Maandag, 14 januari 2013

Reke­nen. Dat was niet echt mijn ding. Vroe­ger. En ook van­daag de dag is het niet iets waar ik met­een voor warm loop. Maar zeker op de lage­re school was ik niet dol­en­thou­si­ast wan­neer de tel­raam­pjes of later de oefen­schrif­tjes met staart­de­lin­gen uit de kast wer­den gehaald. De tijd leek wel­haast op dat­zelf­de moment pie­pend tot stil­stand te komen. Hoop­vol keek ik na elke vol­tooi­de opdracht naar de klok om te con­sta­te­ren dat er slechts enke­le minu­ten waren ver­stre­ken. Klokle­zen leer­de ik aldus wel snel.

Nee, dan lezen! Of voor­ge­le­zen wor­den. Of dat de leer­kracht er eens goed voor ging zit­ten en ons uit het blo­te hoofd fan­tas­ti­sche ver­ha­len ging ver­tel­len met de meest onver­wach­te wen­din­gen. De ene keer gru­we­lijk span­nend, een vol­gen­de keer uiterst leer­zaam. Al dron­gen die les­sen pas veel­al later tot ons door. Op zul­ke momen­ten vloog de tijd voor­bij. Vol­ko­men opge­gaan in de leven­di­ge ver­tel­lin­gen wer­den we vaak met een schok terug­ge­haald naar de rea­li­teit van ons klas­lo­kaal wan­neer een sner­pen­de zoe­mer het ein­de van een les­uur aan­kon­dig­de. Joe­lend ren­den we naar bui­ten waar we de avon­tu­ren nog eens dun­ne­tjes gin­gen over­doen op het schoolplein.

Als het kon ging ik vaak die­zelf­de dag naar de bibli­o­theek op zoek naar boe­ken die me in dezelf­de stem­ming kon­den hou­den of bren­gen. Alles ver­slond ik: ‘cow­boy en indi­a­nen’ ver­ha­len, geschie­de­nis­boe­ken over Egyp­ti­sche mum­mies, sci­en­ce-fic­ti­on zon­der te weten wat dat nu echt bete­ken­de, het maak­te mij niet uit zolang het maar met vaart was geschre­ven en ik me er hele­maal in kon verliezen.

Toch, wan­neer ik nu terug­blik op die tijd en zou moe­ten aan­ge­ven welk boek de mees­te indruk op mij heeft gemaakt op de lage­re school (mijn vroeg­ste jeugd), dan kom ik bij een boek uit waar­van ik niets meer weet. Niet wie het geschre­ven heeft. Niet wat de titel is. Niet hoe het eruit ziet. Niets.

Wat ik wel weet is dat het door de jaren heen steeds mythi­scher pro­por­ties heeft gekre­gen. Ik ben bang dat wan­neer ik het boek ooit nog in han­den zou krij­gen, het ont­zet­tend zal tegen­val­len. Maar ondanks die vrees hoop ik dat het ooit zover gaat komen. Dat iemand mij een email stuurt met de gou­den tip, of dat ik er tij­dens een bezoek aan een twee­de­hands boe­ken­markt plot­se­ling op stuit. Per onge­luk op Goog­le Afbeel­din­gen een illu­stra­tie  uit het boek onder ogen krijg. De kans hier­op beschouw ik nihil.

Het bij­zon­de­re (in mijn ogen) is dat dit ‘indruk­wek­ken­de’ boek over reke­nen gaat. Op een speel­se manier en met heel veel (alleen maar?) teke­nin­gen. In mijn her­in­ne­ring, en hier kan dus geen enke­le waar­de aan gehecht wor­den gezien de ver­te­ke­ning die zich  gelei­de­lijk heeft voor­ge­daan omdat ik elk refe­ren­tie­ka­der mis, gaat het over een jon­ge­tje (een prins?) die door een land dwaalt waar hij aller­lei cij­fers tegen­komt. Deze cij­fers wor­den bij nade­re bestu­de­ring gevormd door men­sen (wezens?) die zich soms samen­bal­len om een bepaald cij­fer te vor­men, en een ande­re keer split­sen (of uit elkaar getrok­ken wor­den?) zodat ze de oplos­sing van een bepaal­de opdracht vor­men. Door het lezen van het boek leer je reke­nen. Zoveel mag dui­de­lijk zijn.

Maar mij is bij­ge­ble­ven hoe die vreem­de wezens opgin­gen in cij­fers. Of dat die moei­lij­ke cij­fers uit­ein­de­lijk niet veel meer ble­ken te zijn dan enke­le vreem­de wezens. Hoe ze elke keer weer ver­an­der­den. Uren aan een stuk bestu­deer­de ik de teke­nin­gen. Ik kon er niet genoeg van krij­gen. Ook omdat het er vol­gens mij af en toe best wel sadis­tisch aan toe­ging. En mis­schien is dat wel de reden dat het boek op een zwar­te lijst is terecht­ge­ko­men. Omdat het de tere kin­der­ziel teveel uit balans zou bren­gen. Wie zal het zeggen?

Feit is dat ik dit boek, wat zoveel indruk op mij heeft gemaakt, nooit meer ben tegen­ge­ko­men. Boven­dien zijn er in de vol­gen­de jaren aller­lei ver­ge­lijk­ba­re beel­den uit ande­re boe­ken, strips, (teken)films over­heen geko­men die mij het zicht heb­ben ont­no­men op de oor­spron­ke­lij­ke teke­nin­gen. Ik weet 100% zeker dat ik het boek met­een her­ken wan­neer ik het terug zou zien. Tege­lij­ker­tijd kan ik met 0% zeker­heid ver­tel­len hoe het boek eruit ziet. Ik blijf hopen op een wonder.

~ ~ ~

Mijn bij­dra­ge voor 50books — vraag1:
Welk boek heeft in je vroeg­ste jeugd de mees­te indruk op je gemaakt?