Verven

Om maar met­een met de afge­blad­der­de deur in huis te val­len: ik vind er dus geen zak aan! Ver­ven. Ver­wacht van mij dan ook geen mooie meta­foor over dit tijd­ro­ven­de strijk­werk. Het is gewoon duf saai werk. Wat gedaan moet wor­den. Helaas vaak tij­dens vakan­ties omdat je de klus maar voor je uit blijft schui­ven tot­dat de (in dit geval) hou­ten schuur dreigt weg te schim­me­len wegens een zoveel­ste te lang aan­hou­den­de regen­pe­ri­o­de. Dus trok ik de hard gewor­den kwas­ten maar weer eens tevoor­schijn deze mid­dag om een eer­ste laag grond­verf op de kale plan­ken aan te brengen.

En ter­wijl ik zo zwe­tend en wel in het benauw­de hok de uren stond weg te vegen moest ik den­ken. Omdat ik niet anders kan. Omdat het altijd maar door gaat. Als van­zelf. Als van­zelf dacht ik weer aan de blog­praat tweetup vori­ge week in Den Haag. Dacht ik nog steeds aan de karak­te­ris­tiek (blog­gen­de schrij­ver) die Elja van mij gege­ven had in haar weer­slag van die­zelf­de bij­een­komst. En dacht ik voor de eer­ste keer deze week aan wat twee zeer dier­ba­re vrien­den mij afge­lo­pen maan­dag op een Utrechts ter­ras toe­ver­trouw­den met betrek­king tot mijn blog- cq schrijf­kun­sten ter­wijl op dat­zelf­de moment de blog­pra­ters zich bogen over de vraag voor wie zij nu eigen­lijk den­ken te schrijven.

Zo dacht ik heel wat af gehuld in de bedwel­men­de dam­pen van de onver­dun­de verf in de klei­ne ruim­te om uit­ein­de­lijk tot de con­clu­sie te komen dat de tijd rijp was om het onver­mij­de­lij­ke onder ogen te zien. Ik ben een schrij­ver. Waar­om nog lan­ger ont­ken­nen wat ande­ren je con­ti­nu pro­be­ren dui­de­lijk te maken? Blijk­baar spreekt mijn stijl en onder­werp­keu­ze de lezers aan. Laat ik aldus niet moei­lijk doen en met­een de vol­gen­de stap zet­ten als new­bie schrij­ver: mijn eer­ste roman!

Die gaat rond deze tijd vol­gend jaar als manu­script rich­ting diver­se uit­ge­vers om hope­lijk nog voor mijn 50ste ver­jaar­dag door de bes­te bie­der opge­no­men te wor­den in hun nieu­we voor­jaars assor­ti­ment. Dit sche­ma geeft mij ruim de tijd om de komen­de weken te wer­ken aan een kor­te synop­sis die struc­tuur moet bie­den voor de schrijf­ac­ti­vi­tei­ten die ik ver­vol­gens in de herfst- en win­ter­maan­den ga ont­plooi­en. Zodat er in het voor­jaar een eer­ste vol­was­sen opzet ligt, wel­ke ik dan een tijd­je kan laten rij­pen, waar­na het bete­re schaaf- en schuur­werk kan beginnen.

Het lijkt me een haal­baar plan. En pas­send bij de ambi­tie van een schrij­ver op mijn niveau. Hier op mijn blog zal ik zeer regel­ma­tig ver­slag doen van de weder­waar­dig­he­den die een ech­te schrij­ver zoal onder­gaat gedu­ren­de dit inten­sie­ve schrijf­pro­ces. En ik moe­dig jul­lie aan regel­ma­tig met vra­gen te komen, want ik weet zeker dat ik nut­ti­ge tips voor jul­lie heb. Schroom ook niet om mij te blij­ven betrek­ken in jul­lie soci­a­le media leven, want hoe­wel ik dan wel een ech­te schrij­ver ben wil dat nog niet zeg­gen dat ik me boven jul­lie ver­he­ven voel. Ik weet heel goed waar mijn roots lig­gen en wat ik aan jul­lie te dan­ken heb. Maar val me svp niet las­tig met ver­zoek­jes voor Boe­ken­bal kaartjes!

Oh ja, een idee heb ik al voor wat betreft de hoofd­per­soon in mijn eer­ste roman. Het is een uiterst intel­li­gen­te man die er gaan­de­weg het ver­haal ach­ter­komt dat hij in het ver­keer­de lichaam is gebo­ren. In toe­ne­men­de mate gefrus­treerd rakend als blog­ger kan hij net op tijd de trans­for­ma­tie vol­tooi­en naar een ras­ech­te schrij­ver om wel­is­waar op late leef­tijd maar nog met het vol­le ver­stand de Nobel­prijs voor de lite­ra­tuur te win­nen. De werk­ti­tel: Een arro­gan­te kwast.

Wordt ver­volgd…