Wereldwijd publiceerde

~ ~ ~

Gast­blog geschre­ven door Juli­ta in het kader van de pre­read actie rond­om de lan­ce­ring van De Teruggekeerden.

~ ~ ~

Wereld­wijd publi­ceer­de uit­ge­ve­rij Har­le­quin 27 augus­tus jl. de debuut­ro­man De Terug­ge­keer­den van Jason Mott. De term de terug­ge­keer­den slaat op men­sen die na een x aan­tal jaar over­le­den te zijn plots weer opdui­ken. Zij heb­ben nog de leef­tijd die ze had­den toen ze over­le­den, maar hun nabe­staan­den niet. Glo­baal gezien gaat het boek over hoe de wereld omgaat met dit feno­meen. De cita­ten uit eer­de­re recen­sies op de voor­flap van het boek en dat op de basis van het manu­script alleen al de film­rech­ten zijn ver­kocht beloof­de veel goeds.

Begin deze maand had ik me bij @NotJustAnyBook op Twit­ter opge­ge­ven om mee te doen aan de pre­read van het boek en deze te recen­se­ren. Ach­ter­af vind ik deze actie op basis van de erva­ring een suc­ces. Helaas bleek de lees­er­va­ring enigs­zins tegen te val­len en vraag ik me af of ik dit boek ook had gele­zen als ik het niet via een leu­ke actie had gekregen.

Ik begon met lezen op 16 augus­tus. Een dag en 47 jaar later nadat één van de hoofd­per­so­nen, Jacob, op acht­ja­ri­ge leef­tijd over­leed. Jacobs ouders zijn al in de zeven­tig als hij ineens, nog steeds acht jaar, voor hun deur staat. Het boek bestaat uit de erva­rin­gen van Jacobs ouders, het dorp waar­in zij leven en die van ande­re terug­ge­keer­den. Wat gelijk al sto­rend is is dat ieder­een slechts in de war lijkt te zijn van de men­sen die terug­ge­ko­men zijn van de dood. Over­he­den, omstan­ders en nabe­staan­den weten in eer­ste instan­tie niet wat ze met hen aan­moe­ten. De eni­ge men­se­lij­ke reac­tie is die van Jacobs moe­der. Zij valt flauw bij het nieuws dat haar zoon ineens weer in de deur­ope­ning staat. Een­maal ont­waakt accep­teert zij ech­ter vol blijd­schap dat hij er is. Er is wel paniek, maar die komt pas als het aan­tal terug­ge­keer­den begint te groei­en. Ook is er afkeer, zoals bij de vader van Jacob. Hij erkent Jacob niet als zijn zoon, die is immers ooit over­le­den. Ook voor afkeer is ech­ter eerst accep­ta­tie nodig omdat je moet erken­nen dat er iets is om je voor af te keren. Dat en de blijd­schap om een over­le­den gelief­de terug te zien vind ik vol­ko­men onrealistisch.

Helaas ken­nen we alle­maal wel een per­soon die nu niet meer onder ons is. Stelt u zich eens voor dat u zich omdraait en een dier­ba­re of vage ken­nis die jaren gele­den is over­le­den ineens voor u staat. Ade­mend en van vlees en bloed, net als u. Als u dan het bewust­zijn niet ver­liest zult u op z’n minst in paniek raken, lijkt me.

Een aan­tal jaar gele­den over­leed een men­tor­fi­guur van mij. In de eer­ste week na zijn over­lij­den droom­de ik elke nacht dat ik hem op school tegen­kwam. In deze droom had hij vre­se­lijk ruzie met één van zijn collega’s omdat hij zijn dood voor de grap in scè­ne had gezet en dat dit nog­al uit de hand was gelo­pen. Hij draai­de zich om naar mij en toen ik zijn gezicht zag ging ik over mijn nek in plaats van dat ik over­liep van blijd­schap.  Ver­vol­gens wil­de ik hem niet meer spre­ken. In de eer­ste minuut na het ont­wa­ken uit de droom, of nacht­mer­rie beter gezegd, voel­de ik wal­ging en op de ach­ter­grond ook opluch­ting omdat ik ondanks de rot­grap toch lie­ver had dat de men­tor­fi­guur niet dood was. Om ver­vol­gens weer ver­plet­te­rend ver­driet te voe­len zodra ik wak­ker genoeg was om door te heb­ben dat het slechts een droom was. Eerst was er ech­ter wal­ging en verwarring.

Een min­der hef­tig voor­beeld is een gevoel dat we alle­maal wel ken­nen. Het is net uit met een gelief­de of er is net iemand onver­wachts over­le­den en we den­ken die­ge­ne op straat te zien lopen. In een frac­tie van een secon­de den­ken we iemand te her­ken­nen en rea­li­se­ren we ons ook dat het niet kan. Zo’n moment gaat vaak gepaard met hef­ti­ge hart­klop­pin­gen. Net als het moment waar­op we in de woon­ka­mer staan en ineens dege­ne waar­van we zeker wis­ten dat hij niet thuis was naast ons zien. Iemand was er niet en is er ineens wel. Dat we alle­maal dood­gaan op een dag is één van de wei­ni­ge zeker­he­den die we heb­ben. Hoe graag we een over­le­den dier­ba­re weer terug wil­len zien, het zou ons wereld­beeld op zijn grond­ves­ten doen schud­den als dat ook daad­wer­ke­lijk zou gebeu­ren. Eni­ge paniek, wat vlucht­ge­drag of gezins­the­ra­pie had ik dan ook in eer­ste instan­tie meer op z’n plaats gevon­den dan met­een over­gaan op kus­sen en knuffels.

Dit ter­zij­de ben ik erg onder de indruk van de ver­beel­dings­kracht en cre­a­ti­vi­teit van Mott. Er is een breed sca­la aan moge­lij­ke scenario’s in een wereld waar­in men­sen zomaar niet meer dood zijn en hij heeft een paar ster­ke ver­zon­nen. Zo is er een ouds joods echt­paar dat een stel terug­ge­keer­de nazi’s opvangt die ach­ter­na wor­den geze­ten door een boze menig­te die de man­nen wil straf­fen voor oor­logs­mis­da­den. Dit is ove­ri­gens de eni­ge refe­ren­tie aan de Twee­de Wereld­oor­log die Mott maakt, wat ik knap vind. De valkuil van een ver­ge­lij­king met deze his­to­ri­sche gebeur­te­nis ver­mijdt hij goed, ter­wijl hij mak­ke­lijk te maken valt wan­neer omstan­ders en het leger de terug­ge­keer­den in lege gebou­wen ver­za­melt. Mijn per­soon­lij­ke favo­riet is het mini­ver­haal van de terug­ge­keer­de kun­ste­naar die in 1921 onder een auto was geko­men en onbe­kend was geble­ven ware het niet dat een stu­den­te zijn werk ont­dek­te en wereld­kun­dig maak­te. Zich een­maal bewust van zijn faam wordt hij ver­liefd op zijn ont­dek­ker die inmid­dels in de vijf­tig is en wor­den onder­werp en onder­zoe­ker geliefden.

Wat tij­dens het lezen van de mooie, cre­a­tie­ve scenario’s dan weer stoort is de over­dre­ven manier van uit­leg­gen die Mott heeft. Als­of hij zijn lezers niet al te hoog inschat legt hij soms blad­zij­des van te voren er al dik boven­op wat en waar­om een bepaal­de plot­wen­ding plaats gaat vin­den. Zo is van­af het eer­ste moment dat de felste opstan­de­ling tegen de terug­ge­keer­den voor­komt al dui­de­lijk dat hij alleen maar iets tegen de terug­ge­keer­den heeft omdat zijn eigen over­le­den vrouw er niet tus­sen zit. Gek genoeg staat daar weer tegen­over dat je als lezer vol­le­dig zelf mag invul­len waar­om de terug­ge­keer­den er ineens waren en wat hun nut was.

Ook stoort de ver­ta­ling. Woor­den als sir en ma’am zijn goed te ver­ta­len naar het Neder­lands en behou­den in de Neder­land­se taal hun ori­gi­ne­le bete­ke­nis. Toch heeft de ver­ta­ler ervoor geko­zen de woor­den niet te ver­ta­len waar­door de lezer een Neder­land­se zin leest die onwen­nig met deze Engel­se woor­den eindigt.

Het zijn inte­res­san­te vraag­stuk­ken die opdui­ken in het boek. Vra­gen over men­se­lijk gedrag en leven en dood zijn uni­ver­seel en van alle dagen. Hoe­wel er mijns inziens voor­al in het begin onre­a­lis­tisch wordt omge­spron­gen met het rare feno­meen van de terug­ge­keer­den lijkt de ver­de­re reac­tie van de hele wereld op het toe­ne­men­de aan­tal men­sen mij behoor­lijk reëel. Mott laat zien dat into­le­ran­tie en angst ver­der gaan dan huids­kleur en reli­gie door het ver­zin­nen van een nieuw soort mens, name­lijk de terug­ge­keer­den. Into­le­ran­tie en angst heb­ben te maken met con­tro­le wil­len heb­ben over het onbe­ken­de want het onbe­ken­de is eng. Ver­zet heeft te maken met niet lan­ger onbe­gre­pen en onder­drukt wil­len zijn en komt dan ook vol­op aan bod in het boek.

Samen­ge­vat is het con­cept dat men­sen ineens terug­ke­ren uit het doden­rijk en de vraag­stuk­ken over men­se­lijk gedrag en leven en dood erg inte­res­sant. Hoe ermee wordt omge­spron­gen helaas min­der. Een inte­res­sant con­cept en boei­en­de vraag­stuk­ken maken nog geen goed boek. Wat in dit geval dus over­blijft is een ver­haal dat boei­en­der had kun­nen zijn, gego­ten in een vorm die strak­ker had gekund.

384 pagi­na’s
ISBN 9789034753212
Uit­ge­ve­rij Harlequin

2 reacties

Peter Pellenaars 30 augustus 2013 Reageer

Hoi Juli­ta, dank nog­maals dat je je recen­sie wil­de plaat­sen op mijn blogsite. Ik ben er trots op!
Wat je lees­er­va­ring betreft, ik kan er een heel eind in mee­gaan. Je obser­va­tie dat de ouders van Jacob nog­al snel een bepaal­de hou­ding aan­ne­men en dat daar­bij gevoels­ma­tig wat stap­pen wor­den over­ge­sla­gen, vind ik goed opgemerkt.
Nog steeds denk ik dat het boek in begin­sel heel veel poten­tie heeft, maar dat het net niet genoeg uit de verf komt. Maar het blijft wel spo­ken in je hoofd, en dat is dan weer knap van de auteur.

Anna 31 augustus 2013 Reageer

Héhé, wat een revi­euw… leest als een trein!

Geef een antwoord