Een week was ik ziek. Een week ben ik alweer beter. Maar toch. Om nu te zeggen dat ik weer helemaal de oude ben. Verre van dat. Ik sta ’s ochtends als gewoonlijk om 6.00 uur op, ben tussen 07:15 en 07:30 uur op kantoor om pas ruim na 18:00 uur weer naar huis te gaan en val dan met een bord avondeten op de bank. Waar ik de rest van de avond als een zombie voor me uit blijf zitten staren. Geen zin om te gaan rennen. Geen zin om te lezen. Geen zin om te bloggen. Ook geen zin om tv te kijken (maar dat heb ik eigenlijk al jaren niet meer, dus dat telt niet mee).
Het enige wat me ’s avonds nog in beweging krijgt is een flinke hoestbui. Zo’n irritante kriebelhoest die onmiddellijk opspeelt wanneer je net iets wil zeggen. Eentje die niet meteen over is, geen verlichting geeft en je uitgeput achterlaat. Na enkele uren hijs ik me met veel moeite uit mijn onderuitgezakte positie om de tocht richting bed in te zetten. Daar val ik veel vroeger dan gewoonlijk als een blok in slaap. Een zoveelste avond nutteloos verspild.
Moet ik me zorgen maken?
Mijn Inge zegt dat ik maar eens naar de huisarts moet gaan wanneer het niet binnen een paar dagen minder wordt. Zelf heb ik daar geen zin in. Ik zie er het nut niet van in om al hoestend buiten adem uit te leggen dat ik een griepje heb gehad waar half Nederland inmiddels ook last van heeft. Het enige wat de huisarts in mijn ogen zal doen is een of ander medicijn voorschrijven wat de hoest enigszins zal verlichten en de duur van de griepnaweeën hooguit met enkele dagen kan verkorten. In het gunstigste geval zullen er geen bijwerkingen optreden. Hoewel ik daar zo mijn twijfels bij heb. Voorlopig pak ik wel een stophoestje of een paracetamol.
Die algehele lusteloosheid vind ik vervelender. Op internet las ik vandaag ergens dat de koorts die gepaard gaat met een heftige griep binnen enkele dagen snel minder wordt, de kriebelhoest en spierpijn na twee weken horen te verdwijnen, doch dat het gevoel van een algehele malaise (zo stond het omschreven) wel vier tot zes weken kan aanhouden. Daar heb ik dus geen zin in. Morgen doet deze jongen het nog wat rustig aan, maar vanaf maandag moet het maar eens afgelopen zijn. Ik heb nog veels te veel te doen.
~ ~ ~