Boot

Een aan­tal dagen gele­den zag ik van­uit de hoe­ken van mijn door schuur­stof haast geblin­deer­de ogen de oproep voor­bij­ko­men om alvast na te den­ken over het onder­werp in #blog­praat van komen­de maan­dag: Authen­tiek blog­gen. Ik zag het nau­we­lijks, en ik ver­gat het bij­na onmid­del­lijk. Toen het stof nader­hand gedaald was en ik weer fat­soen­lijk de wereld in kon kij­ken om vol ver­trou­wen op een goe­de afloop de verf­kwast ter hand te nemen, viel me op dat de oproep op haar beurt ook al heel wat stof had doen opwaai­en. Menig­een had zich al gebo­gen over de com­bi van ‘authen­tiek’ en ‘blog­gen’. De dis­cus­sie was begon­nen voor­dat #blog­praat een aan­vang heeft genomen.

Nu heb ik met som­mi­ge woor­den een pro­bleem. In die zin dat ik ze hon­der­den keren kan horen of lezen, elke keer weer opnieuw niet meer weet wat ze pre­cies bete­ke­nen, het dan ga opzoe­ken, de ‘aha-erleb­nis’ door­loop, om ver­vol­gens de eerst­vol­gen­de keer weer met gro­te vraag­te­kens in mijn ogen naar het­zelf­de woord te sta­ren. ‘Authen­tiek’ is hier een voor­beeld van. In com­bi­na­tie met ‘blog­gen’ raak ik hele­maal het spoor bijs­ter, want ook dat woord brengt mij tel­kens opnieuw in ver­war­ring. Wat bedoe­len we ook alweer met ‘blog­gen’? Was het niet een samen­voe­ging van een log­boek bij­hou­den op het web? Web log­gen. Snel uit­ge­spro­ken als blog­gen. Maar dat was ooit. Hoe het begon. Inmid­dels is blog­gen uit­ge­groeid tot veel meer dan slechts een per­soon­lijk log­boek op het web. Maar wat dan? En wat voegt authen­tiek toe (of wat ont­neemt het) aan blog­gen? Of, nog spe­ci­fie­ker, blog ik zelf wel authentiek?

Van­och­tend stuit­te ik tij­dens een zoek­tocht naar iets anders op de hier­on­der bij­ge­voeg­de prent.

Saturday night at sea - George Cruikshank
Satur­day night at sea — Geor­ge Cruikshank

Inmid­dels heb ik ‘m als hea­der aan­ge­maakt voor mijn blogsite. Meer nog dan alle voor­gaan­de hea­ders (en ik heb er heel wat ver­sle­ten) heb ik bij deze afbeel­ding het idee dat het mijn visie op mijn blog­gen visu­eel maakt. In het mid­den de man met de bier­pul die het hoog­ste woord heeft (of hoog­ste lied zingt). Hij is omringd door aan­dach­ti­ge toe­hoor­ders die, in ieder geval op dit moment, een amu­san­te tijd bele­ven. Ze gelo­ven mis­schien geen woord van wat de man ver­telt, maar dat deert hun niet. Ze geven zich vrij­wil­lig over en zijn bereid mee te gaan in de bele­vings­we­reld van de ver­tel­ler. Die, op zijn beurt, kan ver­ha­len over alles en nog wat zolang hij zijn gehoor maar weet te boei­en. Hij weet dat het niet zozeer het ver­haal zelf is waar het om draait, maar de manier waar­op hij zijn eigen draai er aan weet te geven. Alles is al ooit ver­teld. Maar niet door hem. Hij gebruikt humor en fan­ta­sie om van de ver­tel­ling iets oor­spron­ke­lijks van te maken.

Ik zie deze voor­stel­ling als meta­foor van hoe ik het plaat­sen van ver­ha­len op mijn blogsite beleef. Het zal geen ver­ba­zing wek­ken dat ik mezelf zie als de cen­tra­le figuur. Het hoog­ste woord heb ik. Ik bepaal wat er ver­teld gaat wor­den. En wel­ke vorm het heeft. Ook in wel­ke mate mijn fan­ta­sie een rol krijgt.

Jul­lie zijn de toe­hoor­ders. Logisch. Samen zit­ten we in dat klei­ne ruim ergens diep ver­scho­len in een gro­te boot waar­mee we bezig zijn de wereld­zee­ën te beva­ren. Ieder met een eigen plan. Maar nu zijn we tij­de­lijk afge­sne­den van de bui­ten­we­reld. Jul­lie lezen mijn blog. Horen mijn stem. En han­gen hope­lijk aan mijn lip­pen voor de tijds­duur dat het kost om mijn blog tot het laat­ste woord te lezen. Daar­voor heb ik van te voren moe­ten naden­ken hoe ik jul­lie deze keer moet zien te raken. Hoe ik jul­lie geboeid moet hou­den. Wat me de nodi­ge hoofd­bre­kens heeft gekost. Kan ik me ervan afma­ken zoals de vori­ge keer? Of is dat te goed­koop? Er zijn lezers die wil­len meer van het­zelf­de. Die zijn op zoek naar her­ken­baar­heid. Ande­re wil­len iets nieuws. Zien her­ha­ling als luiheid.

Wat heb je voor ogen bij het schrij­ven van een nieuw blog? Hoe denk je je publiek te kun­nen vast­hou­den? Door de kunst bij een ander af te kij­ken? Door een ander klak­ke­loos te copi­ë­ren? Door je juist te onder­schei­den van de rest en te expe­ri­men­te­ren met nieu­we vor­men? De top-10 regels voor een suc­ces­vol blog bij opzet links te laten lig­gen en je eigen regels te definiëren?

Wie het weet mag het zeg­gen. Ik zal wij­se­lijk mijn mond hou­den omdat ik er geen ant­woord op heb. In essen­tie komt het er op neer dat ik maar wat doe. Ik doe mijn mond open en laat het ver­haal zich­zelf ver­tel­len. Alle goe­de bedoe­lin­gen voor­af ten spijt gaat het regel­ma­tig een kant op die ik niet voor ogen had. En ga ik me gaan­de­weg afvra­gen of ik wel goed bezig ben. Maar ik zet door en maak het af. Waar­na ik maar moet afwach­ten hoe het ont­van­gen wordt.

Geluk­kig ben ik niet de eni­ge die met deze onze­ker­heid zit. Met vol­doe­ning en her­ken­ning las ik gister:

I’ve writ­ten six books now, but instead of making it easier, it has com­pli­ca­ted mat­ters to the point of absur­di­ty. I have no idea what I’m doing. All the deci­si­ons I appear to have made—about plots and charac­ters and whe­re to start and when to stop—are not deci­si­ons at all. They are com­pro­mi­ses. A book is whitt­led down from hope, and when I start to cut my fin­gers I push it away from me to see what others make of it. And I wait in ter­ror for the jud­ge­ments of tho­se others—judgements that seem, whe­ther posi­ti­ve or nega­ti­ve, unjust, becau­se they are about some­thing that I didn’t real­ly do. They are about some­thing that hap­pe­ned to me. It’s a litt­le like craw­ling from a car crash to be gree­ted by a panel of stran­gers hol­ding up sco­re cards.
[geci­teerd uit ‘Eve­ry­thing is fic­ti­on’, door Kei­th Ridg­way, via The New Yorker]

Voor­lo­pig ga ik ver­der met het schrij­ven van mijn blogs op mijn eigen wij­ze. Een wij­ze die ik niet kan repro­du­ce­ren, die ik niet kan uit­leg­gen, die zich niet laat stu­ren, en waar­van ik nooit weet of het resul­teert in een goed lees­baar blog. Vind ik dat erg? Nee. Net zoals jul­lie laat ik me door mezelf elke keer weer verrassen.

Of dat authen­tiek is? Daar­voor zal ik toch eerst moe­ten opzoe­ken wat dat toch ook weer was.