20131031

Het echte werk gaat beginnen

Mor­gen is het 1 novem­ber. Dan star­ten meer dan 195.000 enthou­si­as­te­lin­gen om een maand lang iede­re dag te schrij­ven aan een roman die uit­ein­de­lijk de omvang moet krij­gen van rond de 50.000 woor­den. Zij doen dit in het kader van NaNoW­ri­Mo, ofte­wel Nati­o­nal Novem­ber Wri­ting Month. Waar­bij het Nati­o­nal allang de Ame­ri­kaan­se lands­gren­zen is ont­groeid, getui­ge één van de opge­no­men ant­woor­den in hun FAQ sectie:

We are very proud to be an inter­na­ti­o­nal event, and don’t con­si­der the “Nati­o­nal” in the tit­le to refer to the Uni­ted Sta­tes. This is an event for all nati­ons. We’d chan­ge the name to “Inter­na­ti­o­nal Novel Wri­ting Month,” but InNoW­ri­Mo doesn’t roll off the ton­gue in qui­te the same way.

Naar alle waar­schijn­lijk­heid doen er nog veel meer lief­heb­bers mee dan het hier­bo­ven ver­mel­de aan­tal. Dat zijn alleen nog maar de gere­gi­streer­den op de NaNoW­ri­Mo site zelf, die mee­din­gen naar de ver­schil­len­de prij­zen die er ver­ge­ven wor­den. Er zijn ook nog eens ontel­baar veel schrij­vers in spé die deze gele­gen­heid aan­grij­pen om op hun eigen manier mee te doen om zo ein­de­lijk eens die roman op te leve­ren waar ze al zolang vol van zijn.

Gro­te kans dat er vol­gend jaar van die­ge­nen die de schrijf­op­dracht tot een goed ein­de weten te bren­gen er een aan­tal daad­wer­ke­lijk hun boek gepu­bli­ceerd weet te krij­gen. En heel mis­schien zit er wel een­tje tus­sen die dan via de lees­club Een per­fec­te dag voor lite­ra­tuur in mijn stu­deer­ka­mer terecht­komt. Je weet nooit hoe dat gaat.

Van­daag kreeg ik het boek ‘De gesto­len kin­de­ren’ van Gerar­do Soto y Koe­le­meij­er via de post toe­ge­stuurd. Niet dat ik denk dat het boek in de maand Novem­ber van een der voor­gaan­de jaren is geschre­ven. Althans niet dat ik weet. Nee, de reden om NaNoW­ri­Mo aan te halen in de inlei­ding is eer­der om aan te geven dat ikzelf de komen­de tijd ook dage­lijks meer tijd aan het schrij­ven ga beste­den. En wel aan­te­ke­nin­gen, samen­vat­tin­gen en uit­ein­de­lijk recen­sies voor de groei­en­de sta­pel boe­ken waar­on­der mijn bureau lang­za­mer­hand ver­vaar­lijk begint te kreunen.

[upda­te vrij­dag 1 novem­ber: Ik had ach­ter­af gezien net zo goed kun­nen begin­nen met te ver­wij­zen naar het Neder­land Leest ini­ti­a­tief dat ook van­daag begint en een maand duurt. Nog beter, ik had ze alle­bei kun­nen ver­noe­men. Bij deze. Schrij­ven en lezen. Dat is wat ik (meer en meer en meer) ga doen tenslotte.]

Begrijp me goed. Ik vind het ont­zet­tend leuk werk. Ten­slot­te heb ik het zelf opge­zocht toen ik de kans kreeg. Maar het vergt steeds meer van mijn tijd. Tijd die ik er ook daad­wer­ke­lijk in wil ste­ken want ik wil (net zoals bij mijn ‘ech­te werk’) kwa­li­teit leve­ren. Me er niet met een Jan­tje van Lei­den van af maken. En dan kan het zomaar gebeu­ren dat ik van­we­ge een boek­je met de omvang van 96 pagina’s voor een beter begrip een ander boek aan­schaf met tegen de 1.000 pagina’s:

Ja, dan gaat het hard met de spaar­za­me tijd die ik beschik­baar heb. Dus moet ik het ergens van­daan zien te halen waar er nog wat te halen valt. En dan kom ik van­zelf bij inter­net uit. Want zaken zoals TV kij­ken heb ik al terug gebracht tot hoog­uit het NOS Jour­naal, een enke­le docu­men­tai­re en af en toe een afle­ve­ring Lost op Net­flix.

Wat ik de komen­de tijd ga doen is mijn aan­we­zig­heid op het wereld omspan­nen­de web de komen­de twee maan­den (op één maand kun je niet staan, zei mijn moe­der altijd) tot het mini­ma­le terug­bren­gen. Wel regel­ma­tig een upda­te op mijn blog, maar voor­lo­pig niet al te vaak op twit­ter (wat!? nog min­der op twit­ter? kan dat?) of op ande­re sites waar er veel tijd ver­lo­ren gaat die ik nu op een ande­re wij­ze wil invul­len. Zodat ik mis­schien zelfs wat tijd kan beste­den aan ‘echt schrij­ven’. Want heel eer­lijk, ook in mij schuilt een would-be schrijver.

Laat ik daar­om afslui­ten met bij voor­baat een wel­ge­meend excuus wan­neer ik wat min­der aan­we­zig ben her en der in de vir­tu­e­le wereld. Ik heb werk te doen. Het zij me vergeven.

Blogda­tum: 15 decem­ber 2013

Migu­els rus­ti­ge leven in een klein dorp niet ver van Sala­man­ca ver­an­dert in één klap als hij op een dag een brief ont­vangt van zijn tan­te. Zij draagt een geheim met zich mee dat te groot is om mee haar graf in te nemen: Migu­el is gea­dop­teerd. Migu­els ouders heb­ben hier nooit ook maar met een woord over gespro­ken. Samen met zijn vriend Álva­ro, arche­o­loog en ama­teur his­to­ri­cus, pro­beert Migu­el zijn geschie­de­nis te recon­stru­e­ren. Álva­ro krijgt het ver­moe­den dat Migu­el een van de ‘gesto­len kin­de­ren’ is. Lang­zaam ont­dekt Migu­el hoe een groot net­werk van Fran­co-aan­han­gers decen­nia­lang vele tien­dui­zen­den kin­de­ren bij hun ouders heeft weg­ge­haald. Zou hij daar­toe beho­ren? Waar­om zou­den zijn ouders daar­aan heb­ben mee­ge­werkt? Hoe vindt hij ooit zijn bio­lo­gi­sche ouders terug?

De gesto­len kin­de­ren
Gerar­do Soto y Koe­le­meij­er
Uit­ge­ve­rij Nieuw Amster­dam
ISBN 9789046815298