag en hoe deze gevormd zijn over de jaren. In die zin besef ik opnieuw hoe belangrijk muziek voor mij is.
Bij deze wil ik Steven Gort dus nogmaals danken voor de aanzet welke hij gegeven heeft tot dit voor mij belangrijke muzikaal geheugenexperiment.