Design

Het mag geen ver­ras­sing voor mijn trou­we lezer(s) zijn dat ik onlangs ben begon­nen in ‘Tra­vels with Char­ley’ door John Stein­beck. En dus ook niet dat ik dan vaak blijf rond­lo­pen met een zin of ali­nea die er voor mij uit­springt om me de komen­de tijd niet meer te ver­la­ten. Het reso­ne­ren van deze woor­den (beter: woord­com­bi­na­tie) houdt aan ter­wijl alle ande­re woor­den zich tevre­den na hun werk weer te bed­de heb­ben begeven.

Zo ook dit­maal. Ter­wijl ik samen met John en Char­ley al afste­ven op het plaats­je Ban­gor in Mai­ne, druk bezig om dui­de­lij­ke voet­spo­ren voor Geert Mak ach­ter te laten zodat hij die 50 jaar later zon­der veel moei­te kan vol­gen, spo­ken enke­le zin­nen uit de inlei­ding door Jay Pari­ni nog steeds door mijn hoofd.

He [John Stein­beck] dro­ve north toward the Cana­di­an bor­der: “I wan­ted to go to the roof­tree of Mai­ne,” he says, “to start my trip befo­re turning west. It see­med to give the jour­ney a design, and eve­ry­thing in the world must have design or the human mind rejects it.” This is clear­ly the nove­list tal­king, the man in search of nar­ra­ti­ve coherence.
[p.xiv, Intro­duc­ti­on by Jay Pari­ni, Tra­vels with Char­ley, John Steinbeck]

Eve­ry­thing in the world must have design or the human mind rejects it.

Kla­re taal. Het is alles of niets. Zon­der design geen accep­ta­tie. Dat is nog­al wat. Geen won­der dat het een tijd blijft nawer­ken. De tijd die ik nodig heb om zo’n uit­spraak op waar­de te kun­nen schat­ten. Ik lees er in eer­ste instan­tie over­heen. Ben dan ver­vol­gens drie stra­ten ver­der om snel op m’n schre­den terug te keren en er nog eens een keer­tje naar te kij­ken. Ga dan weer ver­der en besef dat ik nog­maals terug moet om het goed op te schrij­ven omdat ik het idee heb anders iets belang­rijks te mis­sen. En kan dan ein­de­lijk defi­ni­tief door. Onder­wijl te pas en te onpas het brief­je tevoor­schijn nemend me afvra­gend wat het nu pre­cies is wat ik denk te missen.

Ik heb inmid­dels sta­pels van die brief­jes waar­van het meren­deel hun geheim nog niet heeft prijs­ge­ge­ven. Maar zo af en toe dient zich van­uit het niets, als bij toe­val, een gele­gen­heid aan die zich leent om een code te kraken.

Van­avond zat ik half mee te doen aan #blog­praat, waar het over ‘blo­ge­ti­quet­te’ ging. Half, omdat ik nog met m’n werk bezig was en tus­sen­door ook nog aan het koken. De vra­gen en reac­ties pro­beer­de ik zo goed moge­lijk te vol­gen met waar nodig mijn eigen inbreng, maar na afloop merk­te ik dat ik nog niet klaar was met het onderwerp.

Wat ik niet voor het voet­licht had weten te bren­gen, is dat ik mezelf op mijn blog beschouw als een gast­heer die het zijn gas­ten zo goed moge­lijk naar de zin pro­beert te maken. Onder ande­re door een over­zich­te­lij­ke lay­out, dui­de­lijk lees­baar let­ter­ty­pe en juis­te balans van info tegen­over niet teveel aflei­ding. Maar dat is slechts bij­zaak. Waar het mij echt om gaat is van­zelf­spre­kend het geschre­ve­ne. Mijn blogs.

Daar gaat al mijn aan­dacht naar uit. Die moe­ten goed in elkaar zit­ten. Zodat ze de aan­dacht blij­ven vast­hou­den. Ze de lezer ver­ma­ken. Beha­gen. Ver­lei­den. Om door te blij­ven lezen. Want de lezer moet voe­len dat er om de hoek iets lonkt. Iets wat de moei­te waard is om moei­te voor te doen. Dus is het zaak de afge­leg­de weg ook al zo aan­trek­ke­lijk moge­lijk te laten zijn. Ver­sier het met humor, span­nings­ele­men­ten, dub­be­le bodems, aan­ste­ke­lij­ke dia­lo­gen en wat dies meer zij. Maar let wel: alles in dienst van het ver­haal wat men wil ver­tel­len, en ‘less is more’. Laat ruim­te voor inter­pre­ta­tie. Dat geeft diepte.

Kort­om, het ont­werp staat bij mijn blogs voor­op. Wan­neer ik dat hel­der heb, dan kan ik veel ver­tel­len. En loopt Per­soon­lijk, Fic­tief en Infor­ma­tief gren­ze­loos door elkaar. Het geeft mij de kans om de tra­gi­sche val van een fiet­ser waar­van ik bij toe­val getui­ge was, van­uit zijn per­spec­tief te ver­tel­len. Per­soon­lijk of Fic­tief? Een ver­bro­ken rela­tie nabij om te tove­ren tot een ver­han­de­ling over de gril­lig­heid van het lot. Infor­ma­tief of Per­soon­lijk? De hype­ri­ge onbe­schoft­heid om je sla­pen­de one-night stand ’s och­tends stie­kem te foto­gra­fe­ren en ver­vol­gens op inter­net te zet­ten te delen via een inge­beeld ver­haal. Fic­tief of Informatief?

Alles kan ik ver­tel­len, mits ik er een design voor heb. Een design wat mij struc­tuur geeft. Een design wat jou uit­no­digt om door te blij­ven lezen.

Een design waar ik me als gast­heer niet voor hoef te scha­men. Maar ik juist vol trots kan pre­sen­te­ren. Om daar­na ergens van­uit een beschei­den plek­je op de ach­ter­grond te zien of het blog haar werk goed ver­richt. Zo ja, dan kan ik niet wach­ten om een vol­gend blog te schrij­ven. Zo niet, dan kan ik niet wach­ten om een nieuw blog te schrij­ven wat wel het gewens­te effect heeft wat ik voor ogen had. Want één ding weet ik zeker,

eve­ry­thing in the world must have design or the human mind rejects it.

En het is aan mij om het juis­te design te vin­den voor de ver­ha­len die ik wil ver­tel­len en die jul­lie wil­len lezen.