Ik wil je

Tot mijn schan­de kwam ik er van­och­tend ach­ter dat ikzelf nog­al ach­ter­loop met het beant­woor­den van de #50books vra­gen, ondanks mijn onver­ho­len belof­te die ik elke week onder de nieu­we vraag heb staan: Zelf doe ik natuur­lijk ook mee, en zal mijn eigen bij­dra­ge als apar­te blogs pos­ten en ook hier­on­der lin­ken. Afge­lo­pen zon­dag heb ik vraag 16 gelan­ceerd, maar zelf ben ik nog maar tot en met vraag 5 gevor­derd. Tijd voor een inhaal­ac­tie, want wat moet je anders op een dag als van­daag wan­neer je ver­re van konings­ge­zind bent?

Vraag 6 luidt als volgt: Ben jij een muziek­le­zer? en bracht nog­al wat vol­gers in ver­war­ring. Het ging me niet zozeer om het feit of je wel of niet muziek beluis­ter­de tij­dens het lezen, maar of je de muziek ‘opzocht’ in de boe­ken. Lees je romans die zich spe­ci­fiek afspe­len in de muzieksce­ne? Volg je bepaal­de arties­ten en lees je (auto)biografische ver­sla­gen van hun uit­bun­di­ge leven? Dat soort werk.

Zelf lees ik het liefst over de vele ver­bor­gen(?) lagen in muziek­tek­sten en de vaak tur­bu­len­te ont­staans­ge­schie­de­nis van een muziek­al­bum. Het is onvoor­stel­baar hoe­veel moei­te er door de ware lief­heb­ber in zulk mini­ti­eus uit­zoek­werk gesto­ken wordt. Een juweel­tje op dat gebied is wat mij betreft ‘Help! The Beat­les in het Neder­lands’, door Bin­der­voet en Hen­kes. In dit boek staat een vol­le­dig chro­no­lo­gisch over­zicht van alle num­mers die de The Beat­les offi­ci­eel heb­ben uit­ge­bracht. Alle tek­sten staan net­jes aan de ‘bui­ten­kant’ van de pagina’s uit­ge­schre­ven, en aan de ‘bin­nen­kant’ staat beschre­ven hoe elk nieuw stu­dio­al­bum tot stand is gekomen.

Bui­ten de schat aan infor­ma­tie die in dit boek bij elkaar is gebracht, ben ik voor­al gechar­meerd door de tek­sten. Want dit zijn nu eens niet de ori­gi­ne­le tek­sten, maar ver­ta­lin­gen in het Neder­lands. En wel zoda­nig dat ze de muziek vol­gen en dus zing­baar zijn voor wie goed bij stem is, of gewoon eens wil uit­pro­be­ren hoe The Beat­les in moers­taal zou­den heb­ben geklon­ken. Wat te den­ken van Ga weg (Get Back):

Theo was een man die vond dat het te vol was
Maar hij wist: ze zijn te gast
Theo ging van huis in Rijs­wijk in Zuid-Holland
Voor een Marok­kaans gewas

Ga weg, ga weg, ga weg en laat je niet meer zien
Ga weg, ga weg, ga weg en laat je niet meer zien
Ga weg Theo

Naar huis

etc…

Of Week­end wordt het koud (We can work it out):

Zie het ook van mijn kant
Moet ik blij­ven ouwe­hoe­ren tot ik niet meer kan?
Als je ’t ziet van jouw kant
Gooi je onze lief­de over­boord, wil je dat dan?
Week­end wordt het koud, week­end wordt het koud

etc…

Of Dag licht, hoi zon (Good Day Suns­hi­ne):

Dag licht, hoi zon
Dag licht, hoi zon
Dag licht, hoi zon

Soms lach ik niet, maar als de zon verschijnt
Heb ik iets waar­door die bui verdwijnt
Het voelt goed, het is spacyaal
‘k Ben ver­liefd, zij is mijn zonnestraal

etc…

Uren kan ik door dit boek bla­de­ren en betrap me er vaak op dat ik onbe­wust de tek­sten hard­op zin­gend lees. Regel­ma­tig ook zoek ik de betref­fen­de num­mers op om te luis­te­ren hoe ze ook alweer pre­cies klon­ken en ver­won­der me er dan elke keer weer over hoe van­zelf­spre­kend de Neder­lands­ta­li­ge tek­sten pas­sen in het oor­spron­ke­lij­ke lied­je. Echt vak­werk in mijn ogen. Uiterst cre­a­tief en met heel veel humor.

Natuur­lijk staat ook mijn favo­rie­te Beat­les num­mer aller tij­den er in: Why don’t we do it in the road?

door Bin­der­voet en Hen­kes uiterst poë­tisch ver­taald naar:

Ik wil je neu­ken in de kont
Ik wil je neu­ken in de kont
Ik wil je neu­ken in de kont
Ik wil je neu­ken in de kont
Nie­mand die het intresseert
Ik wil je neu­ken in de kont

etc…

Het is een num­mer dat me altijd heeft aan­ge­spro­ken van­we­ge de sim­pel­heid. Sim­pel qua bood­schap. Sim­pel qua tekst (het is een van de wei­ni­ge tek­sten die ik hele­maal uit het hoofd kan opzeg­gen). Sim­pel qua muziek. Sim­pel qua leng­te. En toch is het veel. Veel­be­te­kend. Less is more. Er valt genoeg uit te halen. Zie alleen maar wat de ver­ta­lers er over te schrij­ven hebben.

Why don’t we do it in the road?

Ik wil het met je doen op straat,
nie­mand die ons observeert,
nie­mand die ons afserveert,
nie­mand die ons bezig ziet,
nie­mand die er iets van zegt,
nie­mand die een wenk­brauw fronst,
nie­mand die de brand­weer belt.
Maar waar­om doen we ’t niet in bed?
Daar is niks opwin­dends aan.
Een num­mer dat je in die tijd nog niet eens op straat kon zin­gen, laat staan uit­voe­ren. Paul had zich in India laten inspi­re­ren door twee zich van niets of nie­mand wat aan­trek­ken­de in het open­baar in het wil­de weg gewoon op straat voor zijn neus neu­ken­de apen, net ter­wijl hij aan zijn twee­de bord­je gele rijst was begonnen.

Why don’t we do it in the road?

Maar mis­schien was het ook wel een oproep aan de Beat­les om weer eens de straat op te gaan, des­noods als bus­ker, zoals Paul zelf later deed in zijn come­back-film Give My Regards to Broad Street.

Ik wil je neu­ken in de kont

De waar­lijk Revi­aan­se ver­ta­ling is, om enigs­zins recht te doen aan de sek­su­e­le impact die deze ras­ech­te ugly poë­zie van Paul in die tijd had (en nog steeds heeft), gedeel­te­lijk geba­seerd op het onvol­pre­zen Fuk U in The Ass van de Out­he­re Bro­thers, een hou­se­duo met een gezon­de pre­oc­cu­pa­tie voor licha­me­lij­ke func­ties en één- tot vier­let­ter­woor­den, getui­ge klas­sie­kers als: Pass the toi­let paper, Slap that pus­sy, La la la hey hey, Boom boom en Don’t stop (wig­gle, wiggle).

Ik wil je neu­ken in de kont

Beatjes-out­ta­kes voor ande­re gezind­ten, geaard­he­den en voor­keu­ren dan het buttfuc­ken­de gedeel­te der natie:
Ik wil je zoe­nen op de mond (voor dege­nen die into de retro-ora­le seks­tra­di­tie of ‑fase zijn)
Ik wil je gooi­en op de grond (voor sadisten)
Ik wil je voe­ren aan de hond (voor allo­kan­ni­ba­lis­ten en snuff-kickers)
Ik wil je heb­ben bij de bond (voor anarcho-syndicalisten)
Ik wil je rui­ken aan je lont (voor olfac­tie­ve extre­mo­fie­len, de zoge­naam­de ‘geur­vre­ters’)
Ik wil je stu­ren naar het front (voor mega­sa­dis­ten, ook wel ‘gene­raals’, ‘poli­ti­ci’, ‘docen­ten’ of ‘opvoe­ders’ geheten)
Ik wil je spre­ken bij de pont (voor stal­kers en hoe­ren­lo­pers ach­ter het Cen­traal Station)
Ik wil je duwen in de stront (voor copro­fa­gen en scatofielen)
Ik wil je pap niet zon­der klont (voor culi­nai­re masochisten)
Ik wil je dopen in de vont (voor blas­fe­mi­nis­ten en wederdopegezinden)
Ik wil je brood­je onge­zond (voor lief­heb­bers van ‘gevaar­lijk eten’)
‘k Wil met je trou­wen en een kind (maar daar krij­gen we last mee)

Dat is lang nog niet alles wat er in dit boek over dit num­mer alleen al geschre­ven is. Kun je nagaan wat er te bele­ven valt wan­neer je een ander, lan­ger of min­der sim­pel num­mer opzoekt. Een genot om te lezen. En voor­uit, ook om tij­dens het lezen te beluis­te­ren. Ik zing nog wat ver­der door het boek.