op de wereld om elkaar te helpen, nietwaar
We kwamen gelijktijdig aanrijden. Ik parkeerde bij de benzinepomp, en zij bij de plek waar je je autobanden van verse lucht kunt voorzien. Maar ze ging niet met de banden aan de slag. Ze liep linea recta naar binnen. Naar de kassa. Vast sigaretten kopen, dacht ik.
Tijd voor excuses.
Ik had een zware dag achter de rug. Of, om precies te zijn, niet echt een zware dag, maar een gewone dag die me desondanks moeizaam was afgegaan omdat ik me nog steeds niet geheel fit voel na een griepaanval van nu alweer ruim een week geleden.
Op de benzinemeter (benzineteller?) zag ik dat er al 15 liter getankt was. Op de helft. De vrouw van de banden stond nog steeds bij de kassa. De man achter de kassa was iets aan het uitleggen. Hoogstwaarschijnlijk hoe de bandenpomp bediend moest worden. Ik schoot in de lach (alsof ik zelf weet hoe zo’n ding aan te sluiten, maar ja, ik had dan ook een excuus van een zware dag achter de rug, etcetera).
Niet veel later was mijn tank vol. Ik sloot de auto af en ging binnen betalen. Er was verder niemand binnen behalve de bandenvrouw en de kassaman. Volop in gesprek. Maar niet over banden. Of sigaretten. Het onderwerp bleek de onbemande carwash-installatie te zijn. Ongeduldig keek ik opvallend op mijn horloge (tenminste, zogenaamd, want ik draag al jaren niet meer zo’n voorwerp). De hint kwam niet over. Ook niet mijn diepe zucht. Hadden ze echt niet door hoe graag ik naar huis wilde? Zagen ze niet hoe vermoeid ik was na een zware dag op kantoor?
Er kwam nog een klant binnen. Buiten stonden inmiddels enkele auto’s geparkeerd waarvan de bestuurders volop bezig waren met tanken. Over niet al te lange tijd zou er hier een flinke rij staan. Ik keek de andere klant meewarig aan. Samen luisterden we naar de voormalige bandenvrouw. Die vroeg nogmaals of de kassaman in detail kon uitleggen hoe zij de carwash-installatie moest bedienen. Vooral het aspect dat zij de auto op de handrem moest zetten, verlaten, afsluiten en vervolgens een code in moest tikken waarna alles in circa vijf minuten automatisch plaats zou vinden, baarde haar zorgen. Opnieuw kon ik een minzaam lachje niet onderdrukken (vraag me niet waarom…).
Het hoge woord kwam eruit. Ze had een baby in de auto. Die durfde ze niet alleen achter te laten.
De kassaman zag dat het nog wel even ging duren met haar en zag tegelijkertijd de rij klanten groeien. Hij koos voor het grote geld en verzocht haar even te wachten om ons te kunnen helpen. Snel rekende ik af. Het had allemaal al veel te lang geduurd. Tenslotte had ik haast (toch?). Ik had nog meer te doen (toch?). (Oh ja, #blogpraat!)
Buiten kon ik het niet laten een blik in haar auto te werpen. Op de achterbank lag warempel inderdaad een baby te slapen. Ik bedacht me dat ze die toch gewoon eventjes uit de auto kon halen. Desnoods binnen kon zetten waar het warm was. Dat ze dat nou niet zelf snapte (dat ik dat nou niet zelf aan haar vertelde).
Langzaam reed ik weg. De carwashvrouw met koudwatervrees stond nu naast de kassa te wachten tot de rij klanten was geholpen. Bij de carwash-installatie bedacht ik me dat het ook een idee was om voor haar de code in te tikken. Zodat ze kon blijven zitten bij haar baby. Maar dan moest ik wel nu stoppen. Want als ik eenmaal op de doorgaande weg was, dan werd het heel omslachtig om te keren. De verkeerssituatie bij het benzinestation waar zich dit afspeelt is namelijk zo dat ik pas een heel eind verder de mogelijkheid heb om van rijbaan te wisselen. Maar vervolgens ben ik er nog niet. Eerst moet ik dan bijna terug naar Arnhem vooraleer ik ook daar weer in de gelegenheid kom om opnieuw richting benzinestation te kunnen gaan. Kortom, ondertussen had ik dus de afrit van het benzinestation verlaten en was het te laat om nog iets voor de vrouw en de baby te kunnen betekenen. Dat begrijpen jullie. En verder kon ik me niet voorstellen dat niet iemand anders op hetzelfde idee zou komen om hen te helpen. Tenslotte zijn er voldoende mensen op de wereld die elkaar graag helpen wanneer dat kan. Nietwaar!? (niet waar)
Soms, heel soms heb ik een ontzettende hekel aan mezelf.
6 reacties
wat valt me dat tegen van je 😉
Ach, ik wil me niet mooier voordoen dan ik in ’t echt ben.
En al die tijd dat zij zeker wil weten hoe het werkt ligt die baby in de auto. Maar ze wil m niet alleen laten… Ik denk dat ik me hardop had afgevraagd of een emmer met sop en een spons nog net zo goed zou werken als vroeger
Laat ik het voor haar opnemen en bevestigen dat zij vol zicht had op haar auto (die ook niet in de brandende zon stond, of iets dergelijks). Ze maakte zich oprecht zorgen over hoe dat dan moest met die carwash. Maar je hebt gelijk, in dezelfde tijd had ze haar auto al bijna gewassen kunnen hebben met sop en spons.
Dat stemmetje in je hoofd 🙁
Wel goed dat je re over nadenkt,
Volgende keer help je vast!
Hahahaha. Hoe herkenbaar, zulke stromen aan gedachtes. Mooi opgeschreven. Troost biedend ook.