
Vandaag ben ik begonnen in Superfreakonomics, het vervolg op Freakonomics. Geschreven door opnieuw dezelfde twee auteurs, wetenschapper Steven D. Levitt en journalist Stephen J. Dubner. Het boek staat bol van de getallenreeksen die met veel gevoel voor humor gebruikt worden voor de onderbouwing van aanvankelijk nogal belachelijk klinkende theoriën.
Wat te denken van het gegeven dat het veiliger is om met een borreltje teveel toch de auto te nemen dan naar huis te lopen.
Veiliger voor de chauffeur tenminste.
Want de kans dat een dronken chauffeur een ongeval met dodelijke afloop veroorzaakt is stukken lager dan de kans dat diezelfde dronken chauffeur slachtoffer van een ongeluk wordt wanneer hij besluit de auto te laten staan en de benenwagen te nemen. Vanuit eigenbelang geredeneerd blijft er van dat op het eerste gezicht wijze besluit niet veel over.
Logisch geredeneerd is een taxi nemen nog veiliger. Of niet drinken.
Dat is natuurlijk altijd de makke van statistiek. Je ziet wat je wil zien.
Maar dat wil niet zeggen dat je de kale cijfers links moet laten liggen. De auteurs verdedigen hun economische aanpak om allerlei ‘vreemd’ gedrag te verklaren, als volgt:
Some people may argue that statistics can be made to say anything, to defend indefensible causes or tell pet lies. But the economic approach aims for the opposite: to address a given topic with neither fear nor favor, letting numbers speak the truth. We don’t take sides.
[p.16, Superfreakonomics, by Levitt and Dubner]
En het is maar goed ook dat ze geen partij kiezen, want je zult je niet echt geliefd maken in conservatief Amerika door te beweren dat een aanzienlijk deel van hun ((over)groot)moeders eigenlijk (oude) hoeren waren.
In the early 1910s, the Department of Justice conducted a census of 310 cities in 26 states to tally the number of prostitutes in the United States: “We arrive at the conservative figure of approximately 200,000 women in the regular army of vice.“
[p.23]
At the time, the American population included 22 million women between the ages of fifteen and forty-four. If the DOJ numbers are to be believed, 1 of every 110 women in that age range was a prostitute. But most prostitutues, about 85 percent, were in their twenties. In that age range, 1 of every 50 American women was a prostitute.
Kortom, zinneprikkelende statistiek die mij meteen deed denken aan de manier waarop Brigitte Kaandorp ooit haar publiek via het opstapje van het aantal geboortes per seconde deed belanden op een surfplank varend over een zee van sperma.
Superfreakonomics
Steven D. Levitt
Stephen J. Dubner
Je kunt mijn leesvorderingen eventueel volgen op Goodreads.
Het fragment van Brigitte Kaandorp komt uit het programma Kunst.
Reacties
Dat plaatje is echt ge-wel-dig ^^
Ik vraag me dan toch af hoe groot het percentage vrouwen is dat King Kong niet meteen opmerkt 😉
.. euh.. welk plaatje..?
Jij gaat zeker beweren dat je alleen King Kong hebt gezien…
.. euh.. King Kong..? *schaterlacht*
Zie je wel! Je hebt King Kong helemaal niet gezien!
eerst geschreven, toen gelezen. Toevalstreffer of statistiek? Mijn eerste zin uit mijn nieuwe blog (nog niet gepubliceerd) :
“Ik ben gek op statistieken, cijfertjes, en dan maar wegdromen, analyseren, fantaseren
waarom de cijfers nu juist dat laten zien van wat ik er in zie.”
Graag gelezen, zoals (bijna) elke dag
Nu ben ik weel erg benieuwd naar je ongepubliceerde blog. Ik volg je 🙂
dat zijn twee belangrijke punten die je naar voren brengt. Waar is King Kong?
Ik ga daar niet op reageren om te vermijden dat ik beticht ga worden van te seksistische uitingen. Ga jij gewoon nog maar eens goed kijken.