De regels van het spel — deel 1

Het spel der ver­hou­din­gen dat de mees­ter en zijn sla­vin spe­len kent sub­tie­le en ver­fijn­de regels. De sla­vin moet haar mees­ter kun­nen aan­ge­ven waar de gren­zen lig­gen die niet over­schre­den mogen wor­den. […] Elk mens heeft zijn gren­zen, dus ook de sla­vin. Geen enke­le mees­ter mag de more­le of fysie­ke limiet over­schrij­den die zijn sla­vin vast­ge­steld heeft. Elke afwij­king van die regel kan dode­lijk zijn.
[p. 19, De lei­band, Vanes­sa Duriѐs]

Nog dezelf­de dag dat David ver­nam dat zijn voor­ma­li­ge au-pair was over­le­den wurg­de hij ’s avonds zijn kat. Het beest­je was niets­ver­moe­dend op zijn schoot gespron­gen en nes­tel­de zich tevre­den tus­sen zijn benen. David streek hem zacht over de rug voor­dat hij bei­de han­den om de smal­le nek leg­de.  Lang­zaam begon hij te knij­pen. Het spin­nen ging abrupt over in klaag­lijk gejank. Wild spar­te­lend pro­beer­de het dier zich aan de wurg­greep te ont­snap­pen maar hij had geen enke­le kans. David bleef de kat al die tijd diep in de ogen kij­ken. en zelfs nadat het lijf­je vol­le­dig geknakt in zijn han­den hing kon David zich niet los­ma­ken uit de nu lege blik van de kat. Angst­val­lig con­cen­treer­de hij zich onder­wijl op elke geluid­je. Niets. Er heerste een vol­le­di­ge stil­te in huis. Geen teken van leven bui­ten het zach­te gehijg van David. Nie­mand die hem bij de kraag pak­te. Toen zijn adem­ha­ling tot rust was geko­men stond hij op, leg­de de kat op tafel en ging naar boven, een scho­ne broek aan­trek­ken. Hij was opge­lucht. De ban leek gebroken.

Hij had het nieuws ver­no­men via zijn moe­der. Het was het eer­ste wat ze zei toen hij haar die mid­dag tij­dens de lunch aan de tele­foon had. Elke week bel­de hij haar vol­gens een stil­zwij­gen­de afspraak op de maan­dag. In het week­end kwam hij er nooit aan toe. Hij kon het niet opbren­gen om dan met haar te pra­ten. Het zou zijn vrije dagen alleen maar ver­pes­ten. Sinds zijn vroeg­ste jeugd was hun rela­tie koel en opper­vlak­kig geweest. De suc­ces­vol­le zaken­vrouw wil­de of kon toen geen tijd voor hem vrij­ma­ken. Nu ze gepen­si­o­neerd was pro­beer­de ze dit te com­pen­se­ren door over­dre­ven veel aan­dacht aan hem te beste­den, maar voor David was dit te laat. Hij was teveel van haar ver­vreemd geraakt.

De au pair was ern­stig gewond geraakt toen ze een ruzie op straat pro­beer­de te sus­sen. De agres­sie tus­sen de twee vech­ten­de man­nen had zich plot­se­ling op haar gericht en nadat ze haar alle­bei ver­schei­de­ne mes­ste­ken had­den toe­ge­diend waren ze op de vlucht gesla­gen. Zij bleef bloe­dend ach­ter op het trot­toir. Een ambu­lan­ce was snel ter plek­ke, maar al tij­dens de rit naar het zie­ken­huis kwam ze te over­lij­den.
Ter­wijl zijn moe­der dit ver­tel­de kon David een hard­voch­ti­ge opmer­king maar net voor zich hou­den. Wat typisch voor haar om juist op deze manier het lood­je te leg­gen, dacht hij bij zichzelf.

Een bemoei­al was de au pair van­af het aller­eer­ste begin geweest. Zolang David zich kon her­in­ne­ren was haar aan­we­zig­heid con­ti­nu op de ach­ter­grond voel­baar. Haar prie­men­de kil­blau­we ogen volg­den hem over­al. Als­of hij zich in een con­cen­tra­tie­kamp bevond en zij hoog boven in de uit­kijk­to­ren de schijn­wer­per op hem gericht hield. De strak naar ach­te­ren gekam­de haren in een knot en haar sobe­re kle­ding ver­sterk­ten dit beeld alleen nog maar. Daar­naast had ze nog de hate­lij­ke gewoon­te om hem bij elke gele­gen­heid die zich aan­bood hard in de boven­arm te knij­pen of hem een pets om de oren te geven. ‘Wie niet luis­te­ren wil, moet maar voe­len!’, was haar devies. Zijn geklaag bij zijn moe­der bracht daar geen ver­an­de­ring in.
“Je zult het er wel naar gemaakt heb­ben”, zo deed zij zich er mak­ke­lijk van­af, en ver­borg zich weer ach­ter de sta­pels dos­siers die haar werk vormden.

De vol­gen­de och­tend, nadat David de kat in de groen­con­tai­ner had gedumpt, zocht hij het tele­foon­num­mer op van Tan­ja. Hij had haar leren ken­nen via het gespe­ci­a­li­seer­de dating­bu­reau waar hij al sinds tij­den stond inge­schre­ven. Tan­ja was op zoek naar een mees­ter die samen met haar haar gren­zen kon ver­leg­gen. Bij hun eer­ste ont­moe­ting had zij aan­ge­ge­ven ver te wil­len gaan, ver­der dan zij zelf voor moge­lijk hield.
“Maar”, zo had zij daar met rol­len­de r op laten vol­gen, [en David had haar met­een ver­vloekt van­we­ge die altijd weer aan­ge­haal­de ‘maar’] “maar, we spre­ken wel een teken af. Wan­neer ik dat geef, dan moet je stop­pen.“
En ze had hem een brief­je in de hand gestopt met daar­op een citaat over de regels van het spel als­ook het afge­spro­ken teken.

~ wordt vervolgd ~ 

Vol­gen­de week ver­schijnt hier het twee­de en tevens afslui­ten­de deel van dit ver­haal welk eer­der is ver­sche­nen in ‘Het Keer­punt’. Deze ver­haal­bun­del ver­scheen novem­ber 2012 en is nog steeds bij mij te bestel­len voor 15,- Euro (excl. verzendkosten).