Hertelicht

Wan­neer je iets de eer­ste keer fou­tief opslaat, gaat het nog maar moei­lijk uit je sys­teem. Ik spreek uit erva­ring. Zo had ik in 2010 een trai­ning gericht op ver­an­der­ma­na­ge­ment. We leer­den daar met­een al tij­dens de intro­duc­tie dat ons brein op een voor­spel­ba­re wij­ze met ver­an­de­rin­gen omgaat. Voor­spel­baar in de zin dat er altijd een aan­tal fases door­lo­pen wordt:

  1. Loss — Verlies
  2. Doubt — Twijfel
  3. Dis­com­fort — Ongemak
  4. Dis­co­ve­ry — Ontdekking
  5. Under­stan­ding — Begrip
  6. Inte­gra­ti­on — Integratie

Tus­sen fase 3 en 4 is een zoge­naam­de geva­ren­zo­ne, waar­in het omslag­punt plaats­vindt. Daar wordt de keu­ze gemaakt om door te gaan naar fase 4 en de kan­sen te ont­dek­ken die de ver­an­de­ring in zich heeft, of dat vrees je doet terug­val­len naar fase 1.

Fase 1 is de fase waar­in je gecon­fron­teerd wordt met een ver­an­de­ring. In veel geval­len zul­len men­sen zich over­val­len voe­len. Het over­heer­sen­de gevoel is dat van ver­lies. Je wordt uit je ‘com­fort­zo­ne’ getrok­ken. Wan­neer je men­sen obser­veert die onver­wachts een ver­an­de­ring aan­ge­kon­digd krij­gen, dan valt op dat ze dit vaak als ver­lamd onder­gaan. Na de eer­ste schok krij­gen ze de rest van de bood­schap nog maar zel­den mee. Ze zijn vol­op bezig het nieuws te ver­wer­ken. Als bood­schap­per heeft het wei­nig zin op dit moment veel infor­ma­tie te geven om de men­sen gerust te stel­len. Dat kan men beter op een later tijd­stip doen.

Om een pak­kend beeld te geven van de pri­mai­re reac­tie van een per­soon die in fase 1 te horen krijgt over een op han­den zijn­de ver­an­de­ring, kwam de trai­ner met het vol­gen­de op de proppen:

like a deer in the headlights

Mooi gevon­den, maar ik verstond/vertaalde:

gelijk een dier in het hertelicht

Wat voor mij heel logisch is, want lang lang gele­den toen ik nog heel heel klein jon­ge­tje was, ging ik een keer loge­ren bij een klas­ge­noot­je. ’s Avonds zag ik op zijn nacht­kast­je een klein beeld­je staan. Het was een hert met een groot gewei. Hij had het gekre­gen van zijn groot­va­der die uit Oos­ten­rijk kwam. Nadat het licht werd uit­ge­daan bleef het hert een zwak schijn­sel afge­ge­ven. Het was gemaakt van een bepaald soort mate­ri­aal dat nog een tijd­lang blijft nagloei­en. Later zag ik het vaker maar bij­na altijd waren het dan reli­gi­eu­ze voor­stel­lin­gen. Niet bij mijn klas­ge­noot­je. Hij had een hert. En dat hert gaf licht in het don­ker. Sinds­dien krijg ik dat niet meer uit mijn hoofd.

Van­daag was ik getui­ge van ver­schei­de­ne die­ren die als ver­stijfd naar onze pro­ject­ma­na­ger keken toen hij vlak voor de lunch een totaal onver­wach­te aan­kon­di­ging deed. Het her­te­licht moest ik er zelf bij den­ken. Maar dat was geen probleem.

~ ~ ~