Neropolis — vraag 2 #50books

Gast­blog geschre­ven als bij­dra­ge voor vraag 2 van #50books door Hel­een die tevens met het idee kwam.

~ ~ ~

De manier van leven bij Romein­se kei­zers. Een onder­werp dat mij sinds mijn jeugd inte­res­seert en inspi­reert, en toch…

Mijn eer­ste gro­te lief­de was een boe­ken­worm. Hij heeft me in alle gen­res mee­ge­no­men en mij geleerd om van boe­ken te hou­den. Toen uit­ein­de­lijk na veel goe­de jaren de rela­tie werd ver­bro­ken, werd de boe­del­schei­ding snel en zon­der dis­cus­sie bepaald: ik de huis­raad, hij de zorg­vul­dig samen opge­bouw­de bibli­o­theek. Een prach­ti­ge meta­foor over het waar­om wij uit elkaar gin­gen. Na een tijd­je ging ik de boe­ken mis­sen. De aan­ko­pen in de eer­ste jaren die volg­den waren met name geba­seerd op her­ha­lings­aan­ko­pen. Maar er was één boek dat ik het meest mis­te: Nero­po­lis van Hubert Mont­eil­het. Het was mee geweest op vakan­ties, lag maan­den naast de bank in de kamer, maar ik was nooit ver gekomen.

Maar Nero­po­lis was uit­ver­kocht, werd ook niet meer her­drukt. Het werd een ware obses­sie. Geluk­kig ben ik dol op boek­han­dels, want in elke stad bezocht ik de boek­han­dels en anti­qua­ri­ta­ten. Een zoek­tocht op inter­net behoor­de toen nog niet tot de moge­lijk­he­den. Uit­ein­de­lijk vond ik een twee­de­hands exem­plaar op de gracht in Utrecht. Van­af toen ging het weer mee op vakan­ties, lag het maan­den naast mijn bed, en tel­kens wan­neer ik weer een stuk­je gele­zen had had ik weer een quo­te die me bezig­hield, een mooi beeld van een kas­teel (rui­ne) dat ik op ging zoe­ken op de Via Appia in Rome of een levens­wijs­heid waar ik een tijd­je op kon kauwen.

Sinds­dien pak ik het elk jaar wel een keer vast. Gaat het nog steeds mee op vakan­tie, of ligt het op plek­ken waar ik de rust denk te kun­nen pak­ken: alles, alles, echt alles in het boek inte­res­seert me, maar ik kom er niet door­heen. Quo­tes gebruik ik op heel veel ver­schil­len­de plek­ken. In mijn trouw­be­lof­te, inmid­dels een man ver­der, ver­tel­de de amb­te­naar van de bur­ge­lij­ke stand over de fij­ne zenuw van het hart naar de ring­vin­ger: een ont­dek­king van de romei­nen en beschre­ven op pagi­na 71 van Nero­po­lis. In mijn werk onder­bouw ik de prak­ti­sche aan­pak door inzich­ten uit het boek.

Wan­neer je de Romei­nen kent kun je aan de geko­zen plaats van het bidet zien waar je hem voor moet gebrui­ken. Als het een voe­ten­was­bak was, zou­den de Romei­nen hem naast de voor­deur heb­ben geplaatst.

En toch: ik kom er niet door­heen. Van­daag heb ik het boek een aan­tal keer open­ge­sla­gen. Wel­ke pagi­na ik ook lees: het inte­res­seert me alle­maal. Mis­schien is dat wel de manier: niet alles van voor naar ach­ter, maar pagina’s als los­se inspiratiebronnen…