Mislukte start

We had­den alle­bei een espres­so besteld. Ik denk dat ik ‘m har­der nodig had dan zij, maar dat ter­zij­de. Toen de ober de bestel­ling gebracht had ging ik ver­der met mijn verhaal.

“Dus zoals ik daar­net al zei, kre­gen we toe­stem­ming om te ver­trek­ken. Ter­wijl we lang­zaam naar de start­baan taxi­den begon het steeds hevi­ger te rege­nen. De rui­ten­wis­sers kre­gen het water maar met de groot­ste moei­te weg.”

Ik liet een kor­te pau­ze val­len en nam een slok­je van mijn kof­fie. Zij had een siga­ret opge­sto­ken en keek door het raam naar bui­ten. Op het plein voor het res­tau­rant liep een hoop volk. De ter­ras­jes waren goed bezet. Had­den we mis­schien ook bui­ten een plek­je moe­ten zoe­ken? Ik nam nog maar een slok. Haar kof­fie stond nog onaangeroerd.

“Het vreem­de was dat de start­baan tegen­op een hel­ling liep. Slechts met de groot­ste moei­te kon­den we vol­doen­de snel­heid maken. Wat het alle­maal nog moei­lij­ker maak­te was het feit dat er ook nog ver­keer van de start­baan gebruik maak­te. Twee­maal kon­den we ter­nau­wer­nood een auto ont­wij­ken. En de regen hield ook maar niet op.”

Dat van dat ver­keer had ik toen al vreemd gevon­den. Zij maak­te ech­ter geen aan­stal­ten om er vra­gen over te stel­len. Tot nu toe had ze me geen enke­le keer onder­bro­ken. Zelfs niet om bij­voor­beeld naar het toi­let te gaan of haar mobiel­tje te chec­ken. Iets wat me anders veel­vul­dig over­komt. Niet dat ze echt geïn­te­res­seerd leek, trou­wens. Nog altijd staar­de ze over haar smeu­len­de siga­ret naar de wereld aan de ande­re kant van het raam. Toen ik vroeg of ik m’n ver­haal moest afma­ken gaf ze des­on­danks met­een een knik­je. Ik vat­te het op als een aanmoediging.

“Boven op de hel­ling, waar we ein­de­lijk de snel­heid kon­den maken die we nodig had­den om op te kun­nen stij­gen, kwa­men we op een stuk vals plat terecht. Wat schetst onze ver­ba­zing? De start­baan ein­dig­de abrupt in de ach­ter­tui­nen van een of ande­re volks­wijk. We moesten vol op de rem om niet dwars de hui­zen bin­nen te rij­den. Er was te wei­nig ruim­te om het vlieg­tuig tij­dig van de grond te krij­gen. Met pie­pen­de ban­den brach­ten we het toe­stel tot stilstand.”

Opnieuw nam ik een slok van mijn kof­fie. Echt heet was die niet meer. Zij had nog steeds niets gedron­ken. Maar ze staar­de ook niet meer naar bui­ten. Haar siga­ret had ze in de asbak uit­ge­drukt. Pas nu rea­li­seer­de ik me dat er hier bin­nen gerookt mocht wor­den. Dat kon niet klop­pen. Ik keek haar aan en zag hoe ze lang­zaam ver­damp­te. Als laat­ste ver­dwe­nen haar rode lip­pen. Al die tijd had­den ze niet gelachen.

Ik keek uit het raam­pje. De regen was nage­noeg opge­hou­den. Er kwa­men enke­le bewo­ners nieuws­gie­rig hun hui­zen uit­ge­lo­pen om te zien wat er aan de hand was. De co-piloot deed de rui­ten­wis­sers uit. In de ver­te kwam een stoet Hum­mers aan­ge­re­den. Bin­nen kor­te tijd had­den ze ons omsin­geld. Ik vroeg me af wat dit alle­maal bete­ken­de ter­wijl ik onder mijn stoel zocht naar een geschikt wapen.

~ ~ ~


Reacties

  1. Wil

    Wil ik wel weten wat je met dat wapen wil…

    1. Peter

      Ligt er aan wat die Hum­mers van me willen…

  2. Monique

    Magisch rea­lis­tisch..

    1. Peter

      Of panisch defaitistisch…

  3. Dina-Anna

    Vol­gens mij ben je d’er bij :-)) Mooi ver­haal… wordt ver­volgd misschien???

    1. Peter

      Mijn droom/nachtmerrie ging niet ver­der, dus ik weet ook niet hoe het ver­der gaat…

  4. Jolka (@Jolkolaatje)

    Fij­ne nachtmerrie..
    Kie­zen om er zelf een eind aan te brei­en of wach­ten wat er komen gaat. Iene-miene-mutte..