Oeverloosheid

Gis­ter las ik een recen­sie over De man zon­der ziek­te, een nieuw boek door Arnon Grun­berg. Het boek zelf heb ik nog niet gele­zen, dus of ik het met de strek­king van de recen­sie eens ben kan ik nu niet zeg­gen. Maar daar wil ik het ook niet over heb­ben. Tij­dens het lezen viel me name­lijk iets op waar­van ik niet weet of het me erger­de of dat ik me er hoog­uit over ver­baas­de. De eer­ste keer dat mijn wenk­brau­wen zich licht­jes omhoog bewo­gen was bij de vol­gen­de passage:

Een kort­schrij­ver is Grun­berg nooit geweest. Dat leek ook lang de voor­naams­te zwak­te van zijn schrij­ver­schap. Aan elk boek zaten wel wat rafel­rand­jes, stuk­ken die je geduld op de proef stel­den. Het zoveel­ste hoe­ren­be­zoek in Blau­we maan­da­gen, weer een ziel­loos gesprek in Figu­ran­ten, de ein­de­lo­ze tocht door Nami­bië in Tir­za – Grun­berg neigt naar een oever­loos­heid in zich waar je je soms door­heen moet werken.

Toe­val­lig (of niet) heb ik alle drie ver­mel­de boe­ken wel gele­zen, en kon me niet her­in­ne­ren dat ik dezelf­de lees­er­va­ring qua wijd­lo­pig­heid had als ver­meld door de recen­sent. Inte­gen­deel, ik had juist het idee dat het eer­der een stijl­fi­guur was, gehan­teerd door Grun­berg om de lezer die­per de leef­we­reld van zijn per­so­na­ges in te trek­ken. Een ein­de­lo­ze opsom­ming (zoveel­ste hoe­ren­be­zoek) of her­ha­ling van schijn­baar iden­tie­ke voor­val­len (ziel­lo­ze gesprek­ken) die bij nade­re bestu­de­ring tel­kens iet­wat afwij­kend zijn, als ware het de mini­ma­le muziek van Phi­lip Glass, waar­in ook een lang aan­ge­hou­den toon (ein­de­lo­ze tocht) ken­mer­kend is.

Ik kan het wel waar­de­ren wan­neer een schrij­ver in plaats van kort­weg te ver­mel­den dat een per­so­na­ge vaak naar de hoe­ren gaat, de moei­te neemt om keer op keer zo’n bezoek in het lopen­de ver­haal te ver­wer­ken. Zodat je, net als de hoe­ren­lo­per zelf, de opwin­ding gaat voe­len wat aan elke bezoek voor­af gaat, met daar­op vol­gend het gehe­le spec­trum van vol­doe­ning tot teleur­stel­ling van de daad zelf. En onge­acht de afloop je al weer snel gaat hun­ke­ren naar een nieuw bezoek. Want was het goed, dan wil je nog een keer. Was het slecht, dan wil je nog een keer om het goe­de gevoel terug te krij­gen.
Gelijk aan het eten van ker­sen, waar­bij het ook maar moei­lijk stop­pen is. De ver­sla­ving wordt op deze manier begrij­pe­lijk gemaakt. Het zoveel­ste beschre­ven hoe­ren­be­zoek dient als zoda­nig een doel.

Bij het ver­der lezen van de recen­sie sloeg de ver­ba­zing, of lich­te erger­nis toe, toen na de lof­tui­tin­gen van de recen­sent aan het adres van dit nieu­we boek uit­weidt over de gelaagd­heid van de roman, en hoe het the­ma van ‘kij­ken en weg­kij­ken’ con­se­quent door het gehe­le ver­haal wordt opgevoerd:

Die terug­ke­ren­de motie­ven ves­ti­gen de aan­dacht op de beheer­sing van de vak­man Grun­berg. Hier is een schrij­ver aan het werk die alle touw­tjes strak in han­den heeft.

Kort­om, de schrij­ver krijgt com­pli­men­ten voor het toe­pas­sen van de tech­niek van her­ha­ling, iets wat de recen­sent bij zijn vori­ge boe­ken nog ver­oor­deel­de met de term ‘oever­loos­heid’. Het is voor mij in ieder geval aan­lei­ding om het boek te bestel­len en bin­nen­kort te gaan lezen.

De man zon­der ziek­te
Arnon Grun­berg
De bewus­te recen­sie is geschre­ven door Arjen For­tuin en stond in het NRC van afge­lo­pen vrij­dag 25 mei.
Phi­lip Glass
Mini­mal music


11 reacties

Hendrik-Jan 31 mei 2012 Reageer

Hele­maal mee eens, ook het laat­ste boek niet gele­zen, wel de ande­re. Ik kan genie­ten van die ‘oever­loos­heid’. Het levert vaak de nodi­ge humor op. Ik vind het ont­zet­tend lach­wek­kend. Die oever­loos­heid is voor mij de reden Grun­berg te lezen.

Peter 1 juni 2012 Reageer

Ik heb dus pre­cies het­zelf­de. Zoals Grun­berg bepaal­de thema’s terug laat komen of er oever­loos op door kan gaan, kan mij ook erg beko­ren. Hij doet dat name­lijk subliem.

raoul slavenburg 31 mei 2012 Reageer

Elke dag een nieu­we blog, tel­kens net iets anders .… het is een idee, geïn­spi­reerd op Grunberg.

Oever­loos, wat is dat een mooi woord, een meer zon­der oevers is als de zee, oneindig. 

Ik heb de recen­sie niet gele­zen, even­als het boek, maar een blog als dit werkt altijd lustopwekkend.

raoul slavenburg 31 mei 2012 Reageer

Elk dag een nieuw blog, steeds bij­na het­zelf­de. Geïn­spi­reerd door Grunberg…

Oever­loos, wat een prach­tig woord. Een meer zon­der oevers ver­word tot de onein­dig­heid van de zee …

De recen­sie heb ik niet gele­zen, het boek ook niet. Mocht ik weer tijd hebben .….

Peter 1 juni 2012 Reageer

In de recen­sie wordt oever­loos als iets nega­tiefs gebracht. Zelf zie ik dat niet nood­za­ke­lijk zo. Hoe jij het in jou ‘oever­loos-blog’ gebruikt heeft het wel een hele mooie betekenis.

twitter_anneeke 1 juni 2012 Reageer

Heb pas een lezing gehad van deze recen­sent over hoe je als begin­nend auteur aan­dacht van recen­ten krijgt. Het was de meest depri­me­ren­de lezing ooit. Ik vind Grun­berg fan­tas­tisch. Het heeft me jaren gekost ein­de­lijk aan een van zijn boe­ken te begin­nen, masr hij is de schrij­ver waar ik ooit in de U‑bahn in Ber­lijn zo om moest lachen dat uit­ein­de­lijk de hele cou­pé meelachte.

Peter 1 juni 2012 Reageer

Haha, da’s niet erg com­pli­men­teus. Maar dan zal hij het ook wel niet ver­diend heb­ben. In ieder geval vond ik dat hij Grun­berg hier te kort deed, en zich­zelf tegen­sprak. Leuk dat je ook Grun­berg-fan bent, en van dat hard­op lachen kan ik alleen maar zeg­gen dat het mij ook diver­se keren is over­ko­men met zijn boeken.

Jet 1 juni 2012 Reageer

Ik ben een groot fan van Grun­berg, juist om zijn stijl. Dit doet hem tekort; ik ga het boek kopen.

Peter 1 juni 2012 Reageer

Goed zo. Ik heb het ook al aan­ge­schaft. Nu nog alleen tijd vin­den om het te lezen 😉

Jolka 8 juni 2012 Reageer

Ik lees hem ook graag.

Peter 10 juni 2012 Reageer

Een tijd­lang heb ik min­der van hem gele­zen, maar nu heb ik de smaak weer te pakken.

Geef een antwoord