De ondraaglijke waarheid van het bestaan

Soms kun je door veel te ver­klap­pen nog steeds niets vertellen.

Het boek Zeven minu­ten na mid­der­nacht, geschre­ven door Patrick Ness en geba­seerd op een idee door Sio­bhan Dowd, gaat over de 13-jari­ge Conor O’Mal­ley die geplaagd wordt door nacht­mer­ries wel­ke te maken heb­ben met het feit dat zijn moe­der een onge­nees­lij­ke vorm van kan­ker heeft.

‘Ik wil weten wat er met mijn moe­der gaat gebeu­ren’, zei Conor.
Het mon­ster was even stil. ‘Weet je dat nu nog niet?’ [p.151]

[Upda­te zater­dag­och­tend 30 novem­ber 10.00 uur: Nu volgt een com­pleet ande­re bespre­king dan wel­ke ik eerst had geschre­ven, maar die ben ik tij­dens het pos­ten op mon­ster­lij­ke won­der­baar­lij­ke wij­ze kwijt­ge­raakt. Geen back-up gemaakt, dus ESDB zoals iemand mij terecht voor de voe­ten wierp.]

Ik ken een man die een hond had. Hij was erg ver­knocht aan deze hond. Zo erg dat hij er onder geen beding afstand van kon doen. Toch moest dat. De man was name­lijk zwaar gehan­di­capt geraakt en niet meer in staat voor zich­zelf te zor­gen. Laat staan voor zijn hond. Eerst dacht ik nog dat het voor­al kwam door de band die hij in de jaren had opge­bouwd met deze trou­we vier­voe­ter dat hij geen afscheid kon nemen. Daar kon ik me alles bij voor­stel­len. Toch zat het veel die­per. Het had met accep­ta­tie te maken. Indien hij in zou stem­men met de goed­be­doel­de raad om zijn hond weg te doen, dan zou hij zich tevens neer­leg­gen bij een vol­gen­de stap in het almaar afhan­ke­lij­ker wor­den van de hulp­ver­le­ners om hem heen. De hond stond sym­bool voor zijn zelfstandigheid.

Conor O’Mal­ley heeft geen hond. Maar dreigt mis­schien nog wel iets veel belang­rij­kers kwijt te raken. Zijn moe­der. Zij heeft kan­ker en volgt behan­de­lin­gen om het tij te doen keren. Voor­lo­pig nog zon­der resul­taat. De vader van Conor is zo’n zes jaar eer­der ver­trok­ken naar de VS om daar met een ande­re vrouw een nieuw bestaan op te bou­wen. Conor en zijn moe­der staan er daar­om gro­ten­deels alleen voor. Hoe­wel er nog de oma van Conor is die regel­ma­tig komt loge­ren om te kun­nen helpen.

Tus­sen Conor en zijn oma klikt het niet bij­zon­der goed. En tot over­maat van ramp wordt Conor ook nog eens flink gepest op school. Of totaal gene­geerd omdat zijn klas­ge­noot­jes niet weten hoe ze met hem om moe­ten gaan sinds bekend is dat zijn moe­der zwaar ziek is. Zelfs zijn vrien­din­ne­tje Lil­ly heeft hij van zich ver­vreemd door haar niet te ver­ge­ven dat zij het was die ‘het geheim’ van zijn moe­der op school rond­ge­ba­zuind heeft.

Je bent maar een­maal jong, zeg­gen ze, maar duurt dat niet vre­se­lijk lang? Jaren lan­ger dan je kunt verdragen.
Hila­ry Man­tel, ‘Lief­de ver­ken­nen’ [p.9]

Het mot­to van dit boek had niet tref­fen­der kun­nen zijn. Conor pro­beert zich in alle geschets­te ellen­de staan­de te hou­den. Man­moe­dig doet hij het huis­hou­den wan­neer zijn moe­der hier­toe niet in staat is. De ern­sti­ge bij­wer­kin­gen die gepaard gaan met de ver­schil­len­de behan­de­lin­gen die zijn moe­der onder­gaat pro­beert hij te rati­o­na­li­se­ren als iets van voor­bij­gaan­de aard. Dat het niet goed gaat op school en hij geen con­tact meer heeft met zijn vrien­den is iets wat van­zelf anders zal wor­den als ze gaan ver­hui­zen nadat zijn moe­der is genezen.

Accep­ta­tie. Voor mij is dat het gro­te the­ma in dit boek. Het niet onder ogen wil­len of kun­nen zien van wat er echt aan de hand is. Conor is bezig om zijn eigen ver­haal te vor­men van de wer­ke­lijk­heid om hem heen die te groot voor hem is. Te zwaar voor zijn ten­ge­re schou­ders. En daar schuilt voor hem het gevaar. Daar komt het mon­ster om de hoek kijken.

‘Ver­ha­len zijn woes­te wezens’, zei het mon­ster. ‘Wie weet wat voor rava­ge ze kun­nen ver­oor­za­ken als je ze los­laat? [p.61]

Al tij­den wordt Conor geplaagd door nacht­mer­ries. Wan­neer hij een zoveel­ste keer ’s nachts met het klam­me zweet nog op zijn voor­hoofd wak­ker schrikt uit almaar die­zelf­de angst­droom is het om gecon­fron­teerd te wor­den met een nieuw mon­ster. Ten­min­ste, zo pre­sen­teert dit wezen zich. Maar Conor is niet onder de indruk. ‘Ik heb wel erge­re din­gen gezien.’ [p.19] Het mon­ster laat zich niet uit het veld slaan en intro­du­ceert Conor in de wereld van de ver­ha­len. Zijn deal is dat hij drie ver­ha­len zal ver­tel­len. Daar­na moet Conor een vier­de ver­haal ver­tel­len. Het ver­haal van zijn nacht­mer­rie. Het ver­haal van de waarheid.

Het ver­haal van de rea­li­teit die hem zo zwaar valt.

Soms kun je door veel te ver­tel­len nog steeds niets verklappen.

Conor wil diep in zijn hart dat alles weer nor­maal wordt. Hij wil straf voor zijn gewelds­uit­bar­sting op school. Hij wil straf voor zijn ver­niel­drift in het huis van zijn oma. Want juist door straf te krij­gen wordt alles weer nor­maal. Gaat hij er weer bij horen. Dan krijgt het leven weer de plaats in zìjn leven die het hoort te heb­ben als je jong bent. Nu bevindt hij zich in een schijn­we­reld waar alles op een don­ke­re manier stil­staat. Waar hij niets anders kan doen dan wach­ten. Ter­wijl de rest van de wereld gewoon doorgaat.

En heel heel diep in zijn hart wil hij straf voor wat hij in zijn nacht­mer­ries laat gebeu­ren. Waar het wach­ten door­bro­ken wordt. Want alleen dan kan alles weer nor­maal wor­den. Maar het is tevens het meest dras­ti­sche wat kan gebeu­ren. Iets wat je niet wil dat mag gebeu­ren. Zie daar hoe Conor dreigt ver­ma­len te worden.

Type­rend is hoe naar het ein­de van het ver­haal toe, hem alles steeds zwaar­der valt:

Conor kreeg een zwaar gevoel in zijn buik, het leek of zijn hele lichaam door­zak­te onder een ton extra gewicht. [p.166]

‘Mama!’ riep Conor, en hij had het gevoel dat hij te zwaar was om over­eind te krab­be­len… [p.184]

…en ze werd steeds zwaar­der… [p.190]

Het mon­ster con­fron­teert hem uit­ein­de­lijk met zijn nacht­mer­rie op een dus­da­ni­ge wij­ze dat Conor gedwon­gen wordt zijn inner­lij­ke strijd tot het bit­te­re ein­de uit te vech­ten. Te accep­te­ren wat hij denkt. Want alleen dan kan hij voor­ko­men dat hij niet aan de hele situ­a­tie ten onder gaat. Dit vormt een hef­ti­ge apo­the­o­se gevolgd door pure lou­te­ring. Niet zoet­sap­pig maar fel rea­lis­tisch. En tot tra­nen toe roe­rend. Waar jong en oud diep door geraakt zul­len wor­den. Accep­teer dat nu maar.

Het mon­ster ver­scheen net na mid­der­nacht. Maar het is niet het mon­ster dat Conor ver­wacht­te, het mon­ster uit de nacht­mer­rie die hij bij­na elke nacht heeft gehad sinds zijn moe­der ziek werd. Die met de duis­ter­nis, de wind en het geschreeuw. Het mon­ster uit zijn ach­ter­tuin is anders. Oud. Wild. En hij wil het gevaar­lijk­ste van alles van Conor, hij wil de waarheid.

Zeven minu­ten na middernacht
Patrick Ness | Sio­bhan Dowd
Uit­ge­ve­rij De Geus
ISBN 9789044526332