Afwezig

De eer­ste keer dat ze het mij vroeg moet ik haar ver­baasd heb­ben aan­ge­ke­ken. Maar ze haal­de me over al mijn schroom over­boord te zet­ten en te vol­doen aan haar ver­zoek. Met moei­te wist ik het tot een goed ein­de te bren­gen, maar het duur­de een paar dagen voor­dat ik haar weer recht in de ogen durf­de te kij­ken. Daar­na ging er een hele tijd over­heen voor­dat ze me het opnieuw vroeg te doen. Schoor­voe­tend vol­deed ik ook deze keer aan haar ver­zoek. Ook nu kost­te het ons eni­ge tijd om hier­na het gebeur­de te laten bezinken.

De eerst­vol­gen­de keer begon ik er zelf over. Er was gerui­me tijd voor­bij­ge­gaan en ik voel­de een bepaal­de soort opge­won­den­heid die ik her­ken­de van vroe­ger. Van toen we elkaar pas had­den leren ken­nen. Een gevoel dat ik dacht voor­goed te zijn ver­lo­ren. Ze weigerde.

Ik dacht dat ze er genoeg van had en liet het onder­werp rus­ten. Tot­dat ik op een avond mid­den in onze acti­vi­tei­ten er als­nog aan toe wil­de geven. Bij­na onbe­wust zet­te het zich in gang en even dacht ik dat ze zou toe­stem­men. Maar op het laat­ste moment keek ze me aan, zag de hon­ge­ri­ge blik in mijn ogen en ver­liet de kamer. Ik bleef ach­ter in ontreddering.

Later leg­de ze me uit dat de eer­ste twee keer bewe­zen had­den dat ik het kon. Die stap had ik samen met haar geno­men en daar was ze ont­zet­tend blij om geweest. De vol­gen­de stap zou veel moei­lij­ker zijn. Het ging er nu om alle emo­tie uit de han­de­ling te halen. Wan­neer ik er aan toe zou geven in opge­won­den staat dan zou het niet het gewens­te resul­taat berei­ken. Alleen door niet aan haar te den­ken kon ik mis­schien aan haar ver­zoek vol­doen. Ik moest pro­be­ren haar com­pleet te negeren.

Het klonk me tegen­strij­dig in de oren. Te moei­lijk. Maar ze zei dat ze ver­trou­wen in me had.

Uit­ein­de­lijk is het me gelukt. Ik doe mijn ding en kom er vaak later ach­ter dat zij er ook was. Ook bij is geweest. Dat stemt me soms treu­rig. Te weten dat ik het heb gedaan ter­wijl zij er ook was. Het had zoveel mooi­er kun­nen zijn met z’n twee­tjes. Maar ze weet me elke keer weer te over­tui­gen dat dit nog mooi­er is. Juist voor haar. Het feit dat zij er is ter­wijl ik het niet in de gaten heb. Want dat bete­kent dat zij er nu altijd bij zou kun­nen zijn. Zelfs wan­neer ze er niet is. Ik knik instemmend.