Puinhoop

Het past natuur­lijk niet om de com­plexi­teit van een roman terug te bren­gen tot slechts één beeld, hoe sym­bo­lisch dan ook. En toch doe ik het hier, hoe­wel ik weet dat het tekort doet aan de tra­ge­die van het gezin Innes wel­ke Ivo Bont­huis in zijn boek ‘Niets en nie­mand’ zo schrij­nend bloot­legt. Het is voor mij het aspect wat mij na lezing het meest is bij­ge­ble­ven. Waar ik op doel is het beeld dat opdoemt uit de aller­eer­ste blad­zij­des van het ver­haal. We krij­gen te lezen hoe Lau­ra Innes te laat op het vlieg­veld Char­les de Gaul­le arri­veert en daar­door haar vlucht mist. Op de tv-scher­men is te zien hoe dat­zelf­de vlieg­tuig inmid­dels vlak na het opstij­gen is neer­ge­stort. Roken­de puin­ho­pen als stil­le getui­gen van de ramp waar­aan Lau­ra ter­nau­wer­nood is ontsnapt.

Maar is dat ook zo? Het is niet zomaar dat Lau­ra in com­ple­te lethar­gie ver­zon­ken blijft op het vlieg­veld. Er is geen spra­ke van opluch­ting dat zij zojuist de dans is ont­spron­gen en het haar gegund is om voor­lo­pig nog ver­der te mogen leven. Mis­schien dat zij in shock is van­we­ge het besef welk gru­we­lijk lot haar bespaard is geble­ven omdat zij besloot terug te keren naar haar hotel om de spul­len te halen die ze ver­ge­ten was. Zelf denk ik ook dat zij in shock is, maar dan eer­der omdat zij zich met een klap bewust is gewor­den van de deplo­ra­be­le staat van haar leven. Net zoals van het vlieg­tuig slechts brok­stuk­ken rest­ten, is er ook van haar gezins­le­ven wei­nig over­ge­ble­ven. Ze had net zo goed in het vlieg­tuig kun­nen zit­ten. Het had voor haar geen ver­schil gemaakt.

Op de ach­ter­flap staat ‘En ineens is alles weer moge­lijk.’ Ik waag dit te betwij­fe­len. In de gehe­le roman valt mij juist de onmo­ge­lijk­heid op om vorm te geven aan het eigen leven. Of aan dat van een ander. Het blij­ven tot mis­luk­ken gedoem­de pogin­gen. Soms duurt het alleen lan­ger voor­dat dui­de­lijk wordt dat het een mis­luk­king is. Of blijft men stug vol­har­den in het eigen gelijk. Wil men de rea­li­teit niet onder ogen zien. Boven­al geeft juist de ope­nings­scè­ne al aan dat het lot of toe­val altijd en over­al toe kan slaan.

De geschie­de­nis van Lau­ra, haar man Maxi­me en hun zoon Ste­ven staat voor mij in het teken van dit hard­voch­tig mot­to dat het leven niet maak­baar is en dat het toe­val een defi­ni­tie­ve­re rol speelt dan men zou wen­sen. Alle­maal zijn ze slacht­of­fer. Maxi­me die zich terug­trekt als kun­ste­naar omdat hij zich onbe­gre­pen voelt. Niet alleen door de kunst­we­reld maar ook door zijn vrouw. Waar­door voor Lau­ra haar hele bestaans­recht komt te ver­val­len als zijn­de ‘de vrouw van’. Zij doet ver­woe­de pogin­gen haar man uit deze cre­a­tie­ve impas­se te halen, omdat zij hem als kun­ste­naar moet blij­ven zien. Tege­lij­ker­tijd blijft ze zich ook bemoei­en met hun zoon Ste­ven die in haar ogen min­stens net zo’n groot artiest is als Maxi­me. En Ste­ven zelf? Mis­schien is hij wel het meest betreu­rens­waar­di­ge per­so­na­ge in deze pes­si­mis­tisch stem­men­de roman.

Afge­schre­ven door zijn vader die in hem al snel niet meer ziet dan een mis­lukt expe­ri­ment en zeker geen groot kun­ste­naar, gaat Ste­ven gebukt onder de lief­de­lo­ze behan­de­ling die hem ten deel valt:

Hoor je dat, Ste­ven? Al dat gelul over je vader? Wat vind jij ervan? Heb jij soms niet een hele zomer aan dit sme­ri­ge stuk­je kunst mee­ge­werkt? Jij vindt er natuur­lijk niks van. Draagt ner­gens ver­ant­woor­de­lijk­heid voor. Staat me daar wat aan te gapen. Wat moet het in jouw hoofd heer­lijk rus­tig zijn.
[…]
Voor pro­ject-Ste­ven heeft vader zich­zelf in de uit­ver­koop gegooid. En wat is daar­van terecht­ge­ko­men? Zie hem daar staan.

Lau­ra volgt Maxi­me in zijn extre­me opvat­tin­gen over hoe Ste­ven het bes­te opge­voed dient te wor­den omdat zij hem niet teleur wil stel­len, bang dat zij is dan door hem ver­la­ten te wor­den. Niet voor vol te wor­den aan­ge­zien. Tege­lij­ker­tijd blijft ze Ste­ven tegen beter weten in sti­mu­le­ren door te gaan om zich ver­der te ont­wik­ke­len als kun­ste­naar. Wan­neer Ste­ven, hier­door op weg gehol­pen door de broer van Lau­ra, later besluit zijn kunst­zin­ni­ge aspi­ra­ties op te geven, werkt dit in eer­ste instan­tie als bevrij­dend. Met her­nieuwd élan stort hij zich in de zake­lij­ke wereld. Om er al snel ach­ter te komen dat hij daar­voor ook niet in de wieg is gelegd. Hij zit teveel vast in het ver­le­den om zomaar radi­caal van rich­ting te kun­nen ver­an­de­ren. En daar was natuur­lijk altijd weer zijn moe­der die zich ermee bleef bemoeien:

Hart­stik­ke leuk dat je voor jezelf wilt begin­nen. Een onder­ne­ming. Maar wat dan? Gerot­zooi met lelij­ke, lege pan­den, als Gre­gor? Lie­ve schat, wil je nu echt al dat talent dat je hebt, al die tover­kracht in je lie­ve vin­gers, je won­der­scho­ne ziel, wil je dat alle­maal laten verroesten?

Zo zit­ten ze alle­drie aan elkaar vast en cir­ke­len ze om elkaar aan heen zon­der dat het hen brengt waar ze ieder voor zich graag zou­den wil­len komen. Zon­der dat het een­ie­der brengt waar de ander graag zou wil­len dat ze zou­den moe­ten komen. Beur­te­lings stel­len ze zich­zelf en de ander teleur. Ivo Bont­huis weet knap de ver­schil­len­de ver­haal­lij­nen die de teloor­gang van het gezin Innes beschrij­ven op het laat­ste moment nog een nieu­we wen­ding te geven waar­door de aan­we­zig­heid van Lau­ra in Parijs uit­ein­de­lijk wordt ver­klaard. Het zet al het voor­gaan­de in een ander, maar min­stens zo duis­ter schijnsel.

Niks maak­baar­heid. Het eni­ge wat ze ervan gemaakt heb­ben is één gro­te puin­hoop. Niks ‘En ineens is alles weer moge­lijk’. Dat is waar Lau­ra niet lan­ger in kan gelo­ven wan­neer zij naar het smeu­len­de wrak op de tv-scher­men staart. Voor haar niet. Voor Maxi­me niet. En ook niet voor Steven.

Voor niets en niemand.

Op het vlieg­veld in Parijs wacht Lau­ra Innes tot er weer gevlo­gen zal wor­den. Beeld­scher­men tonen de brok­stuk­ken van het vlieg­tuig dat ze net heeft gemist. Het is de vraag of ze van­avond nog thuis zal komen. Het is de vraag of ze dat wer­ke­lijk wil. De fami­lie Innes deed nooit aan ‘thuis’. Lau­ra, Maxi­me en hun zoon Ste­ven woon­den over­al en ner­gens, waren nie­mand ver­ant­woor­ding schul­dig behal­ve elkaar. Ze zou­den een leven lang in vrij­heid schoon­heid schep­pen, en dat leek nog te gaan luk­ken ook. Tot­dat ze zich ves­tig­den in Neder­land. Waar uit­zend­werk de fami­lie ont­wricht­te. Waar hun eigen wet­ten niets waard ble­ken te zijn. In de ver­trek­ter­mi­nal ont­vangt Lau­ra haar doods­be­richt. En ineens is alles weer mogelijk.
Niets en nie­mand is een indruk­wek­ken­de roman over de zin en onzin van kunst, tra­di­tie en loyaliteit.

Niets en niemand
Ivo Bonthuis
Uit­ge­ve­rij Nieuw Amsterdam
ISBN 9789046814673

~ ~ ~

Deze boek­be­spre­king is mijn eer­ste bij­dra­ge voor de nieu­we blog­ger­slees­club ‘Een per­fec­te dag voor lite­ra­tuur’. Iede­re maand is het stre­ven om uit een short­list uit­ein­de­lijk twee boe­ken over te hou­den die dan gele­zen gaan wor­den door de aan­ge­slo­ten blog­gers. Op een vast tijd­stip (zodat we elkaar niet kun­nen beïn­vloe­den) wor­den alle lees­er­va­rin­gen op de eigen blogsite gepost en door­gel­inkt naar de site van ‘Not Just Any Book’ van waar­uit alle acti­vi­tei­ten rond deze blog­ger­slees­club geco­ör­di­neerd wor­den door Cathe­lij­ne Esser (res­pect!).

Het vol­gen­de boek dat ik voor de blog­ger­slees­club ga lezen is ‘Van dode man­nen win je niet’, door Wal­ter van den Berg. De datum waar­op we hier­over gaan blog­gen is voor­lo­pig vast­ge­steld op 30 oktober.