Toen de beroemde ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley (“Dr. Livingstone, I presume.”) na jaren van afzien in de ondoordringbare oerwouden van Afrika eindelijk weer eens opdook van een expeditie, was een van de eerste berichten die hij te horen kreeg, dat zijn vriendin Alice Pike in de tussentijd was getrouwd. Dat was de vrouw waarvan hij de beeltenis op zijn hart bij zich droeg en waaraan hij zijn gedachtes wijdde ten tijde dat alles tegenzat. Zij had hem op de been gehouden tijdens de moeilijkste periodes van zijn tocht. Zelfs de boot waarop hij een groot gedeelte van de reis had afgelegd, was naar haar vernoemd: ‘Lady Alice’.
Ondanks de hevige teleurstelling welke dit ongetwijfeld voor Stanley moest zijn, was het tevens zeer leerzaam voor hem. Hij begreep hoe zijn fixatie voor Alice hem de extra kracht had gegeven zijn expeditie niet voortijdig te beëindigen. Al die tijd in het ‘donkere hart’ van Afrika had hij een doel voor ogen gehad: heelhuids zien te overleven, zodat hij met roem overladen een goede huwelijkspartner voor Alice kon zijn. Nu, dat laatste was niet meer van belang, maar hij had wel alle ontberingen weten te overleven en zijn reputatie als onverschrokken avonturier was voorgoed onbetwist. Alleen met het ‘wegvallen’ van Alice was het wel zaak dat hij een ander ‘hoger’ doel voor zichzelf moest zien te definiëren. Dat vond hij in de bestrijding van de slavenhandel. Het werd zijn levenslange missie.
De belevenissen van Stanley worden door Baumeister en Tierney in het boek ‘Willpower, Rediscovering the greatest human strength’ gebruikt als illustratie bij hun uiteenzetting over de relatie tussen wilskracht in combinatie met lange- en korte-termijn doelen. Onderzoek toont aan dat:
[…] a narrow, concrete, here-and-now focus works against self-control, whereas a broad, abstract, long-term focus supports it. That’s one reason why religious people score relatively high in measures of self-control, and why nonreligious people like Stanley can benefit by other kinds of transcendent thoughts and enduring ideals.
De van zijn geloof gevallen Stanley (veroorzaakt door de slachtingen waarvan hij getuige was geweest tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog) had het aldus goed gezien en een alternatief hoger doel geconstrueerd toen zijn religieuze overtuiging niet meer toereikend was.
In de NRC van afgelopen donderdag werd stilgestaan bij het afscheid van J.L. Heldring, vaste columnist sinds 1953, die er op 94-jarig leeftijd mee stopt. Onder andere Bas Heijne schreef een artikel bij dit gedenkwaardige moment. Om het schrijven van Heldring te duiden, refereert hij naar een column van Heldring waarin laatstgenoemde schrijft over de onmisbare erfzonde. Volgens Heldring is dit “het ingeboren besef van het eigen, menselijk tekort.” Heijne schrijft vervolgens “wie niet in God gelooft, is, in tegenstelling tot wat veel progressieven denken, niet bevrijd. Integendeel, hij worstelt met zijn vrijheid.”
Ik moest (als niet-gelovige) aan deze worsteling denken bij het lezen van de uitleg over het stellen van doelen en de bijbehorende wilskracht die nodig is om deze doelen ook daadwerkelijk te realiseren. Vanzelfsprekend moest ik ook denken aan enkele van mijn eigen doelen die ik probeer na te streven. En dan vooral aan het waarom van de gestelde doelen. Waarom probeer ik te bereiken wat ik mezelf ten doel heb gesteld? Wat is de dieperliggende gedachte die me net dat extra beetje kracht geeft om door te gaan wanneer ik het even niet zie zitten?
Daar moest ik dus aan denken. Niet dat het me allemaal duidelijker is geworden. Wel dat ik aan het denken ben gezet.
~ ~ ~