Donderdag, 3 januari 2013

Niet dat jul­lie nu den­ken dat Mao’s mas­sa­moord over mus­sen gaat. Het gaat wel dege­lijk over men­sen. Chi­ne­zen. Met name die­ge­nen die tij­dens de zoge­naam­de ‘Gro­te Sprong Voor­waarts’ (de inhaal­slag op insti­ga­tie van par­tij­lei­der Mao Zedong inge­zet om van Chi­na een wereld­macht te maken) in de peri­o­de van 1958–1962 voor­tij­dig kwa­men te over­lij­den. Zo’n 45 mil­joen vol­gens de laat­ste schattingen.

Zo’n 45 mil­joen extra doden — over­le­de­nen boven het nor­ma­le gemid­del­de aan­tal sterfgevallen.

Vaak wordt de schuld voor al deze doden gelegd bij de hon­gers­nood als uit­was van de ramp­za­li­ge manier waar­op invul­ling gege­ven werd aan het groot­scha­li­ge expe­ri­ment om Chi­na omhoog te stu­wen in de vaart der vol­ke­ren. Maar nieuw onder­zoek door Frank Diköt­ter toont aan hoe ter­reur en geweld wel dege­lijk een belang­rijk onder­deel waren van deze ‘Gro­te Sprong Voor­waarts’. Van­daar de gedurf­de titel van zijn boek.

Tekst ach­ter­flap:

Mao wil­de zijn land de sta­tus van een wereld­macht bezor­gen en zo tege­lij­ker­tijd de kracht van het com­mu­nis­me aan­to­nen. Frank Diköt­ter laat ech­ter zien hoe Mao Chi­na met ‘De Gro­te Sprong Voor­waarts’ een gigan­ti­sche en ramp­za­li­ge stap in de tegen­ge­stel­de rich­ting liet maken. Chi­na werd niet alleen het toneel van een van de dode­lijk­ste mas­sa­moor­den in de men­se­lij­ke geschie­de­nis (meer dan 45 mil­joen wer­den zo afge­beuld, uit­ge­hon­gerd of gemar­teld dat de dood erop volg­de), maar het bewind van Mao ver­oor­zaak­te ook nog ’s werelds groot­ste ver­woes­ting van hui­zen, the­a­ters en ande­re gebou­wen. Onge­veer een der­de van alle hui­zen werd tot puin gere­du­ceerd en er werd roof­bouw op het land gepleegd in de mani­a­ka­le jacht naar staal en ande­re indu­stri­ë­le beno­digd­he­den. Deze sloop was niet alleen cata­stro­faal voor de eco­no­mo­mie en cul­tuur, maar ook voor het milieu.

Het cyni­sche mot­to van dit in al zijn gru­we­lijk­heid uiterst mee­sle­pend en lees­baar boek is een uit­spraak van Mao: ‘Revo­lu­tie is geen gezel­lig eten­tje.’ Deze non­cha­lan­te arro­gan­tie rich­ting het lij­den van de Chi­ne­se bevol­king komt onder veel hoog­ge­plaatste par­tij­le­den veel­vul­dig terug en redu­ceert de onvoor­stel­baar vele doden tot ‘col­la­te­ral damage’.

De 500 blad­zij­des tel­len­de gede­tail­leer­de ver­slag­leg­ging van dit onmen­se­lij­ke dra­ma (nog maar vijf­tig jaar gele­den) is wat mij betreft slechts een begin om een ander beeld van de geschie­de­nis van Chi­na en Mao Zedong te geven. Ik raad ieder­een aan om deze 500 blad­zij­des zelf te lezen. Het is de meest com­pac­te samen­vat­ting die men rede­lij­ker­wijs mag ver­wach­ten wan­neer men over 45 mil­joen slacht­of­fers van een mas­sa­moord spreekt.


Reacties

  1. tussenjouenmij

    Ik wist eer­lijk gezegd niet dat er al een Neder­land­se ver­ta­ling van was. Het lijkt me in ieder geval de moei­te waard.

    1. Peter

      Ik kan het boek, ondanks de vaak gru­we­lij­ke voor­beel­den, van har­te aan­be­ve­len. Het geeft een ont­luis­te­rend beeld van deze peri­o­de in de chi­ne­se geschiedenis.

  2. Anna

    Hoe­wel zeker de moei­te waard lijkt het me nog­al zwa­re lec­tuur (emo­ti­o­neel gezien dan), dus ik beloof niks.

    1. Peter

      Belof­tes zijn niet nodig. Ik wil­de het gele­ze­ne delen omdat het in mijn ogen een belang­rijk boek is, maar het is wel dege­lijk zwa­re kost.

  3. twitter_anneeke

    Ik heb de lijk­arts van Mao gele­zen. E;en van de bizarste boe­ken die ik heb gele­zen over over een vol­sla­gen gestoord man. Wat me bij­bleef is zijn lief­de voor zeer jon­ge meis­jes en het feit dat hij nooit zijn tan­den poets­te anders dan spoe­len met thee. Ook toen hij werd opge­baard, spoot de arts die op het gebied niet kun­dig was, en t van Lenins bal­se­ming moest afkij­ken, te veel gly­ce­ri­ne in het lichaam. Zij hoofd werd te bol en moest toen weer inge­drukt wor­den waar­door hij er uit zag als­of hij bont en blauw was geslagen.

    1. Peter

      Dat boek heb ik ook staan, maar ben er nog niet in begon­nen. Een hele hoop anec­do­tes heb ik al via ande­re lec­tuur leren ken­nen. Toch ga ik het boek bin­nen­kort lezen nu ik me de laat­ste tijd wat meer ver­diep in de geschie­de­nis van China.