Zaterdag, 26 januari 2013

Klucht

In al mijn jeug­di­ge onschuld heb ik echt een tijd­lang gedacht dat het een heu­se kome­die was. Dat leek me wel wat. Nadat ik het boek voor de eer­ste keer in de plaat­se­lij­ke bibli­o­theek gevon­den had, wist ik wel beter. Het was oud. Heel oud! En ook nog eens geschre­ven in vers­vorm! Ik hoef­de er niet lang over na te den­ken. Het boek ging linea rec­ta terug zijn stand­plaats in en uit mijn gedachten.

Pas jaren later, als eer­ste­jaars stu­dent Geschie­de­nis, stuit­te ik opnieuw op de Divi­na Com­me­dia, ofte­wel de God­de­lij­ke Kome­die. Dit­maal werd ik ver­leid door een gast­spre­ker wiens naam ik inmid­dels ver­ge­ten ben, tij­dens een van de vele lezin­gen die ik bezocht wan­neer ik voor een van de regu­lie­re hoor­col­le­ges toch naar Utrecht moest. Opnieuw moest ik con­sta­te­ren dat ik rede­lijk op het ver­keer­de been was gezet. Niet dat ik er nu pas ach­ter kwam dat het een oud boek was (wat is oud?), maar dat het in vers­vorm was geschre­ven had ik weer niet zien aan­ko­men. Laten we het naïef noe­men. Omdat de her­in­ne­ring aan die lezing nog zo leven­dig was heb ik in de uni­ver­si­teits­bi­bli­o­theek een half­slach­ti­ge poging onder­no­men enke­le pagina’s te lezen. Maar het klik­te niet tus­sen mij en het boek.

Twee jaar van noes­te stu­die ver­der had ik voor mijn gevoel een zeke­re mate van uni­ver­si­tai­re vol­was­sen­heid bereikt dat ik dacht een her­nieuw­de con­fron­ta­tie met Dan­te aan te kun­nen. Al ver­schei­de­ne keren was het boek ter spra­ke geko­men en veel van mijn mede-stu­den­ten had­den het inmid­dels gele­zen of waren er vol­op in bezig. Als­of het zo moest zijn (hoe­wel je daar niet al teveel ach­ter moet zoe­ken in een uni­ver­si­teits­stad) liep ik zowat in dezelf­de peri­o­de tegen een afge­prijsd exem­plaar aan bij een van de vele boek­win­kels waar ik vaak de tijd tus­sen de college’s doorbracht.

Een boek als een blok. In totaal 600 pagi­na’s. Aan­ge­schaft in maart 1992 (heb ik er zelf in geschre­ven).

Sinds­dien ben ik er vele keren in begon­nen. Ech­ter nooit ben ik de hel uit­ge­ko­men. Te beden­ken dat je daar­na ook nog het vage­vuur moest trot­se­ren voor­dat op pagi­na 407 ein­de­lijk het para­dijs bereikt zou wor­den, is mis­schien wel al die tijd teveel van het goe­de geweest. Niet dat het te gru­we­lijk is. Daar heb ik mij door de jaren heen rede­lijk in gehard mid­dels het lezen van fel-rea­lis­ti­sche ver­sla­gen over bij­voor­beeld de Holo­caust of anders­zins ver­ge­lij­ke­lij­ke geno­ci­des in de men­se­lij­ke geschie­de­nis. Nee, het is de over­daad aan infor­ma­tie die in deze klei­ne 600 pagina’s zijn gepropt. Het boek barst uit zijn voe­gen. De zin­nen (en zeker met het noten­ap­pa­raat onder aan elke blad­zij­de in het exem­plaar wat ik bezit) waai­e­ren alle kan­ten uit. Iede­re genoem­de naam of ver­mel­de han­de­ling heeft een mytho­lo­gisch, reli­gi­eus of his­to­risch aspect. Niets staat er zomaar. Alles heeft meer dan één betekenis.

Wan­neer ik begin te lezen zit ik bin­nen de kors­te keren in zoveel ver­schil­len­de ande­re ver­ha­len dat het me begint te dui­ze­len. De draad ben ik dan allang kwijt. Mijn nieuws­gie­rig­heid doet me de das om. Alles wil ik weten. Alle ver­wij­zin­gen. Alle ver­ha­len. Alle namen. En daar­om loop ik gega­ran­deerd vast. Door­zet­tings­ver­mo­gen is niet genoeg. Ik moet waken mezelf niet te ver­lie­zen in deze draai­kolk van ken­nis. Oppas­sen niet door te draai­en. Er blijft me uit­ein­de­lijk niets anders over dan voor­tij­dig het boek weer dicht te slaan en een tijd weg te leg­gen. Alles te laten bezin­ken. Om wan­neer de rust is inge­daald lang­zaam weer ver­der te lezen. Soms een stuk terug omdat ik niets meer van het voor­gaan­de kan herinneren.

Maar ooit zal ik het para­dijs bereiken.

Vaak zag ik rui­ters ’t leger­kamp opbre­ken,
ten aan­val ren­nen, wapen­schou­wing hou­den,
maar soms tot lijfs­be­houd ook de aftocht bla­zen
[p.129, De God­de­lij­ke Kome­die — Dan­te Alighieri]

~ ~ ~

Mijn bij­dra­ge voor 50books — vraag 2:
Welk boek krijg je maar niet uit­ge­le­zen, hoe vaak je er ook aan begint?

9 reacties

heldinne 26 januari 2013 Reageer

niet onbe­kend: Dome­ni­co Peter­li­ni (1822–1891) Dan­te no Exí­lio — Palaz­zo Pit­ti Gal­le­ria d’Ar­te Moder­na, Flo­ren­ça Itália

Peter 26 januari 2013 Reageer

Dank je. Ik heb het met­een aangepast.

Hendrik-Jan 26 januari 2013 Reageer

Ik wil dit boek ook al jaren hele­maal uit­le­zen en blijf ook ste­ken in de Hel. Nu heb ik het hei­lig voor­ne­men om het boek te lezen en er mijn per­soon­lij­ke idee­ën in dicht­vorm bij te schrij­ven. Ik ga dit via mijn blog doen, maar ik durf de con­fron­ta­tie niet aan. Mis­schien moe­ten we dit met een groep doen. Mijn plan is om van elke Can­to een samen­vat­ting te maken. Er staat er al een­tje klaar voor publi­ca­tie op mijn blog. Daar­naast werk ik heel hard aan Can­ti waar­in ik het werk naar onze tijd schrijf. Onmo­ge­lijk natuur­lijk, maar het pro­be­ren waard. Er is ergens nog de angst hier aan te begin­nen. Omdat ik bang ben dat ik het pro­ject niet vol­tooid krijg.

Peter 27 januari 2013 Reageer

Een hels kar­wei gaat dit zijn. Het idee om het in een groep te doen zou het kun­nen ver­lich­ten of in ieder geval extra moti­va­tie (groeps­dwang ;-)) om door te zet­ten. Om de beurt een Can­to doen vol­gens een vas­te ver­de­ling. Dan kun je een beet­je voor­uit­wer­ken wan­neer de ander aan de beurt is. Ik ga het zeer zeker pro­be­ren te vol­gen. Daar­voor is het een te fas­ci­ne­rend boek. En mis­schien gaat het zo hel­pen om in het para­dijs te komen.

Lilith 27 januari 2013 Reageer

Ik kan het goed gelo­ven dat je deze kan­jer niet uit­ge­le­zen krijgt! Ergens zou ik hem ook wel lezen, gewoon, om te kun­nen zeg­gen: “Ik heb la Divi­na Com­me­dia gelezen.”
Maar eigen­lijk spreekt het boek me niet zo aan en ik ben al lang blij als ik er iets over kan zeg­gen, dat is voor mij genoeg 😉

Peter 27 januari 2013 Reageer

Soms lijkt het bij dit (maar ook ande­re gigan­ten uit de wereld­li­te­ra­tuur) boek alleen maar dat het om de ver­zuch­ting gaat dat je het gele­zen hebt. Op zul­ke momen­ten leg ik een boek aan de kant, want dan lees ik van­uit de ver­keer­de instel­ling. Dan maar even aflei­ding via een ander boek, en dan later weer verder 🙂
Dit boek spreekt me steeds meer aan omdat er zoveel in zit. Het groeit tij­dens het lezen. Maar ik kan het alleen via klei­ne por­ties tot me nemen.

Tussenjouenmij 27 januari 2013 Reageer

Je hebt er niets aan om het te lezen om het gele­zen te heb­ben. Het gaat om de weg, niet om het doel. De weg kan je ver­rij­ken. Of niet. 

p.s. leuk he, wis­se­len van theme’s en het zoe­ken naar wat er bij je past?

Peter 27 januari 2013 Reageer

Klopt. Ik wil genie­ten van het lezen. Lukt dat niet dan leg ik het boek (tij­de­lijk) weg.
En ja, dat geëx­pe­ri­men­teer met die thema’s is heer­lijk ont­span­nend om te doen. Nog steeds de ware niet gevonden…

Geef een antwoord