Hoe dat gaat
In de auto op weg naar huis viel er veel op z’n plaats. Gelukkig maar. Zo dacht ik terwijl ik het zag vallen. Wonderbaarlijk ook, hoe alles z’n plaats wist te vinden. Had ik dat maar. En ik besloot te vallen. Om te zien of ik op mijn plek zou terechtkomen. Maar terwijl ik de auto aan de kant van de weg parkeerde wist ik de uitkomst al. Het zou niet lukken. A, omdat ik niet echt durf te vallen. B, omdat er geen plaats voor mij is weggelegd. C, geen van beide voorgaande antwoorden van toepassing zijn. D, alle voorgaande antwoorden van toepassing zijn. Kijk. Dat heb ik nu altijd. Vooraf weet ik het juiste antwoord. Maar als ik dan de meerkeuze-keuzeopties bekijk, staat die van mij er nooit tussen. Hoe kan ik dan ooit slagen in het leven?
