Zorg

Op een dag (na zijn eer­ste nacht) vroeg hij of het bed ver­schoond kon wor­den. Niet omdat hij zo ver­wend was, maar gewoon, omdat het bed­den­goed onder het bloed zat. De dienst­doen­de ver­pleeg­ster gaf aan zijn ver­zoek gehoor en ver­tel­de hem toen ze klaar was dat hij gerust nog even in een stoel bij het raam mocht blij­ven zitten.
Niet lang daar­na kwam een vol­gen­de ver­pleeg­ster bin­nen die hem gebie­dend toe­sprak waar­om hij dacht uit zijn bed te mogen.

Op een dag kwa­men ze ’s och­tends ont­bijt bren­gen. Dat wei­ger­de hij, want er zou die dag een echo uit­ge­voerd wor­den waar­voor hij nuch­ter moest zijn. Er werd gecheckt en beves­tigd dat hij geen echo en wel ont­bijt zou krij­gen. De echo later die dag werd uit­ge­steld omdat hij niet nuch­ter was.

Op een dag vroeg hij of hij zich mocht dou­chen. Er werd voor spe­ci­a­le hand­schoe­nen en tape gezorgd zodat de plek­ken op zijn armen waar het infuus beves­tigd werd, niet nat werd. Later werd hem voor­ge­hou­den dat hij zich toch voor­al niet onder de dou­che moest begeven.

Op een dag werd hij op stel en sprong naar een meer gespe­ci­a­li­seerd zie­ken­huis gebracht. Mij werd gevraagd om hem te bege­lei­den want er zou­den met­een bij aan­komst inta­ke for­mu­lie­ren inge­vuld moe­ten wor­den en onder­zoe­ken ver­richt gaan wor­den. Dat zou mis­schien alle­maal wat te veel wor­den voor hem. Bij aan­komst niets van dat al. Wel werd hem een war­me maal­tijd aan­ge­bo­den. Die wei­ger­de hij, want er zou­den toch onder­zoe­ken wor­den uit­ge­voerd? Uit­ein­de­lijk begon hij toch maar aan de inmid­dels koud gewor­den prak. Ten­slot­te had hij de gehe­le dag nog niets gege­ten. Net op het moment dat hij een eer­ste hap wil­de nemen werd hij ver­zocht mee te komen voor een eer­ste onderzoek.

Op een dag kwam men hem opha­len voor een onder­zoek. Hij wei­ger­de in een rol­stoel plaats te nemen want hij voel­de zich fit genoeg om te lopen. Bij de lift raak­ten ze aan de praat en zo kwam de broe­der er tij­dig ach­ter dat hij bezig was de ver­keer­de pati­ënt te vervoeren.

Op een dag vroeg men hem waar­om hij nog steeds pijn­stil­lers nam. Hij moest het ant­woord schul­dig blij­ven en men bracht hem voort­aan geen pijn­stil­lers meer.

Op een dag vroeg hij of de dië­tis­te langs kon komen. Dat zou dezelf­de dag nog gebeu­ren. Een week later kwam ze als­nog langs.

Op een dag kwam men hem iet­wat ner­veus vra­gen of hij zich mis­schien dui­ze­lig voel­de. Of niet lek­ker. Voor­dat hij kon ant­woor­den werd hem ver­teld dat ze de ver­keer­de medi­cij­nen had­den bij­ge­vuld in zijn infuus.

Op een dag kreeg hij te horen dat hij geo­pe­reerd ging wor­den wan­neer hij in goe­de con­di­tie was.

Op een dag kreeg hij te horen dat ope­re­ren mis­schien niet nood­za­ke­lijk was.

Op een dag kreeg hij te horen dat een ope­ra­tie zowie­zo nood­za­ke­lijk was, hoe zijn con­di­tie ook zou uitpakken.

Op een dag kwam zijn zwa­ger op bezoek. De feest­neus van de fami­lie. Altijd in voor een goe­de grap. Ook dit­maal. Waar­om hij de medi­cij­nen van mevrouw X in zijn infuus had zit­ten. Hila­ri­teit alom. Behal­ve bij de zwa­ger die deze keer eens geen grap ver­tel­de. De toe­ge­snel­de ver­pleeg­ster uit­te zich in veel­vul­di­ge excu­ses en vroeg hem nog of hij mis­schien wist of hij aller­gisch was voor de medi­cij­nen van mevrouw X. Nee. Dat wist hij zeker niet.

Op een dag mocht hij weer terug naar het min­der gespe­ci­a­li­seer­de zie­ken­huis. De gevrees­de bac­te­rie bleek niet meer aan­we­zig te zijn en ope­re­ren was niet nodig. Bij een eerst­vol­gend onder­zoek in het min­der gespe­ci­a­li­seer­de zie­ken­huis werd de bac­te­rie opnieuw aan­ge­trof­fen. Men sprak van ’terug bij af’. Een ande­re arts later op de dag trof de bac­te­rie niet meer aan. Men sprak van nog enke­le weken voor­dat hij naar huis kon. Zon­der operatie.

Op een dag werd hem gezegd dat hij tot vijf okto­ber moest blij­ven om de anti­bi­o­ti­ca kuur af te maken. Daar­na mocht hij naar huis.

Op een dag werd hem ver­teld dat wan­neer de anti­bi­o­ti­ca kuur op vijf okto­ber stop­ge­zet werd, hij nog enke­le dagen moest blij­ven voor stabilisatie.

Op een dag (van­daag) werd hem mede­ge­deeld dat hij mor­gen naar huis mag.

Eerst zien dan geloven.