Het is typerend dat wanneer de ik-persoon uit het boek ‘De gestolen kinderen’ door Gerardo Soto y Koelemeijer eindelijk eens een keer daadkrachtig optreedt, er ook meteen een doorbraak komt in de zoektocht die hij ruim anderhalf jaar geleden had ingezet:
Nu moet ik doorzetten. Als ik nu naar huis wandel, gaan er weer dagen, zo niet weken voorbij voor ik actie onderneem. Daarvoor ken ik mezelf te goed. [p.198]
Zelfkennis voldoende. Maar weinig tot geen aanstalten (met bovenvermelde actie als hoge uitzondering) om hier verandering in te willen aanbrengen. Zo zouden we Miguel (later leg ik misschien nog wel uit wat zijn echte naam is) kort kunnen typeren. Hoewel hij zelf voldoende excuses zal aandragen dat het niet zozeer met willen dan wel met kunnen te maken heeft. Het zijn factoren die voornamelijk buiten hemzelf liggen die ervoor zorgen dat hij zich grotendeels passief door het leven beweegt. Zijn ontboezeming ‘Nu al ben ik een ander mens’ op bladzijde 12 voelt daarom nogal prematuur of zelfs volkomen misplaatst aan.
Miguel is een man van 44 jaar, getrouwd met Julia en vader van twee kinderen, wiens leven plots op z’n kop wordt gezet wanneer hij een brief ontvangt van zijn tante waarin zij onthuld dat Miguel op zeer jonge leeftijd geadopteerd is. Wat volgt is het verhaal hoe Miguel op zoek gaat naar zijn biologische ouders. Na twee weken heeft hij alleen maar wat mogelijke namen ingetikt op Google. Enkele maanden later is er nog geen enkele noemenwaardige voortgang geboekt. Het boek is ondertussen al gevorderd tot bladzijde 71 en ik begin me af te vragen of de resterende 180 bladzijdes voldoende zijn om het gehele verhaal over het lot van tienduizenden Spaanse gezinnen (zie voorblad) te kunnen vertellen. Ik merk dat ik ongeduldig word en wil Miguel een schop onder zijn kont geven.
Waarom erger ik me zo aan de zogenaamde zoektocht van Miguel, die vooral gekenmerkt wordt door stagnatie en omtrekkende bewegingen? Elke keer weer horen we hoe hij zichzelf moed inspreekt om nu toch echt aan de slag te gaan, doch evenzovele keren verzanden zijn halfslachtige pogingen in jammerlijk zelfbeklag. Ben ik verpest door Tjaka! invloeden of Amerikaanse films die het moeten hebben van onmiddellijk in actie komen om je eigen lot in handen te nemen? Raak ik verveeld wanneer ik iemand zie worstelen die niet bij machte is zijn eigen leven vorm te geven in tijden van emotionele crisis? Alsof ik zelf zo’n goed voorbeeld zou zijn in een vergelijkbare situatie. Maar dat terzijde. (Of zou dit onbewust ook een rol spelen bij mijn leeservaring? Misschien iets voor een andere blogpost.)
Wat mijn conclusie na enig nadenken is, is dat ik vooral benieuwd ben naar die verborgen geschiedenis in Spanje waarvan de omvang maar langzaam duidelijk wordt en de acceptatie nog een veel langere weg te gaan heeft. Hoe kon het zo zijn dat (volgens sommige bronnen) er tussen de twee- en driehonderdduizend kinderen bij hun biologische ouders zijn weggehaald om ondergebracht te worden bij Franco aanhangers? Wat voor gigantische organisatie moet hier wel niet achter hebben gezeten? Wanneer je hier ook maar even probeert een voorstelling van te maken gaat het je duizelen. Daarom begon ik meteen gretig te lezen toen ik dit boek voor de leesclub binnenkreeg.
Maar de de auteur heeft me op het verkeerde been gezet door een personage op te voeren dat stijf staat van de innerlijke verdeeldheid en daardoor niet tot echte daden weet te komen. Niet de ontrafeling van het drama van de gestolen kinderen (los niños robados) maar het verwoestende effect op Miguel nadat hij te lezen kreeg dat hij geadopteerd was, vormt het echte onderwerp van deze roman. Halverwege zijn zoektocht, wanneer hij begint te accepteren dat hij misschien wel zo’n ‘gestolen kind’ zou kunnen zijn krijgen we te lezen wat voor vragen er allemaal bij hem spelen tijdens het bekijken van dvd’s met reportages over het onderwerp. Vooral de interviews met slachtoffers grijpen hem erg aan. Het geeft meer inzicht in zijn weerstand om echt door te pakken. Om het raadsel op te lossen wie zijn biologische ouders kunnen zijn. Zijn zoektocht verloopt met de handrem er nog op:
Graag had ik antwoord gekregen op de vraag of andere slachtoffers een soortgelijke worsteling doormaken als ik. Of zij, net als ik, ook hebben geaarzeld om daadwerkelijk op zoek te gaan naar hun biologische ouders. Of zij ook zo verlamd zijn geweest in hun zoektocht, misschien ook gewoon een map in een bureaula hebben liggen waar ze soms wat passief doorheen bladeren. Of zij ook hebben getwijfeld aan de ontdekking geadopteerd te zijn… [p.108]
Miguel hebben we dan inderdaad leren kennen als een man die vooral in zijn hoofd bezig is. Sporadisch worden deze gedachten in daden omgezet. Het is vooral zijn vriend Álvaro (archeoloog van professie) die het meeste werk opknapt. Vanaf het eerste moment dat hij in vertrouwen wordt genomen begint Álvaro onvermoeibaar te spitten in het verleden van Miguel. En hij is het dan ook die de ontdekking doet dat Miguel misschien wel eens niet op de ‘normale’ manier geadopteerd is. Via de documenten die Álvaro blijft opsturen naar Miguel krijgen we alsnog de fascinerende achtergrond geleverd bij deze gruwelijke geschiedenis, maar het is vooral de impact die het heeft op Miguel wat het centrale thema blijft.
Vooral het onvermogen van Miguel om zijn eigen vrouw niet te betrekken bij zijn zoektocht schokte me. Een kleine bloemlezing:
Ik wil niet dat ze van mijn nieuwe ontdekking op de hoogte is. Nog niet, niet zolang ik zelf nog twijfel aan de inhoud van de brief. [p.13]
Mijn vrouw en kinderen waren een dagje winkelen in Salamanca. Als ze terugkwamen mochten zij niets merken; dit was niet hun probleem. [p.17]
Ik wilde dat ze zich beter voelde maar kan haar nog niets vertellen. Mijn ontdekking over het verleden mag niet groter worden voordat ik zelf meer weet. [p.33]
Ik kan Julia niets vertellen omdat ik weet dat zij de zaak zou forceren. […] Haar voortvarendheid en haar tempo verschilden altijd al sterk met de mijne. [p.49]
Eens zal ik haar moeten vertellen over mijn ontdekking. En om eerlijk te zijn, kijk ik steeds vaker uit naar dat verlossende moment. [p.54]
Maar het zal nog een hele tijd duren voordat het verlossende moment daar is, met alle consequenties vandien.
Door er voor te kiezen haar niet deelgenoot te maken van de ontvangst van de brief slaat hij een gat in de vertrouwensband met zijn echtgenote. Een gat wat almaar groter en groter wordt met elke aanleiding die hij voorbij laat gaan om haar het verhaal van zijn ontreddering uit te leggen. Zo zien we een man die gaandeweg verteerd wordt doordat de basis onder zijn bestaan is weggevaagd ook nog eens wegdrijven van één van de mensen die hem vastigheid en warmte had kunnen bieden. Tel daarbij op dat het verhaal zich afspeelt tijdens een periode dat de economische crisis zich heviger manifesteert in Spanje dan ooit tevoren waardoor Miguel moet vrezen dat hij misschien wel zijn baan kan verliezen, en de malaise waarin hij zich bevindt is compleet.
Toen ik eenmaal besefte dat de lijdensweg van Miguel het eigenlijke onderwerp van deze roman is, gaf het me een bepaalde rust en begon ik van voor af aan het verhaal opnieuw te lezen. En ditmaal greep het me veel meer aan dan bij de eerste lezing. Niet langer zat ik te zoeken naar de feiten en gebeurtenissen met betrekking tot de gestolen kinderen en hoe een land als collectief hier zo moeizaam mee weet om te gaan, maar is het de ontluisterende onmacht van Miguel wat me geboeid houdt om verder te blijven lezen. Misschien is het de constatering door Miguel over een roman uit 2006 (Mala gente que camina, door Benjamin Prado) die een (vergezochte) verklaring geeft dat Soto y Koelemeijer het over een ander boeg gooit door juist een persoonlijke geschiedenis centraal te stellen:
Ik vind het gedurfd dat een auteur zich op dit thema heeft gestort, maar het is onbegrijpelijk dat er niets mee is gebeurd en dat deze roman naast wat kleine controverses verder niet veel aandacht heeft gekregen in de pers. [p.167]
Dit is geen hoogdravende roman die de misstanden in Spanje aan de kaak zal stellen of een samenzwerig blootlegt. Ook niet als pamflet gebruikt kan worden om de barricades mee te bestormen en waarmee regeringen omver geworpen kunnen worden. De schuldigen uit het verleden opgespoord worden om hun verdiende straf te ondergaan. Niets van dat al. De ambities van de auteur liggen op een ander niveau.
Hoe dan ook. Of je het boek nu leest om meer te weten te komen over die (ontstellend grote stapel) zwarte bladzijde(s) uit de geschiedenis van Spanje of dat je geïnteresseerd bent in wat het met een persoon kan doen wanneer (in dit geval een) hij te horen krijgt dat hij geadopteerd is, in beide gevallen biedt deze roman genoeg stof tot nadenken en vormt het boeiende literatuur. Ik heb er in meerdere opzichten veel van opgestoken.
Oh, en voor ik het vergeet. Miguel heet Jaime.
Miguels rustige leven in een klein dorp niet ver van Salamanca verandert in één klap als hij op een dag een brief ontvangt van zijn tante. Zij draagt een geheim met zich mee dat te groot is om mee haar graf in te nemen: Miguel is geadopteerd. Miguels ouders hebben hier nooit ook maar met een woord over gesproken. Samen met zijn vriend Álvaro, archeoloog en amateur historicus, probeert Miguel zijn geschiedenis te reconstrueren. Álvaro krijgt het vermoeden dat Miguel een van de ‘gestolen kinderen’ is. Langzaam ontdekt Miguel hoe een groot netwerk van Franco-aanhangers decennialang vele tienduizenden kinderen bij hun ouders heeft weggehaald. Zou hij daartoe behoren? Waarom zouden zijn ouders daaraan hebben meegewerkt? Hoe vindt hij ooit zijn biologische ouders terug?
De gestolen kinderen
Gerardo Soto y Koelemeijer
Uitgeverij Nieuw Amsterdam
ISBN 9789046815298