20121103

Zuur

“Waar­om moet ik huilen?”

“Je huilt niet. Je eet een zuur mandarijntje.”

Samen kij­ken we naar de foto die ik zojuist van hem heb geno­men. Inmid­dels eten we van een nieuw man­da­rijn­tje. Een­tje die hope­lijk wat min­der zuur is dan het voor­gaan­de. We zijn nog wat ver­kleumd van de wan­de­ling door de regen die we zojuist vol­tooid heb­ben. Het was soms erg span­nend wan­neer we de weg weer eens kwijt waren. Maar geluk­kig was daar tel­kens de door­tas­tend­heid van mijn jong­ste klein­zoon (3 jr) die iede­re keer aan­kno­pings­pun­ten zag om dan eens links en dan eens rechts af te slaan. Zo dwaal­den we door de stil­le woon­er­ven ter­wijl de drup­pels gestaag op ons neer­vie­len. Uit de wol­ken. In tegen­stel­ling tot de nat­te bla­de­ren die het weg­dek ver­ra­der­lijk glad maak­ten. Die vie­len uit de bomen, ver­tel­de hij tus­sen neus en lip­pen. Aldus leer­de ik veel bij. Ook dat je in onze wijk onmo­ge­lijk kunt ver­dwa­len. Want elke straat komt uit bij opa’s huis. Indien je maar lang genoeg doorloopt.

Nu zit­ten we gezel­lig op de bank. We lezen nog een boek voor­dat hij een mid­dag­dut­je gaat doen. Iets wat nog niet bij hem bekend is.

“Kan ik nog een pan­da­rijn­tje krijgen?”

“Een man­da­rijn­tje. Tuur­lijk. En daar­na breng ik je naar bed.”

“Waar­om moet ik naar bed?”

“Omdat… Omdat je dan goed kunt uit­rus­ten van onze wan­de­ling door de regen.”

“Ik ben hele­maal niet moe. Eigenlijk.”

“Tja.”

“Ik wil heel graag niet gaan slapen.”

“Hier, pak nog maar een mandarijntje.”

“Ik wil geen pan­da­rijn­tje meer. En ik wil heel graag niet naar bed.”

Een eer­ste drup­pel valt op zijn wang. Uit de ogen. Niet uit de wol­ken deze keer.

“Ja jon­gen, het leven kan soms ook zuur zijn.”

De woord­grap is niet aan hem besteed. Kop­pig schuift hij op rich­ting de hoek van de bank. Heel graag had ik hem lek­ker bene­den gehou­den. Maar ik neem mijn ver­ant­woor­de­lijk­heid en breng hem naar de logeer­ka­mer. Even later zit ik alleen in de woon­ka­mer. Op de tafel lig­gen nog enke­le stuk­jes pan­da­rijn. Zoet en zuur door elkaar. Net zoals het ech­te leven.