Een collega hielp het mij herinneren. In zijn beterschapsmailtje aan mijn adres verwees hij naar een boek van John Irving dat ik lange tijd geleden gelezen had: De watermethodeman.
Och, wat had ik gegriezeld bij de beschrijvingen van de bezoekjes door hoofdpersoon Fred Trumper aan zijn uroloog. Doordat hij gezegend was met een ‘kronkelig urinekanaal’ zat ’s ochtends meestal zijn ‘apparaat’ helemaal dichtgekleefd. Dat bezorgde hem vervolgens helse pijnen bij de ‘eerste plas’ van de dag. En ook het neuken viel hem zwaar. In de woorden van Fred:
Een orgasme is waarlijk een climax. Klaarkomen is een trage belevenis — de lange, wonderlijke reis van een schurende, al te grote ballast.
[blz.8]
Al meteen op de eerste bladzijdes van het boek wilde de uroloog met een glazen staafje het probleem tijdelijk uit de wereld helpen. Onwillekeurig met over elkaar geknepen benen las ik gespannen verder. Net als nu. Maar nu ook nog met de hilarische scène in gedachten van cabaratier Najib Amhali die een soortgelijk fysiek onderzoek ondergaat en welke een diepe blijvende indruk op me heeft achtergelaten:
Snel bladerde ik verder naar waar ik eigenlijk het boek voor uit de kast had gehaald, namelijk de vier keuzemogelijkheden die Fred had om met zijn probleem te leren leven:
- medicijnen slikken en accepteren dat er zo nu en dan periodes van veel ongemak zouden zijn;
- stoppen met neuken (want stoppen met plassen zou teveel gevraagd zijn);
- de watermethode;
- een operatie.
Fred kiest voor de watermethode. Iets wat zijn uroloog vooraf al voorspelde. En ik vermoed dat de meeste mannelijke lezers daar ook voor gekozen zouden hebben. Iets wat John Irving denk ik wel voorspeld zou hebben.
Ikzelf zit nu ook aan het water. Al vanaf woensdagnacht werk ik liters per dag naar binnen. Zonder morren. Zonder effect. Want de pijn (slechts zeurend omdat de pijnstillers hun werk goed doen) blijft als teken dat het niergruis (ik weiger vooralsnog om over nierstenen te praten) nog niet afgevoerd is. Tot nu toe geen verlossende plons of tik tegen het glazuur van de wc-pot die me in juichen zal doen uitbarsten.
Daarom drink ik elke dag nog meer dan de dag ervoor. Er resten me slechts twee dagen. Tot woensdagavond. Dan zit de week er op. De week die als termijn is gegeven waarin het niergruis (iets anders kan het niet zijn) op natuurlijke wijze (een beetje geholpen door heel veel natuurlijk bronwater) via mijn hopelijk niet al te kronkelig urinekanaal in het riool moet zijn geloosd. Want anders… (niet aan denken,
positief blijven
dat moet lukken. Twee dagen is heel lang. In die tijd kun je heel veel water drinken. Dus ik hou het kort vandaag en schenk mezelf een flink glas, wat zeg ik, ik schenk me helemaal geen glas meer in, maar pak de hele fles en proost op mijn gezondheid. Doen jullie mee?
Ja?
Welnu dan. Proost!